Dialoog met de burgers: eerste bijeenkomst van het Agora

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 12 november 2007.

Het onverwachte dubbele "nee" tegen de Europese grondwet door Nederland en Frankrijk in 2005 werd door veel commentators beschouwd als een oproep aan Europa om beter naar haar burgers te luisteren. Het Parlement besloot hierop in 2006 om een nieuw platform te creëren voor de dialoog met de burgers van de Europese Unie i: een forum met de naam "Agora". De eerste Agora, met als onderwerp de toekomst van de EU, werd op 8 en 9 november 2007 in het Parlement in Brussel gehouden.

"Dit is een zeer speciale dag", zei de voorzitter van het Parlement, Hans-Gert Pöttering,  in zijn welkomsttoespraak aan de meer dan 400 afgevaardigden vanuit het maatschappelijk middenveld, die samen verenigingen, organisaties en vakbonden uit heel Europa vertegenwoordigden. Pöttering onderstreepte dat de EU een Unie van gedeelde waarden is en benadrukte dat het EP, als enige direct verkozen instelling van de EU, het juiste forum voor een dergelijke gebeurtenis is.

De Duitse sociaal-democraat Jo Leinen, voorzitter van de commissie constitutionele zaken, merkte op dat: "Dit debat nooit zal eindigen." De fransman Gérard Onesta (De Groenen) voegde hieraan toe: "Dit is een volledig nieuw instrument." Volgens hem kan  Agora "een belangrijke gesprekspartner in de toekomst worden."

Wat is Agora?

Agora ontleent haar naam aan het Griekse forum. Het doel van dit nieuwe instrument is om de Europese burgers op een direct manier te verbinden met de opbouw van de Europese Unie. Europa wordt voor hen en moet daarom met hen worden gebouwd. Agora concentreert zich op de toekomstige uitdagingen, kansen en instrumenten die het nieuwe Verdrag de Unie biedt. De vergadering bestond uit vijf workshops en twee plenaire debatten. In de vijf workshops werd gediscussieerd over de taken van de EU, haar rechten, haar instrumenten, haar grenzen en de toekomst van de Unie.

Voorstellen en conclusies van de workshops

In de workshops werd Agora zelf onder de loep genomen. Hierbij werd voorgesteld om Agora tot een permanente ruimte voor debat tussen het EP en het maatschappelijk middenveld te maken. Ook werd er geconcludeerd dat er behoefte is aan het wegnemen van het gebrek aan informatie tussen de Europese instellingen en de burgers en dat er behoefte is aan meer participatieve democratie.

Er werd gepleit om Europese waarden, zoals democratie, tolerantie, eerbied voor diversiteit, vrijheid van meningsuiting en godsdienst, in de wereld uit te dragen. Op bepaalde beleidsterreinen, zoals de bestrijding van discriminatie en het ontwikkelen van een asielbeleid, werd om een meer menselijke visie gevraagd. Verder moet op EU-niveau de aandacht voor het genderperspectief worden versterkt.

Op internationaal gebied zou de EU het voortouw moet nemen door vrede en ontwikkelingshulp te bevorderen en de strijd tegen corruptie te bestrijden. Verder zou de EU haar bevoegdheid moeten versterken om in het buitenland te handelen. De Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse zaken werd als een aanzienlijke verbetering van het gemeenschappelijke buitenlands beleid gezien.

Er was consensus over het idee dat de grenzen van de EU zouden niet in steen uitgebeiteld moeten worden maar een zekere mate van flexibiliteit moeten behouden. Verder zijn er nieuwe regels voor de ratificatieprocedure van Verdragen nodig.

In zijn slottoespraak karakteriseerde Onesta de eerste Agora als een "groot succes" en hij concludeerde: "Wij creëren de ontbrekende schakels tussen de instellingen van de EU en haar bijna 500 miljoen burgers."