Publieke steun, goed buurlandenbeleid en grotere institutionele efficiency nodig voor blijvend succes van verdere uitbreiding van EU

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 10 juli 2008.

Het Europees Parlement i herbevestigt zijn engagement richting alle kandidaat-lidstaten en die landen die een duidelijk vooruitzicht op lidmaatschap is geboden, maar de Unie zal zelf eerst alles moeten doen om zijn integratiecapaciteit van de Unie te verhogen en deze integratiecapaciteit zal mede het beleid inzake uitbreiding bepalen.

Eerdere uitbreidingen waren een succes, maar dat hoeft niet te betekenen dat het hoge tempo van de uitbreiding aangehouden kan worden. Een verdere uitbreiding moet tevens gepaard gaan met goede voorlichtingsacties van de EU-inwoners zodat "de toezeggingen van de Unie aan haar buurlanden door het publiek worden ondersteund en de Unie een geloofwaardige partner is."

Integratiecapaciteit

Voor verdere uitbreiding moet, volgens het Parlement, "gezocht worden naar een evenwicht tussen de geostrategische belangen van de Unie, de gevolgen van politieke ontwikkelingen buiten haar grenzen en de verwachtingen die de buurlanden op grond van deze ontwikkelingen hebben en de integratiecapaciteit van de Unie." De integratiecapaciteit is een afspiegeling van het vermogen dat de Unie heeft om haar politieke doelstellingen te realiseren, onder andere om "haar lidstaten economische en sociale vooruitgang en meer werkgelegenheid te bevorderen, om haar identiteit in de wereld en haar vermogen om internationaal op te treden te doen gelden, om de rechten en belangen van de onderdanen van de lidstaten te bevorderen" en "om een gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te creëren."

Het EP vindt dat het concept van de integratiecapaciteit in het kader van de uitbreiding van de Unie uit vier elementen bestaat:

  • i. 
    toetredingslanden moeten bijdragen aan het vermogen van de Unie om de kans op realisatie van haar politieke doelstellingen te behouden en mogen dat niet belemmeren,
  • ii. 
    het institutionele kader van de Unie moet in staat zijn tot bieden van efficiënt en doeltreffend bestuur,
  • iii. 
    de Unie moet over voldoende financiële middelen beschikken om de uitdagingen van een sociale en economische samenhang aan te gaan;
  • iv. 
    er moet een omvangrijke communicatiestrategie bestaan ter voorlichting van het publiek over de gevolgen van uitbreiding.

Het Parlement benadrukt dat deelname aan het Europese nabuurschapsbeleid noch in beginsel noch in de praktijk een vervanging voor lidmaatschap vormt, noch een stadium is dat noodzakelijkerwijs in lidmaatschap resulteert. Het EP is van mening dat de conceptuele, juridische en politieke kloof tussen de uitbreidingsstrategie en het nabuurschapsbeleid moet worden gedicht om aan de verwachtingen van onze oosterburen te beantwoorden en is ervan overtuigd dat de versterking van het nabuurschapsbeleid door de Commissie onvoldoende is om deze kloof te dichten - hoewel het een stap in de goede richting is - en dat een in kwalitatief opzicht grotere verandering is vereis. Het Parlement draagt de Unie op een gemeenschappelijke ruimte tot stand te brengen waarbinnen op een aantal terreinen een gemeenschappelijk beleid wordt gevoerd, in het bijzonder de rechtstaat, democratie en mensenrechten.

Nabuurschap

Het EP steunt het recente Pools-Zweedse voorstel, de relancering van het Proces van Barcelona, en het bevorderen regionale samenwerking in het gebied van de Zwarte Zee door een Samenwerkingsovereenkomst van de Zwarte Zee, die de EU, Turkije, en alle kuststaten van de Zwarte Zee als gelijke partners zou moeten omvatten, hopend op de volledige betrokkenheid van Rusland en die zich, in een later stadium, tot een "Unie van de Zwarte Zee" zou kunnen ontwikkelen.