Informele Raad Energie: "De uitbouw van een modern en geïntegreerd Europees energienet"
Op 6 en 7 september 2010 heeft te Brussel de informele Energieraad plaatsgevonden. Tijdens deze informele vergadering van ministers kwamen drie thema’s aan bod: consumenten, netwerkinfrastructuur en energie-efficiëntie.
De besprekingen van de eerste dag hadden betrekking op de consumentgebonden aspecten van het Europese energiebeleid (zie
persmededeling van 6 september). De tweede dag was gewijd aan de uitbouw van een modern en geïntegreerd Europees energienet, de financiering ervan en aan energie-efficiëntie.
Onder het voorzitterschap van minister Magnette hebben de Europese ministers van Energie erop gewezen dat het nodig is een Europees
energienet uit te bouwen om de EU i-doelstellingen te kunnen halen op het vlak van hernieuwbare energie, bevoorradingszekerheid en
energieonafhankelijkheid. “De Europese Unie heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in het verbeteren van de werking van de markt, maar toch blijven er knelpunten bestaan. De integratie van de markt wordt afgeremd door een tekort aan interconnecties of door verschillen in de wetgevingen. Die verschillen leiden vaak tot lange termijnen bij de ontwikkeling van grensoverschrijdende projecten”, aldus de Voorzitter.
Vandaag heeft de Raad i de nadruk gelegd op de aanzienlijke behoefte aan investeringen in bevoorradingsinfrastructuur waarmee Europa wordt geconfronteerd. De voorspellingen in het referentiescenario van het IEA pleiten voor een gecumuleerde wereldwijde investering van $ 25,6 biljoen (20.000 miljard €) voor de periode 2008-2030. « Het is van fundamenteel belang dat wij nauw samenwerken met onze industrie en met de financiële instellingen om deze onontbeerlijke investeringen tot stand te brengen », zei minister Magnette bij de afsluiting van de debatten van de dag.
De Raad heeft tevens gepleit voor een grotere toenadering tussen de vergunningsprocedures. « Indien deze projecten, dankzij een vermindering van de administratieve lasten en een onderlinge toenadering van de planning- en vergunningsprocedures aantrekkelijker worden voor de privégeldschieters, zal het gemakkelijker zijn het nodige kapitaal bij elkaar te krijgen », gaf de Voorzitter van de Raad te kennen.
In de context van deze financiële behoeften, de energie- en klimaatuitdagingen en het belang van interactie met de industrie om een concurrerende Europese energiemarkt te vrijwaren, heeft minister Magnette, in naam van het Belgische EU-Voorzitterschap i, voorgesteld een « Energy Round Table Conference » te organiseren, waarbij alle sleutelactoren op het gebied van energie in Europa (uit de industrie, de financiële wereld en de overheid) betrokken zullen worden.
Tot slot van deze Informele Raad werd het onderwerp energie-efficiëntie aangesneden. « Dit is een van de belangrijkste instrumenten, die het mogelijk maken de energieomschakeling economisch leefbaar en sociaal aanvaardbaar te maken, en waarbij tegelijkertijd kwaliteitsvolle jobs worden gecreëerd », bracht minister Magnette in herinnering. Ook Vlaams minister voor Energie Freya Van den Bossche, die het debat hierover leidde, onderstreepte de noodzaak aan een doortastend Europees beleid op het vlak van energiebesparing. « Dat is niet alleen van belang om onze CO2-uitstoot te verminderen in de strijd tegen de klimaatverandering », zegt ze. « Het is ook een economische noodzaak en de beste manier om energiearmoede te bestrijden. »
Het Voorzitterschap onthoudt dat zowel de Commissaris als de lidstaten beseffen dat er nog aanzienlijke inspanningen moeten worden geleverd om de doelstelling van 20% te halen tegen 2020. « Gezien het onvermogen van de markt om voldoende financiële investeringen te realiseren, zullen er op het vlak van energie-efficiëntie meer publieke investeringen nodig zijn », zegt minister Magnette. De Commissie heeft beloofd om in het volgende « European Energy Energy Efficiency Action Plan » een antwoord te geven op dit onderdeel van het debat. Op het vlak van technologische innovatie, werden de ontwikkeling van het
initiatief smart cities en het Set Plan vaak aangehaald als essentiële elementen voor de ontwikkeling van Europese technologieën die op de wereldmarkten weten door te dringen.