Kabinetsstandpunt bij het rapport van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis

Met dank overgenomen van Ministerraad i, gepubliceerd op vrijdag 6 maart 2009.

De ministerraad neemt op voorstel van minister-president Balkenende de aanbevelingen uit het rapport van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis integraal over. De interdepartementale stuurgroep onder voorzitterschap van oud-minister van Financiën Zalm is door de minister-president ingesteld met het verzoek om te komen met een advies voor een nieuwe opzet van Begroting I (het huidige 'Huis der Koningin'). Doel is eenduidig, toegankelijk en transparant inzicht te verschaffen in de uitgaven die samenhangen met het koningschap.

De nieuwe Begroting I bestaat uit drie begrotingsartikelen. Overeenkomstig de huidige begroting bevat artikel 1 de grondwettelijke uitkeringen aan Hare Majesteit de Koningin, zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden.

In artikel 2 komen alle functionele uitgaven die samenhangen met de constitutionele Koning als staatshoofd, die voorheen onder de respectievelijke begrotingen van de ministeries van Verkeer en Waterstaat, VROM/WWI, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie vielen. In de huidige situatie worden deze functionele uitgaven nog gedeclareerd door de Dienst Koninklijk Huis ten laste van de begrotingen van de diverse ministeries.

Artikel 3 bevat de doorbelaste uitgaven van andere begrotingen. Het gaat om de uitgaven in het kader van de voorlichting (ministerie van Algemene Zaken/RVD ), het Militaire Huis als onderdeel van de Dienst Koninklijk Huis (ministerie van Defensie), de uitgaven van het Kabinet der Koningin en de uitgaven die samenhangen met bezoeken aan de Nederlandse Antillen en Aruba.

De uitgaven opgenomen in Begroting I gaan daarmee van 7 miljoen naar 39 miljoen euro. Dit leidt niet tot extra uitgaven op het totaal van de rijksbegroting. De naam van de nieuwe Begroting I wordt 'de Koning'. De nieuwe titel impliceert dat de uitgaven in deze begroting rechtstreeks samenhangen met de functie van het staatshoofd in het Nederlandse staatsbestel.