EU biedt slachtoffers mensenhandel amper onderdak
Slachtoffers van mensenhandel vinden in de Europese Unie i weinig bescherming, hoewel de wet die mogelijkheid wel biedt. De Europese Commissie i kwam maandag met die conclusie op de Europese Dag tegen de Mensenhandel. Binnen de EU vormt Nederland samen met België, Italië, Frankrijk en Duitsland een positieve uitzondering.
Een Europese richtlijn uit 2004 bepaalt dat slachtoffers van mensenhandel een tijdelijke verblijfsvergunning kunnen krijgen als ze aangifte doen en er vervolging wordt ingesteld. Maar van de honderdduizenden slachtoffers in de EU krijgt jaarlijks maar een fractie een tijdelijke verblijfsvergunning, concludeert eurocommissaris Cecilia Malmström.
Angst voor represailles
De Europese regels blijken in praktijk maar mondjesmaat te werken. Slachtoffers durven vaak geen aangifte te doen uit angst voor represailles.
Ze krijgen wel bescherming en een tijdelijke verblijfsvergunning als ze aangifte willen doen en het tot een zaak komt. Maar als de mensenhandelaar bij gebrek aan bewijs niet kan worden veroordeeld, vervalt ook de tijdelijke verblijfsvergunning.
Slachtoffers uitgezet
De slachtoffers vallen dan weer onder het gewone vreemdelingenrecht en worden in veel gevallen uitgezet. De kans dat ze vervolgens weer in het mensenhandelcircuit belanden is groot.
De huidige regels zijn volgens veel kenners te veel gericht op vervolging van de daders en te weinig op de bescherming van de slachtoffers.
Nieuw voorstel
In Nederland is de opvang van slachtoffers nog relatief goed geregeld, maar in het algemeen bieden de Europese regels te weinig effectieve bescherming. Daarom heeft de Europese Commissie inmiddels een nieuw wetsvoorstel ingediend.
Het voorstel voorziet in hogere straffen voor de daders en betere bescherming, verzorging en juridische bijstand voor de slachtoffers. Maar volgens critici is het pas een eerste aanzet.
In hun ogen moet de vervolging of veroordeling van de mensenhandelaars niet langer bepalend zijn voor de opvang van de slachtoffers.
