Catherine Ashton: EU moet zich politiek meer doen gelden
Catherine Ashton i , de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlands beleid i , heeft Europarlementariërs woensdag verzekerd dat ze de juiste kwaliteiten voor haar baan had. Tijdens een gedachtewisseling met de buitenlandcommissie zei ze dat ze de EU zou helpen om zich politiek te laten gelden. In januari zal barones Ashton in een officiële hoorzitting nog vragen van Europarlementariërs moeten beantwoorden, omdat het Parlement haar benoeming - en die van de rest van de Commissie - moet goedkeuren.
Ashton zei dat ze geloofde in "stille diplomatie" en "vertrouwen opbouwen", en ze wilde "het verkeer liever in beweging houden" in plaats van het te doen stoppen. Ze voegde er echter aan toe dat, indien nodig, "de EU op de voorgrond moest treden en met luide stem moest spreken".
"We hebben een sterke reputatie in de wereld", merkte Ashton op, en ze benadrukte dat het buitenlands beleid van de EU op waarden is gebaseerd, en dat de Unie de grootste donor van humanitaire hulp en ontwikkelingshulp in de wereld is.
Met het Parlement gezamenlijk manieren van samenwerking ontwikkelen
In reactie op een vraag van José Ignacio SALAFRANCA (EPP, ES) zei Ashton dat de wijze waarop het Parlement en de Hoge Vertegenwoordiger zouden samenwerken, gezamenlijk moest worden bepaald. Ze was van plan om "naar de grootste gemene deler" tussen de 27 lidstaten te zoeken, in plaats van de "kleinste gemene deler". De Hoge Vertegenwoordiger vertelde de Parlementsleden dat ze rekende op hun deskundigheid.
Kristian VIGENIN (S&D, BG) vroeg naar de betrekkingen tussen de EU en Rusland, met name energiegeschillen en de situatie van de mensenrechten en de democratie. Ashton hield vol, dat een permanente dialoog met Rusland van cruciaal belang was.
Annemie NEYTS-UYTTEBROECK (ALDE, BE) waarschuwde voor institutionele oorlogen tussen de Raad en de Commissie over het beheer van het buitenlands beleid. Zij voegde eraan toe, dat de Europese dienst voor extern optreden (EEAS) de kans zou vormen "om een nieuwe vorm van diplomatie uit te bouwen". Ashton onderstreepte de noodzaak om van "de energie van roterende voorzitterschappen verstandig en duidelijk gebruik te maken".
"Geen verlengde van de Britse regering"
Ulrike LUNACEK (GREENS/EFA, AT) benadrukte dat "Europa behoefte had aan een sterke, verenigde stem, één gezicht, een duidelijk en transparant buitenlands en veiligheidsbeleid". Ashton stelde Europarlementariërs gerust: zij zou "geen verlengde van de Britse regering" zijn. Ze voegde eraan toe, dat ze er trots op was, dat ze in het VK en elders als pro-Europees bekend stond.
Charles TANNOCK (ECR, UK) uitte zijn bezorgdheid over Ashton's gebrek aan ervaring op het gebied van buitenlandse zaken en vroeg zich af waarom juist zij werd geselecteerd en niet anderen, die "beter gekwalificeerd" waren voor deze baan. Ashton zei dat de 27 staatshoofden en regeringsleiders haar hadden gekozen: "Mijn vaardigheden zijn geschikt voor dit werk", zei ze nog.
Sabine LÖSING (GUE/NGL, DE) waarschuwde voor mogelijke discriminatie van kleinere lidstaten bij de toewijzing van banen in de EEAS. Ashton was het eens dat kleinere lidstaten "zeer belangrijk" waren, en hun betrokkenheid bij de buitenlandse dienst en in andere projecten moest worden gewaarborgd.
Rol in campagne voor nucleaire ontwapening ondervraagd
David CAMPBELL BANNERMAN (EFD, UK) vroeg of Ashton in haar vroegere rol als penningmeester van de Campagne voor Nucleaire Ontwapening (CND) in de vroege jaren 1980, geld van enig land uit het Sovjetblok of van enige andere communistische bron had aangenomen. Ashton antwoordde dat ze nooit rechtstreeks geld van communistische landen had aangenomen.
Trans-Atlantische betrekkingen "strategisch belangrijk"
Ashton noemde de trans-Atlantische betrekkingen "strategisch belangrijk", en onderstreepte dat de NAVO en de lidstaten samen moesten werken wat de vraagstukken Afghanistan en het Midden-Oosten betrof. "Ten opzichte van Iran moeten we eenheid tonen", voegde ze eraan toe.
Met een "blanco vel papier" beginnen
Op een aantal specifieke vragen van Europarlementariërs - over de Nordstream-pijpleiding, betrekkingen met Latijns-Amerika of de wijze waarop de EEAS administratief zou functioneren, antwoordde Ashton dat het nog te vroeg was om een weloverwogen standpunt te geven. Ze keek ernaar uit om tijdens haar hoorzitting op meer kwesties in te gaan.
"Het zou voor u een voordeel kunnen zijn, dat ik met een blanco vel papier ben gekomen," zei Ashton aan het eind van de vergadering. Over haar nieuwe functie en de oprichting van de EEAS zei ze: "Dit is nog nooit eerder gedaan, en ik ben van plan om dit zo goed als ik kan te doen werken. Help mij alstublieft om het goed te doen".
Achtergrond
Volgens het Verdrag van Lissabon i, dat één dag vóór deze vergadering in werking is getreden, zal de Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ook de vicevoorzitter van de Europese Commissie zijn. Ze zal worden belast met de uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, daarin gesteund door de nieuwe Europese dienst voor extern optreden. Ook zal ze de vergaderingen van EU-ministers in de Raad buitenlandse zaken voorzitten.
Voorafgaand aan de benoeming door de Europese Raad (EU-staatshoofden en -regeringsleiders) van de nieuwe Commissie, inclusief haar vicevoorzitter belast met buitenlandse zaken, is de goedkeuring van het Europees Parlement nodig. De stemming daarover zal naar verwachting op 26 januari volgend jaar plaatsvinden, na de officiële hoorzittingen met de kandidaat-commissarissen door de bevoegde parlementaire commissies tussen 11 en 19 januari.
De gedachtewisseling met de commissie buitenlandse zaken heeft geen invloed op de uitkomst van Ashton's hoorzitting in januari.