Parlement keurt EU-brede bescherming misdrijfslachtoffers goed
Misdrijfslachtoffers die worden beschermd tegen hun agressors in een EU-lidstaat, kunnen een gelijke bescherming krijgen wanneer ze naar een andere lidstaat verhuizen, onder nieuwe regels die het Parlement dinsdag heeft aangenomen. Het Europees beschermingsbevel moet bescherming bieden aan slachtoffers van o.a. gendergerelateerd geweld, pesterijen, ontvoering, stalking of poging tot moord. De lidstaten zullen drie jaar krijgen om deze richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.
Maatregelen om slachtoffers van misdrijven tegen agressors te beschermen bestaan in alle EU lidstaten al, maar als het slachtoffer nu naar het buitenland verhuist, zijn ze niet meer van toepassing. Het Europees beschermingsbevel (European Protection Order - EPO) moet iedereen die beschermd wordt onder strafrecht in een EU-lidstaat in staat stellen om een soortgelijke bescherming te krijgen wanneer zij naar een andere lidstaat verhuizen. De richtlijn is al door de EU-lidstaten goedgekeurd.
EP-leden hebben vanaf het begin ervoor proberen te zorgen dat de regels van het beschermingsbevel van toepassing zijn op alle misdrijven, niet alleen op gendergerelateerd geweld. Tegenwoordig hebben de meeste beschermingmaatregelen betrekking op vrouwelijke slachtoffers van gendergerelateerd geweld, maar dit bevel kan ook bescherming bieden aan slachtoffers van het andere geslacht en andere misdrijven.
De regels bieden bescherming aan slachtoffers of mogelijke slachtoffers "van een misdrijf begaan door een ander persoon dat, op welke manier dan ook, zijn of haar leven, fysieke, psychologische en seksuele integriteit […] evenals waardigheid of persoonlijke vrijheid in gevaar kan brengen". Dergelijke handelingen zijn onder andere intimidatie, ontvoeringen, stalking en "andere vormen van indirecte dwang".
Agressors op afstand houden
Zodra een persoon op grond van het nationale strafrecht in een lidstaat bescherming wordt verleend, kan hij/zij een EPO aanvragen om de bescherming uit te breiden naar een andere lidstaat waar hij/zij naar toe wil verhuizen (of al verhuisd is). De eerste lidstaat moet het beschermingsbevel afgeven en naar de tweede lidstaat doorsturen.
Een EPO mag slechts worden afgegeven als de agressor in het eerste, oorspronkelijke land een verbod heeft gekregen om op plaatsen te komen waar de beschermde persoon verblijft of die hij/zij bezoekt, of als er beperkingen worden opgelegd aan contact tussen de agressor en de beschermde persoon.
Bescherming van familieleden
De EP-leden hebben er voor gezorgd dat een EPO ook kan worden aan gevraagd om familieleden te beschermen.
Nieuwe wetgeving voor burgerlijke zaken
Naast het EPO in strafzaken komt er aparte wetgeving voor burgerlijke zaken. In mei 2011 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening voor wederzijdse erkenning van bescherming in burgerlijke zaken. Ook daarover moeten het Parlement en de Raad het samen eens worden.