Primeur in geschiedenis EU: nauwere samenwerking tussen 14 EU-landen bij grensoverschrijdende echtscheiding
Voor het eerst in de geschiedenis van de EU i maken de lidstaten gebruik van de procedure voor nauwere samenwerking om regels vast te stellen waardoor echtparen van verschillende nationaliteit kunnen kiezen welke wetgeving op hun echtscheiding van toepassing zal zijn. Het besluit tot vaststelling van nauwere samenwerking, dat de Europese Commissie i vijf maanden geleden heeft voorgesteld, is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU van 22 juli. Door het mechanisme voor nauwere samenwerking kan een groep van minstens negen landen maatregelen uitvoeren indien de 27 lidstaten i geen overeenstemming kunnen bereiken. In het hier bedoelde geval kunnen veertien EU-lidstaten een verordening vaststellen die echtparen rechtszekerheid biedt en voorkomt dat in geval van echtscheiding een "rush naar de rechter" ontstaat. Het resultaat van deze nieuwe regeling zal zijn dat echtparen niet langer de huidige vaak emotioneel en financieel zware procedures moeten ondergaan. De verordening moet op een komende vergadering van de Raad i door de veertien lidstaten worden goedgekeurd en kan dan in werking treden. De procedure geldt voorlopig voor de veertien deelnemende EU-lidstaten, maar andere landen kunnen zich op ieder ogenblik aansluiten.
"Deze eerste toepassing van de nauwere samenwerking is een grote stap vooruit in de richting van een EU die ten dienste van haar burgers staat. Liefde laat zich niet tegenhouden door grenzen of nationaliteit. Bijgevolg hebben vele internationale echtparen behoefte aan rechtszekerheid over hun situatie", aldus vicevoorzitter Viviane Reding i, commissaris voor Justitie, fundamentele rechten en burgerschap i. "Sommigen hebben de vrees uitgesproken dat de toepassing van nauwere samenwerking het einde zou kunnen zijn van de Europese integratie zoals wij die kennen, maar ik twijfel er niet aan dat dit precedent de Europese integratie zal verdiepen. Honderdduizenden internationale echtparen zullen van deze nieuwe regels gebruik kunnen maken. Het vorige voorstel werd gedurende vijf jaar door bureaucratische rompslomp geïmmobiliseerd, maar nu kunnen we met zekerheid zeggen dat de EU beschikt over de middelen om te zorgen voor een snelle toepassing van belangrijke wetgeving."
Het besluit van de Raad tot machtiging van nauwere samenwerking is op 12 juli 2010 door de regeringen van de EU goedgekeurd (IP/10/917) en op 22 juli in het Publicatieblad van de EU bekendgemaakt. De veertien deelnemende landen (Oostenrijk, België, Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Portugal, Roemenië, Slovenië en Spanje) zullen nu besprekingen aanvangen en vervolgens stemmen over het voorstel van de Commissie voor een verordening waarin nader is uitgewerkt welke regels voor internationale echtscheidingen gelden. De veertien landen moeten de verordening unaniem goedkeuren en het Europees Parlement raadplegen alvorens de verordening in werking kan treden.
Het voorstel heeft tot doel in geval van een echtscheidingsconflict de zwakkere partner te beschermen. Internationale echtparen zullen kunnen overeenkomen welke wetgeving van toepassing is op hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Indien het echtpaar geen overeenstemming kan bereiken, zullen de rechters een gemeenschappelijke formule kunnen toepassen om te beslissen van welk land de wetgeving van toepassing is. Echtparen zouden meer rechtszekerheid, voorspelbaarheid en flexibiliteit krijgen. Hierdoor zouden echtgenoten en kinderen gespaard blijven van gecompliceerde, langdurige en pijnlijke procedures.
De nieuwe regeling zal hulp bieden aan echtparen van verschillende nationaliteit die apart wonen in verschillende landen of samenleven in een ander land dan hun land van oorsprong. Het is duidelijk dat de EU maatregelen moet treffen: de 27 lidstaten telden in 2007 samen meer dan een miljoen echtscheidingen, waarvan 140 000 (13%) een "internationale" component omvatten.
Het Europees Parlement heeft het mechanisme voor nauwere samenwerking op 16 juni 2010 goedgekeurd (IP/10/747) en de EU-ministers van Justitie op 4 juni 2010 (MEMO/10/236).
De Commissie heeft de maatregel op 24 maart 2010 voorgesteld (IP/10/347) in antwoord op een verzoek van negen lidstaten die ontevreden waren over het feit dat de Raad geen voortgang maakte met een Commissievoorstel van 2006 (Griekenland had zich oorspronkelijk bij het initiatief aangesloten, maar heeft zijn verzoek later ingetrokken). Sindsdien hebben nog eens vijf landen (Duitsland, België, Letland, Malta en Portugal) verzocht om zich bij het EU-initiatief aan te sluiten (IP/10/628).
Andere landen die willen deelnemen, kunnen dat op ieder ogenblik doen. Krachtens het Verdrag van Lissabon i moeten zij eerst de Raad en de Commissie informeren.
Achtergrond
Overeenkomstig de EU-Verdragen kunnen negen of meer landen uit hoofde van de nauwere samenwerking voortgang maken met een belangrijke maatregel die door een kleine minderheid van lidstaten wordt geblokkeerd. Andere EU-lidstaten behouden het recht om zich aan te sluiten wanneer zij dat wensen (artikel 331 van het Verdrag betreffende de werking van de EU i).
Het eerste voorstel van de Commissie om echtparen van verschillende nationaliteit bij te staan, dateert van 2006, maar het plan kreeg niet de vereiste unanieme steun van de EU-regeringen. Het verordeningsvoorstel heeft geen uitwerking op de nationale echtscheidings- of huwelijkswetgevingen.
Voor nadere informatie, zie
MEMO/10/100
Het besluit van de Raad is te vinden op:
De voorstellen van de Commissie zijn te vinden op de Newsroom van Justitie en Binnenlandse Zaken:
Homepage van Viviane Reding, vicevoorzitter en commissaris voor Justitie, fundamentele rechten en burgerschap: