Vrijheid van meningsuiting

Dit recht is een klassiek grondrecht i dat iedereen toekomt. Het wordt onder andere gewaarborgd door art. 10 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheiden (EVRM i) en artikel 7 i van de Nederlandse Grondwet.

1.

Beperking mogelijk

Daar de uitoefening van dit recht plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.

Zo moeten bijvoorbeeld ambtenaren zich krachtens artikel 125a van de Ambtenarenwet onthouden van het openbaar maken van gedachten of gevoelens als daardoor een goede vervulling van hun eigen functie of het goede functioneren van de openbare dienst in gevaar zou komen.