Heeft de crisis ook winnaars?: Vijf vragen aan Nederlandse economen

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op donderdag 17 mei 2012.

De economen

Rick van der Ploeg is voormalig staatssecretaris, publicist en hoogleraar economie aan de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Amsterdam.

Harry Huizinga is hoogleraar internationale economie aan de Universiteit van Tilburg en adviseert het IMF, de OESO en de Wereldbank.

Frank Kalshoven is econoom, columnist voor de Volkskrant en schrijver.

Europa zucht en steunt onder een economisch crisis. Het ene rampscenario volgt het andere op. Maar is het echt nodig om zo negatief te zijn? Zijn er niet ook winnaars? De Wereldomroep stelde vijf simpele vragen over de crisis aan drie Nederlandse topeconomen, in de hoop op eenvoudige antwoorden.

__________

Vraag 1: Bent u positief of negatief over de toekomst?

Rick van der Ploeg: Ik ben vrij somber over de Europese economie. De kans is groot dat Griekenland uit de euro zal moeten stappen. De Grieken zullen dan schulden hebben in euro’s, die ze moeten afbetalen in een munt die veel minder waard is. Maar ook Spanje staat op barsten. En in Nederland is een grote vastgoedcrisis ophanden. Ik verwacht grote klappen voor de Nederlandse economie. Over landen als Brazilië en China ben ik positief: daar gaat het fantastisch.

Harry Huizinga: Negatief. Europa zal lange tijd te maken hebben met een zeer beperkte economische groei, en daardoor kunnen veel andere problemen niet worden opgelost, zoals de enorme schulden. Zoals de zaak er nu voorstaat, is het eigenlijk niet op te lossen.

Frank Kalshoven: Op de langere termijn ben ik best positief. Wel moeten de komende jaren de schulden worden afgebouwd bij overheden, bedrijven, huishoudens. Dat zorgt voor een lagere economische groei, misschien zelfs krimp, en werkloosheid. Maar als we daar doorheen zijn, in 2016 of zo, maken we er met z’n allen weer iets moois van.

__________

Vraag 2: Wat is het grootste probleem dat moet worden overwonnen? En hoe gaan we dat doen?

Van der Ploeg: De bankencrisis. Het roekeloze lenen en beleggen van zowel investeerders als particulieren. De vraag is hoe we daar uitkomen. Probleem is dat het besef bij de Nederlandse politici nog niet is doorgedrongen dat Europa niet meer toonaangevend is.

Huizinga: De grootste barrière zijn de te hoge schulden, van landen, bedrijven en huishoudens. Daardoor is de crisis niet oplosbaar. De ultieme maatregel zou een hogere inflatie in Europa zijn, maar daar wil de Europese Centrale Bank nog niet aan.

Kalshoven: Het afbouwen van de schulden is het grootste probleem. Dat is een pijnlijk proces. Aan de verkiezingsuitslagen en de sociale onrust zie je hoe vervelend burgers het vinden als overheden de tering naar de nering zetten. Terwijl het ergste nog moet komen. We ain’t seen nothing yet. Hoe we dat moeten doen? Met vallen en opstaan, veel discussiëren en veel gedoe.

__________

Vraag 3: Wie zijn straks de winnaars en wie de verliezers?

Van der Ploeg: De winnaars zijn de starters op de woningmarkt. Jonge mensen die door de gezakte huizenprijzen makkelijker een huis kunnen kopen. Die hebben dan een beetje mazzel. Verliezers zijn diegenen die te dure beleggingen hebben gedaan. Oudere mensen van wie de huizen veel minder waard worden.

Huizinga: Er zijn geen winnaars, alleen verliezers. Het ligt ook aan de oplossing. Als er een hogere inflatie komt in Europa, zou je kunnen zeggen dat de zuidelijke landen de winnaar zijn, omdat hun schulden dan kleiner worden en ze concurrerender worden.

Kalshoven: Geen enkel land heeft hier voordeel van. Dat is een belangrijke les van deze crisis: alle landen hebben belang bij voorspoed bij de buren. China was altijd bedreigend voor Europa, zei men. Maar als het goed gaat met China, gaat het goed met Europa. Nu het slecht gaat met Europa, zie je dat de Chinese economie ook afkoelt. Individuele ondernemingen hebben wel iets te winnen bij de crisis. Nederlanders gaan nu bijvoorbeeld meer in eigen land op vakantie, dat is goed voor campingeigenaren. Grootste verliezers zijn mensen die hun baan kwijtraken, vooral als ze ook nog jong zijn en net een huis hebben gekocht. Dan kom je in een cascade van narigheid.

__________

Vraag 4: Waar moeten we op hopen bij de verkiezingen in Nederland?

Van der Ploeg: Op een coalitie van middenpartijen, die de hypotheekrente echt durft aan te pakken, en die de mensen langer laat doorwerken. Een sterke coalitie die hervormingen aandurft. Dan heb je niks aan populistische partijen.

Huizinga: We moeten hopen dat er een coalitie komt met een geloofwaardig begrotingsbeleid, waarmee we rond de 3 procent zullen uitkomen. Dit is geen dipje dat vanzelf weer beter wordt. Er moet echt beleid word gevoerd, want de problemen zijn structureel en niet conjunctureel.

Kalshoven: Ik ben voor een hervormingsgezind gezelschap. De partijen van de lentecoalitie passen daar prima bij, waarbij je desgewenst het CDA kan inruilen voor de PvdA. Van de vleugels moeten we het niet hebben.

__________

Vraag 5: Wat merkt u zelf van de economische crisis?

Van der Ploeg: Niet zoveel nog. Ik ben ambtenaar, dus ik krijg mijn salaris netjes uitbetaald. Ik woon in Londen. Daar stijgt de waarde van mijn huis. Maar mijn Nederlandse flatje wordt minder waard. Dat weegt tegen elkaar op. En ja, mijn pensioen zal tegenvallen.

Huizinga: Het effect voor mij is eigenlijk minimaal. De BTW gaat binnenkort met 2 procent omhoog, dus ik krijg net als alle Nederlanders te maken met een val van mijn besteedbaar inkomen.

Kalshoven: Persoonlijk merk ik er niet zoveel van. Het rendement op mijn pensioengeld is lager dan ik zou hopen. Ik maak me wel zorgen om mijn dochters. Die studeren dit jaar af en het is een heel lastig moment om nu de arbeidsmarkt op te gaan.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa