Mensenrechten in Iran
Steniging, massa-executies, foltering, discriminatie van vrouwen en minderheden...men kan het zich bijna niet voorstellen welke mensenrechtenschendingen voorkomen in Iran. De situatie werd onlangs door de advocaat van Sakineh Mohammadi Ashtiani, Mohammad Mostafaei, geschetst in een vergadering van de parlementaire Subcommissie Mensenrechten i. Volgens Mostafaei gaat zijn land gebukt onder een "algemeen gebrek aan vrijheid": zelfs bloggen is een misdaad die op de doodstraf kan uitlopen.
Mohammad Mostafaei vertelde dat "Iran de mensenrechten duidelijk ondermijnt" met stenigingen, willekeurige opsluiting, executies van minderjarigen en massa-executies, discriminatie en folteringen. "Er is zelfs een vorm van slavernij voor vrouwen en kinderen. Bovendien worden het internet en satellietuitzendingen gefilterd". De situatie is zo erg dat "zelfs bloggen als een misdaad wordt beschouwd die op de doodstraf kan uitlopen".
Hij vroeg de landen waar de mensenrechten wél gerespecteerd worden om samen te werken en de hulp aan slachtoffers te coördineren, aangezien "het verdedigen van de mensenrechten één van de belangrijkste problemen is die de wereld moet aanpakken. Mensenrechten zijn immers belangrijker dan de nucleaire kwestie".
Verschillende sprekers beklemtoonden dat ook in andere staten de mensenrechten ernstig worden geschonden zoals in Saoedi-Arabië en China.
Vicevoorzitter van de Subcommissie Janusz W?adys?aw Zemke van de Socialisten&Democraten benadrukte echter dat hoewel de situatie in Iran zeer negatief is, "het land nog steeds niet kan vergeleken worden met bijvoorbeeld Noord-Korea dat volledig is geïsoleerd van de rest van de wereld". Hij verwees ook naar het protest van de oppositie bij de laatste verkiezingen en vroeg of de mensenrechtensituatie sindsdien verbeterd was. Mostafaei bevestigde dat duizenden mensen tegen de verkiezingsresultaten op straat zijn gekomen, maar dat de Iraanse regering "de protesten de kop indrukt door de financiële middelen van het land voor eigen doeleinden te gebruiken".
Het EP en Iran
Tijdens de eerste plenaire zitting van september keurde het voltallige Parlement een resolutie goed waarin het doodvonnis tegen de Iraanse Sakineh Mohammadi-Ashtiani streng werd veroordeeld. De parlementsleden vroegen de Iraanse autoriteiten om de beschuldigingen opzij te zetten en de zaak te herbekijken. Twee dagen na de goedkeuring van deze resolutie werd het doodvonnis door steniging opgeheven. Parlementsvoorzitter Jerzy Buzek reageerde voorzichtig: "we moeten waakzaam blijven en we pleiten nog steeds voor een volledig open dialoog met Iran omtrent mensenrechten".
REF. : 20101008STO86188