Europees Parlement veroordeelt geweld en opgelegde beperkingen media in Iran
De gebeurtenissen in Teheran van de afgelopen tien dagen hebben wereldwijd veel aandacht gekregen. Honderdduizenden Iraniërs zijn de straat op gegaan om te protesteren tegen de verkiezingsuitslag. Dit is het grootste protest sinds de val van de Sjah in 1979. Het Westen heeft het gebruik van geweld tegen de demonstranten en de beperkingen van de media veroordeeld. EP-Voorzitter Hans-Gert Pöttering vindt dat wij "een morele plicht hebben om onze ogen niet te sluiten voor dat wat er gebeurt".
De dood van studente Neda Salehi agha-Soltan, die gefilmd is en op internet is geplaatst, is inmiddels het gezicht van de Iranese opstand tegen President Ahmadinejad geworden. Het is niet bekend hoeveel dodelijke slachtoffers de protesten hebben gekost.
EU-regeringsleiders veroordelen het weren van journalisten
Op de Europese top van vorige week veroordeelden de EU-regeringsleiders "krachtig het gebruik van geweld tegen betogers, waarbij al doden zijn gevallen". Pöttering uitte in zijn toesprak op de top zijn diepe zorgen over het toenemende geweld in Iran. "Dit is extra bewijs van de ontoereikende rechtsstaat, in het bijzonder de beperkingen op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van demonstratie in Iran."
In een verklaring veroordelen de EU-leiders het "hardhandige optreden tegen journalisten, mediakanalen, communicatievoorzieningen en betogers, wat in contrast staat tot de vrij open en bemoedigende periode in de aanloop naar de verkiezingen".
Voor het Duitse parlementslid Angelika Beer (De Groenen), leider van de delegatie voor betrekkingen met Iran, is de verklaring van de Raad "niet toereikend" en zij gelooft persoonlijk dat het Europees Parlement en de Europese Unie nieuwe verkiezingen in Iran zouden moeten steunen.
Sleutelfiguren
-
-Ayatollah Ali Khamenei, hoogste leider sinds 1989. Stelt rechters en legerleiders aan.
-
-Mahmoud Ahmadinejad, president sinds 2005
-
-Hossein Mousavi, oppositieleider
-
-Jongeren: ongeveer de helft van de 71 miljoen inwoners is jonger dan 25 en bijna tweederde is jonger dan 30
Christa Prets, een Oostenrijks lid van de sociaal-democratische fractie en vicevoorzitter van de Iran-delegatie hoopt dat "de demonstranten zullen doorzetten. Na wat gebeurd is, kan het niet zo blijven als voorheen. De overheid zal niet in staat zijn om de druk van de bevolking te dragen die wordt versterkt door internationale druk."
Prets beschrijft de situatie als "een impasse" en beklemtoont dat de hoogste leider van Iran, Ali Khamenei, zich zou moeten realiseren dat een oplossing twee nieuwe kandidaten in een nieuwe verkiezing zou kunnen zijn. Over het bloedbad zei Prets dat er "internationale gevolgen" zouden moeten komen wanneer de Iranese overheid op zijn eigen mensen schiet.
" Brede steun onder de bevolking voor hervormingen"
Volgens Pöttering kan de EU "de indrukwekkende mobilisering van de burgermaatschappij die de straten van Teheran en andere Iranese steden de afgelopen dagen heeft ingenomen, niet negeren. Het weerleggen van de officiële verkiezingsresultaten wordt niet enkele door een kleine elite gedaan. Deze beweging wordt geleid door hervormers en heeft brede steun onder de bevolking."
De Beer is van mening dat Iran zich nu op een beslissend kruispunt bevindt: ofwel zal er een slachting plaatsvinden of er komt een nieuw Iran dat zich naar de wereld openstelt. Zij is vooral bezorgd dat "de mensen die voor hun vrijheid demonstreren, vermoord zullen worden" en "daarom kunnen wij de mensen niet in de steek laten". De Beer roept de internationale gemeenschap op om de burgermaatschappij in Iran te steunen.