EU back to school: Nederlandse EU-medewerkers vertellen op hun middelbare school over Europa
Den Haag (PDC) - Op 14 april gaan meer dan 350 Nederlandse EU-medewerkers die werken in Brussel, Luxemburg en Straatsburg, terug naar hun oude middelbare school in Nederland. Ze zullen gastlessen geven en in gesprek gaan met leerlingen over hun werk en hun betrokkenheid bij Europa.
Europa wordt zo concreter gemaakt voor middelbare scholieren. Hun oud-schoolgenoot geeft Europa een gezicht en brengt de dagelijkse praktijk van de EU i dichterbij hun leefwereld. Daarbij krijgen leerlingen een unieke gelegenheid om vragen te stellen aan iemand die dagelijks in en met Europa werkt. Dit geeft hen meer zicht op wat ze met hun eigen opleiding in Europa kunnen bereiken.
Ook staatssecretaris Timmermans i van Europese Zaken zal een gastles op zijn oude middelbare school geven. Hij gaat die dag naar het Bernardinuscollege in Heerlen en zal daarnaast een gastles aan een vmbo-klas van SG Zuidwest in Den Haag geven.
Frans Timmermans: "Jonge Europeanen willen graag in discussie over hún toekomst in Europa. Ze willen veel weten maar willen ook veel wensen kwijt. Waarbij opvalt dat ze vaak nuchter en pragmatisch zijn. Jongeren denken op natuurlijke wijze over politieke, ideologische en geografische grenzen heen. Daar kunnen veel ouderen nog een puntje aan zuigen."
"EU Back to School is een uitgelezen kans om Europa letterlijk en figuurlijk naar je toe te brengen. Naar jonge mensen, die in hun toekomst steeds meer met Europa te maken zullen krijgen", zegt Ludolf van Hasselt, directeur van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie i in Nederland. "We zijn blij dat zoveel Nederlandse EU-medewerkers enthousiast meedoen."
De medewerkers komen uit alle lagen van de deelnemende Europese organisaties. Ook Nederlandse Europarlementariërs en medewerkers van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EU in Brussel doen mee.
Het project 'EU Back to school' is een initiatief van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, met medewerking van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Algemene Bestuursdienst. Aan de praktische organisatie dragen het Europees Platform bij en de VO-raad, de sector-organisatie voor het voortgezet onderwijs.