Als tante Neelie maar niet boos wordt

Met dank overgenomen van K. (Krista) van Velzen i, gepubliceerd op dinsdag 1 december 2009, 3:51, column.

De Nederlandse defensie-industrie is enorm belangrijk. Tenminste, in de ogen van het Kabinet. In het echt valt de werkgelegenheid die deze tak van sport oplevert nogal tegen.

Het Kabinet geeft geen staatssteun, ook niet aan de oorlogsindustrie. Dat mag niet van tante Neelie en valt ook niet altijd even lekker bij het electoraat. Daarom is er besloten om meer dan 800 miljoen euro te 'lenen’ aan een club bedrijven die mee wilden liften op de aanstaande aanschaf van de Joint strike Fighter (JSF). Als de regering met de zak belastinggeld in de hand voor de JSF zou kiezen, zouden zij vast ook wel wat orders binnen kunnen slepen. Het geld van de belastingbetalers zou dan ook cent voor cent terug komen.

Althans, dat was de belofte. De belofte van Jan Peter.

En als de belofte van Jan Peter al niet hard was, dan was het wel de eis van PvdA-fractievoorzitter Hamer dat dit vliegtuig de belastingbetaler geen cent extra zou kosten ten opzichte van ‘kopen van de plank’. Dat wil zeggen: een vliegtuig kopen dat al ontwikkeld en te koop is.

Nog los van de vraag of Nederland een bijdrage aan de vrede kan leveren door nu miljarden te steken in een vliegtuig waar geen vijand voor te vinden is; we delen ons schaarse belastinggeld toch niet uit alsof het pepernoten zijn die over een maand taai en niet te eten zijn?

Vandaag kreeg ik een brief van de minister van Economische Zaken die over die 800 miljoen gaat. Ze wilde echt het geld terug vragen van die oorlogsbazen. Ze heeft ook een voorstel gedaan hoe dat zou moeten. Echt waar. Namens het hele Kabinet heeft ze de rekening gepresenteerd, namelijk dat de bedrijven tien procent van hun omzet moesten afdragen aan de Staat. Mag ik even cashen?

Maar toen werd de oorlogsindustrie boos. En toen durfde ze niet meer alleen, die mevrouw van Economische Zaken. En toen besloot ze er een scheidsrechter bij te halen. En die scheidsrechter mocht dan gewoon zelf beslissen wat het zou worden. Dan was het haar verantwoordelijkheid niet meer. Meer dan een jaar heeft die arbiter gekletst. En toen koost hij voor de gulden middenweg.

De afdracht werd minder dan 5 procent. Terwijl er toch echt tien procent nodig was om het geld van de belastingbetaler terug te halen. En nu moet die mevrouw van Economische Zaken dat even uitleggen aan de bevolking. Waar dat geld gebleven is. En dat het vooral geen staatssteun is. Want dan wordt tante Neelie boos..