Meer zon door minder luchtvervuiling
DEN HAAG (PDC) - De hoeveelheid zonneschijn en het aantal dagen met veel zicht in het voorjaar en de zomer zijn sinds de jaren tachtig toegenomen. Volgens meteoroloog Arnout van Delden komt dat waarschijnlijk door een afname van de luchtvervuiling. Deze afname is in gang gezet door milieumaatregelen. Daarnaast heeft de recessie dit proces vanaf 2009 versterkt. Tijdens de crisis draait de industrie minder hard, deze sector is één van de bronnen van luchtvervuiling. In landen waar milieuvervuiling niet zo hoog op de agenda staat, als China en India, zijn dan ook tegenoverstellende effecten merkbaar.
Hoe luchtvervuiling een invloed kan hebben op zonneschijn en zicht, is een technisch verhaal. In het kort zou je kunnen stellen dat stofdeeltjes in de lucht, zoals zwaveldioxide (SO2), zonlicht reflecteren en groter worden bij de opname van vocht. Dit leidt tot verstrooiing van het licht, waardoor de zon er moeilijker doorheen komt.
Uit metingen blijkt dat de concentratie SO2 is in het midden van Nederland sinds 1980 enorm is afgenomen. Net als verschillende andere boosdoeners, zoals stikstofdioxide i (NO2). Uitstootbeperking in de industrie en het schoner maken van automotoren zijn hierin belangrijke maatregelen geweest. In dezelfde periode is de hoeveelheid zon met 25 procent toegenomen.
De verbeterde luchtkwaliteit zorgt dus aan de ene kant voor meer zicht en zonneschijn in het voorjaar en de zomer. Aan de andere kant, legde een Frans onderzoeksbureau vorig jaar een verband tussen de afname van luchtvervuiling en de daling van mist en nevel in het najaar en de winter. In de afgelopen decennia is het aantal mistige dagen in Europa gehalveerd. De vochtdruppeltjes hechten zich namelijk aan de stof- en rookdeeltjes. Minder luchtvervuiling betekent daardoor minder mist.