Vrouwenquotum is zo gek nog niet

Met dank overgenomen van E.M.J. (Lilianne) Ploumen i, gepubliceerd op vrijdag 12 november 2010.

Foto Flickr/ connor212

We leven in het jaar des Heren 2010. Zo'n veertig jaar geleden was ik er al uit. Vrouwen en mannen zijn niet hetzelfde, zeker niet, maar wel gelijkwaardig. Het streven naar evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in organisaties, in politiek vind ik vanzelfsprekend. Diversiteit op de werkvloer leidt ook nog eens tot betere kwaliteit - een bijkomend voordeel dat is inmiddels bewezen en onbetwist is. Vergelijk de hervormingen in het politieapparaat.

Persoonlijk heb ik weleens moeite gehad met opgelegde 'bij gelijke geschiktheid gaat onze voorkeur uit naar een vrouw'. Niks ergers voor een vrouw dan ergens voor aangenomen worden omdat je een vrouw bent - terwijl je gewoon 'fit for the job' bent (en moet zijn). Binnen mijn partij ontstaat ook regelmatig de discussie of wij bijvoorbeeld nog langer moeten vasthouden aan ons principe om de kandidatenlijst voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europarlement om en om met mannen en vrouwen samen te stellen. Nogal eens wordt gezegd dat dat niet meer van deze tijd zou zijn.

Diep in mijn hart was ik het daar wel mee eens - en ik heb dus ook wel eens gezegd dat we vanaf de volgende verkiezingen dit principe zouden kunnen loslaten. Maar daar ben ik van teruggekomen. Want ik raak er meer en meer van overtuigd dat het juist wél weer van deze tijd is. Bij de bordesscene vorige maand werd het nog eens pijnlijk duidelijk. Twee vrouwen op de tweede rij, en dan ook nog eens helemaal aan de randen van het kabinet. Ik weet dat de plaatsbepaling op het bordes via een ingewikkeld protocol tot stand komt, en geen voorbode hoeft te zijn van rol aan de zijkant - maar toch is het beeld blijven hangen. Kortom, het ziet er op dit moment allemaal niet zo rooskleurig uit. En daarom steun ik Neelie Kroes: een quotum is lang zo gek nog niet.