Overzicht initiatieven Europese Commissie voor economische groei en werkgelegenheid

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 27 juni 2012.

Op 28 en 29 juni komen de Europese staatshoofden en regeringsleiders bijeen om een akkoord te bereiken over het "Pact voor groei en werkgelegenheid", een uitgebreid pakket maatregelen om de groei en werkgelegenheid in de EU te stimuleren.

Dit pakket is een vervolg op significante maatregelen die de Europese Commissie de afgelopen jaren heeft genomen. Sinds de lancering van de Europa 2020-strategie twee jaar geleden, heeft de Commissie diverse initiatieven genomen om bij te dragen tot het bestrijden van de crisis, de groei aan te zwengelen en meer en betere banen in de EU te scheppen. Op dit scharniermoment voor de Europese integratie moeten alle zeilen worden bijgezet om de strategie voor een slimme, duurzame en inclusieve economie in de EU te concretiseren.

Dit bericht geeft een overzicht van de initiatieven die de Commissie heeft voorgesteld; de verwachting is dat de Europese Raad hieraan via het Pact voor groei en werkgelegenheid zijn volledige steun verleent.

Hieronder wordt nader ingegaan op enkele van die initiatieven:

Europa 2020-strategie

Europa 2020 is de EU-groeistrategie op lange termijn die twee jaar geleden door de Commissie is voorgesteld en door de Europese Raad is onderschreven. In grote lijnen worden daarin de EU-groeimotoren voor het komende decennium aangegeven, met het accent op nieuwe oplossingen en structurele hervormingen. Europa 2020, dat de beginselen van slimme, duurzame en inclusieve groei als uitgangspunt heeft, formuleert vijf kerndoelstellingen op het gebied van werkgelegenheid, onderzoek en innovatie, onderwijs, armoedebestrijding en klimaat/energie. Deze strategie blijft geldig en moet de lidstaten helpen om in het belang van eenieder dezelfde koers te volgen. De tenuitvoerlegging ervan is cruciaal om ons groeipotentieel te vergroten. Zij wordt aangestuurd door het beleidscoördinatiemechanisme van het Europees Semester.

Aanbevelingen per land

Elke lidstaat dient de Europa 2020-strategie op nationaal niveau vorm te geven via een jaarlijks hervormingsprogramma's dat de eigen uitdagingen weerspiegelt. Op grond van haar analyse van de nationale hervormingsprogramma's (betreffende het economisch en het werkgelegenheidsbeleid) en de stabiliteits- en convergentieprogramma's (betreffende de begrotingsstrategie) brengt de Commissie elk jaar 28 sets landspecifieke aanbevelingen uit - voor de 27 lidstaten afzonderlijk en voor de eurozone als geheel. Deze aanbevelingen slaan op de maatregelen die naar ons oordeel nodig zijn om de gestelde beleidsdoelen te bereiken, onder meer op het gebied van de productmarkten en de arbeidsmarkt, de pensioenen, onderwijs en belastingen, en het begrotingsbeleid. De aanbevelingen 2012 zijn bekendgemaakt op 30 mei en moeten op 28-29 juni door de Europese Raad worden goedgekeurd. Zij zullen vervolgens in juli formeel worden aangenomen door de Raad Ecofin.

"2-pack"-wetgevingsmaatregelen [ECFIN]

Deze twee ontwerpverordeningen zorgen voor een strakker gecoördineerd begrotingsbeleid in de eurozone. De voorstellen zijn door de Commissie ingediend op 23 november 2011 (zie MEMO/11/822). Zij bouwen voort op het zogeheten "sixpack" van maatregelen, dat op 13 december 2011 in werking is getreden (zie MEMO/11/898).

Het doel van de eerste ontwerpverordening is het begrotingstoezicht te versterken door een gemeenschappelijke timing en gemeenschappelijke regels vast te stellen die een actievere voorafgaande controle en beoordeling van de begrotingen van de landen van de eurozone mogelijk moeten maken. Deze vroegtijdige beoordeling moet voorkomen dat de begroting in één lidstaat ontspoort, met mogelijk gevolgen voor de economische partners. De tweede ontwerpverordening is bedoeld om het toezicht op de financieel meest kwetsbare landen van de eurozone te verbeteren.

Het "twopack" wordt momenteel onderzocht door het Europees Parlement en de Raad. De Commissie streeft ernaar een ambitieuze versie van de ontwerpen zo snel mogelijk te laten goedkeuren.

Verdieping van de interne markt [MARKT]

De Commissie heeft aansluitend op de goedkeuring van de Single Market Act op 13 april 2011 de beloofde 12 essentiële wetgevingsvoorstellen ingediend (zie IP/11/469 en MEMO/11/239, en tevens IP/12/187) en daarnaast nog 30 acties ondernomen om de groei en werkgelegenheid, en het vertrouwen in de interne markt te stimuleren. Het is essentieel dat de onderhandelingen over deze 12 "hefbomen" tegen het einde van het jaar worden afgerond.

Het resultaat zou zijn, dat ruim 21 miljoen ondernemingen en 500 miljoen consumenten in Europa kunnen profiteren van, bijvoorbeeld, een eengemaakte markt voor durfkapitaal, eenvoudiger boekhoudregels en lagere octrooikosten overal in Europa. Voor burgers zal het eenvoudiger worden om hun beroepskwalificaties te laten erkennen en aan de slag te gaan in een andere lidstaat. Daarnaast zullen er minder belemmeringen zijn voor het goederenverkeer en voor dienstenaanbieders om grensoverschrijdend te werken, dankzij een verdere harmonisering van de regels en normen en maatregelen waarbij hardnekkige, ongegronde beperkingen op het verstrekken van diensten worden opgeheven. Nieuwe vormen van geschillenregeling zullen ertoe bijdragen dat consumenten meer kunnen profiteren van de mogelijkheden van de digitale interne markt, waardoor de elektronische handel met niet minder dan 2,5 miljard EUR zou kunnen groeien.

Opdat de eengemaakte markt het potentieel zou kunnen waarmaken, is naast een goede regelgeving, ook een andere benadering van de governance nodig. Daartoe zijn in de loop van de jaren diverse praktische instrumenten en netwerken gecreëerd. In haar recente mededeling "Een beter bestuur van de interne markt" stelt de Commissie voor om vooral te focussen op sectoren met het grootste groeipotentieel (zie IP/12/587 en MEMO/12/427). 2012-2013 zijn de aangewezen sectoren de diensten en de netwerkindustrieën. Op deze gebieden roept de Commissie de lidstaten op tot nultolerantie wat laattijdige of onjuiste omzetting van richtlijnen betreft. De Commissie zal van haar kant meer bijstand bij de omzetting verlenen om mogelijke problemen weg te werken.

De Commissie stelt tevens maatregelen voor om de werking van de dienstensector te verbeteren, die - gelet op het feit dat de dienstenrichtlijn betrekking heeft op ruim 45 % van het bbp van de EU - vitaal is en een strategische rol moet spelen in het aanzwengelen van de economische groei (zie IP/12/587 en MEMO/12/429), in het bijzonder de zakelijke diensten, de bouw en het toerisme. Een economische analyse op basis van de vooruitgang die de lidstaten hebben geboekt in de uitvoering van de dienstenrichtlijn, toont aan dat de verdere uitvoering ervan over de volgende 5 tot 10 jaar een bijkomende stijging met 0,8 % van het Europese bbp zal opleveren. Dit kan oplopen tot 2,6 % als de lidstaten zich ambitieuzer tonen wat betreft het openstellen van de diensten die onder de richtlijn vallen.

Dit jaar viert de interne markt zijn 20e verjaardag. In aansluiting op de Akte voor de interne markt zal de Commissie tegen eind 2012 een tweede set maatregelen voorstellen om de versnippering van de markt verder terug te dringen en de bestaande obstakels voor het dienstenverkeer, innovatie en creativiteit uit de weg te ruimen. De "Akte voor de interne markt 2", die in het najaar van 2012 goedgekeurd zou moeten worden, zal nieuwe stimulansen geven aan de groei, het concurrentievermogen en de sociale vooruitgang. De Commissie zal in oktober 2012 de "New growth"-week organiseren, in het kader waarvan ook het tweede jaarlijkse Single Market Forum zal plaatsvinden, om over alle aspecten van de toekomst van de interne markt ideeën uit te wisselen.

Nadere informatie:

Akte voor de interne markt: http://ec.europa.eu/internal_market/smact/

Brochure Single Market Act: Together for new growth

De digitale interne markt [CNECT]

Het voorbije jaar is een aantal belangrijke maatregelen genomen, sommige met onmiddellijk effect, zoals een nieuwe verordening voor mobiele roaming (zie MEMO/12/316), een verordening om de elektronische handtekening te harmoniseren en eID's interoperabel te maken (zie IP/12/558) en plannen om de elektronische handel uit te breiden (zie IP/12/10). Deze maatregelen zijn bedoeld om de digitale economie te ondersteunen, die met 12 % per jaar groeit.

Om een werkelijke digitale interne markt te bewerkstelligen, zijn aanvullende regelgevende maatregelen nodig. Breedband met hoge snelheid, zoals voorgesteld in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF, zie IP/12/583), is de basis en cloud computing de architectuur voor deze ontwikkeling.

Een EU-strategie inzake cloud computing, steunend op de voorgestelde nieuwe privacyregels, zal de komende weken worden gelanceerd; bedoeling is om tegen 2015 twee miljoen nieuwe banen in Europa te scheppen.

In aansluiting daarop zullen initiatieven worden genomen om de regels te harmoniseren inzake auteursrechten, elektronische betalingen, elektronische aanbestedingen, elektronische facturen en internetveiligheid.

De inzet van de digitale interne markt is het waarborgen van het Europese concurrentievermogen op lange termijn. De huidige en toekomstige voorstellen zijn essentieel om, bijvoorbeeld, de maakindustrie in Europa te houden, de gezondheidszorg houdbaar te maken en de overheidstekorten terug te dringen. Zonder geharmoniseerde regels zouden er geen standaarden, interoperabiliteit en gemeenschappelijke rechtspraktijken zijn die voor een grotere productiviteit zorgen, net zoals de 3G-standaard voor mobiele telefonie ervoor zorgt dat Europa sinds de jaren '90 van de vorige eeuw koploper is in die sector, die jaarlijks wereldwijd goed is voor 250 miljard EUR.

Regels en voorschriften

In de EU-groeistrategie "Europa 2020" wordt het belang beklemtoond van een bedrijfsvriendelijkere omgeving, die onder meer moet worden tot stand gebracht via slimme regelgeving en een verlichting van de administratieve lasten om de Europese ondernemingen op wereldvlak concurrerender te maken. Afgelopen november lanceerde de Commissie een initiatief om de formaliteiten te verminderen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), en om de EU-regelgeving aan te passen ten behoeve van zeer kleine ondernemingen (zie IP/11/1386). Kmo's leveren een belangrijke bijdrage aan de economische groei, maken 99 % van alle ondernemingen uit en zorgen voor ruim twee derde van alle banen in de privésector. De gehele EU-economie kan alleen maar gebaat zijn bij een ontsluiting van hun groeipotentieel.

Het aanpakken van overdreven administratieve lasten door de Commissie is reeds in het vorige decennium begonnen. Daartoe stelde zij in januari 2007 een actieplan ten behoeve van het bedrijfsleven voor dat een vermindering van de formaliteiten uit de EU-wetgeving met 25 % tegen 2012 als streefcijfer vooropstelde. De Europese Raad schaarde zich in maart 2007 achter dit plan. Het ondernemingsklimaat verbeteren door de formaliteiten te verminderen is een gezamenlijk doel dat alleen kan worden bereikt als de EU-instellingen en de lidstaten de handen in elkaar slaan.

De door de Europese Commissie reeds voorgestelde maatregelen zorgen voor een vermindering met ongeveer een derde, of een besparing van ruim 40 miljard EUR. Een Commissievoorstel om elektronische facturering voor btw-doeleinden in te voeren, zou voor de 22 miljoen btw-plichtige ondernemingen in de EU een besparing van 18,4 miljard EUR kunnen betekenen (zie IP/10/1645), en een ander voorstel van februari 2009 beoogt zeer kleine ondernemingen vrij te stellen van de regels inzake financiële verslaglegging, waardoor circa 6,3 miljard EUR zou kunnen worden bespaard (zie IP/09/328).

Energiemarkt [ENER]

De lidstaten hebben zich gecommiteerd aan het voltooien van de interne markt voor energie tegen 2014. Voor een operationele interne markt die bevorderlijk is voor investeringen, in productie en in infrastructuur, in hernieuwbare energie en in energie-efficiëntie, is rechtszekerheid nodig.

De kern van het rechtskader op dit gebied wordt gevormd door de EU-wet- en -regelgeving betreffende de interne energiemarkt. Het gaat hierbij om essentiële voorschriften voor een goede werking van de energiemarkten, het vaststellen van nieuwe "ontvlechtings"-regels en het bevorderen van grensoverschrijdende investeringen.

Bij de richtlijn hernieuwbare energie zijn voor elke lidstaat bindende doelstellingen bepaald, die tegen 2020 tot een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen met in totaal 20 % moeten leiden. In de recente mededeling van de Commissie over de strategie inzake hernieuwbare energiebronnen worden de beleidsopties voor de integratie van hernieuwbare energie in het Europese systeem na 2020 reeds verkend (zie IP/12/571).

De zopas door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde richtlijn energie-efficiëntie is erop gericht de lidstaten aan te zetten tot een doeltreffender energiegebruik in alle stadia van de energieketen, van de omzetting en distributie van energie tot het eindverbruik (zie MEMO/12/433).

Naast rechtszekerheid heeft de grensoverschrijdende markt, vooral in economisch onzekere tijden, ook financiële prikkels nodig om zich te ontwikkelen. Uit het energieonderdeel van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zullen projecten worden gefinancierd die de ontbrekende schakels in de Europese energieketen tot stand brengen. Er is voorgesteld om 9,1 miljard EUR te investeren in trans-Europese infrastructuur (zie IP/11/1200 en MEMO/11/710).

Innovatie: investeren in groei en jobs [RTD]

De "Innovatie-unie"-strategie van de Europese Commissie moet voor een sterkere concurrentiepositie en meer banen zorgen door de financiering en de kadervoorwaarden van innovatie te verbeteren. Via het huidige EU-kaderprogramma voor onderzoek, KP7, wordt gespreid over 7 jaar 55 miljard EUR in onderzoek en innovatie geïnvesteerd, onder andere via rechtstreekse steun aan circa 17 000 kmo's. De KP7-financieringsfaciliteit met risicodeling (RSFF) werkt als een hefboom en heeft ruim 10 miljard EUR aan particuliere investeringen in innovatie gemobiliseerd, in samenwerking met de Europese Investeringsbank, waarvan minstens 1 miljard EUR voor kmo's. Nog in het kader van KP7 zorgen publiek-private-partnerschappen ervoor dat Europa toonaangevend kan zijn inzake speerpunttechnologie, bijvoorbeeld op het gebied van innovatieve geneesmiddelen, groene vliegtuigen, nano-elektronica en ingebedde computersystemen.

De Commissie zal in juli aanbevelingen uitbrengen voor de voltooiing van de Europese onderzoeksruimte (ERA), om optimale voorwaarden te creëren voor pan-Europees onderzoek en innovatie, belemmeringen voor de mobiliteit van onderzoekers en ideeën in heel Europa weg te nemen en de banden tussen universiteiten en het bedrijfsleven te versterken. De EU-lidstaten werken momenteel samen in 10 gezamenlijke onderzoeksprogramma's om grote uitdagingen aan te pakken, zoals een behandeling voor de ziekte van Alzheimer, en investeren in 48 prioritaire projecten op het gebied van onderzoeksinfrastructuur, bijvoorbeeld voor klinisch onderzoek, biodiversiteit en zonne-energie. De uitvoering van 10 van deze projecten is thans bezig, en met nog eens 16 zal dit jaar worden begonnen.

Het voorstel van de Commissie in het kader van Horizon 2020 (zie MEMO/11/848) is om de EU-financiering voor innovatie op te trekken tot 80 miljard EUR in de volgende begroting. In deze nieuwe, vereenvoudigde strategie zullen alle EU-steunmaatregelen voor onderzoek tot commercialisering worden bijeengebracht, en nieuwe kansen worden geboden aan snelgroeiende, vernieuwende ondernemingen.

Voor nadere informatie over de innovatie-unie: http://ec.europa.eu/research/innovation-union/index_en.cfm

Voor nadere informatie over Horizon 2020: http://ec.europa.eu/research/horizon2020/index_en.cfm?pg=home

Hervorming van het Europees octrooi [MARKT]

Op de Europese Raad van 28-29 juni zou een definitief akkoord moeten worden bereikt over één van de belangrijkste ‑ al lang aanslepende ‑ dossiers voor het stimuleren van innovatie: de invoering van een waarlijk Europees octrooistelsel, dat een Europees eenheidsoctrooi en een gemeenschappelijk octrooigerecht omvat. De basis van het voorgestelde stelsel is versterkte samenwerking (see IP/11/470). De Raad is het over alles eens, behalve over de zetel van het gerecht.

Het eenheidsoctrooi zal het eenvoudiger en goedkoper maken om innovaties in Europa te beschermen, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het zal gelden in 25 lidstaten en verkregen worden op grond van één enkele aanvraag en zonder additionele administratieve formaliteiten. Spanje en Italië nemen niet aan het intensievere samenwerkingsverband deel, maar kunnen overeenkomstig het Verdrag op eender welk moment na de introductie tot het nieuwe stelsel toetreden.

Het octrooi zal een belangrijke stap zijn voor de EU om de kloof met de VS en China te dichten: een octrooi verkrijgen in alle lidstaten kan tot 36 000 EUR kosten, tegenover 2000 EUR in de VS en slechts 600 EUR in China.

Een eenvoudiger octrooistelsel in Europa is van cruciaal belang om innovatie en investeringen in onderzoek en ontwikkeling te bevorderen. Zo zal het vereenvoudigd vertaalregime van het eenheidsoctrooi voor aanvragers een kostenbesparing betekenen die in vergelijking met de huidige situatie tot 80 % kan oplopen, waardoor zij meer middelen kunnen spenderen aan onderzoek.

Nadere informatie:

http://ec.europa.eu/internal_market/indprop/patent/index_en.htm

Het kapitaal van de EIB [ECFIN]

De EU beschikt met de Europese Investeringsbank (EIB) over een machtige instelling om groei en werkgelegenheid te ondersteunen. De EIB, die een leencapaciteit van verschillende keren die van de Wereldbank heeft, speelt een belangrijke rol bij het bestrijden van de crisis sinds 2008. De grenzen van wat zij met haar huidige kapitaal kan doen, zijn evenwel bereikt. Om haar in staat te stellen een grotere bijdrage te leveren aan groei en banenschepping, is een kapitaalverhoging door de aandeelhouders ‑ de lidstaten ‑ nodig. Voorzitter Barroso heeft daartoe reeds in zijn State of the Union van 2011 een oproep gedaan (zie SPEECH/11/607).

Een verhoging van haar gestorte aandelenkapitaal met 10 miljard EUR zou de EIB in staat stellen om de komende drie tot vier jaar 60 miljard EUR extra aan leningen te verstrekken, wat op zijn beurt andere financiers zou aantrekken en er in totaal 180 miljard EUR in nieuwe projecten zou kunnen worden geïnvesteerd. Daarenboven stellen de Commissie en de EIB voor de EU-begroting als hefboom te gebruiken voor financieringen door de EIB-Groep, via risicodelingsinstrumenten. Daarbij kan men zich baseren op bestaande regelingen voor onderzoek en innovatie, op projectobligaties voor infrastructuur en op de Structuurfondsen voor de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen.

Voorzitter Barroso en EIB-voorzitter Hoyer hebben in een brief aan de leden van de Europese Raad van 21 juni (zie MEMO/12/470) een dergelijke kapitaalverhoging voorgesteld.

Projectobligaties [ECFIN]

Op 19 oktober 2011 diende de Commissie een wetgevingsvoorstel in voor een projectobligatie-initiatief met als tweevoudig doel de projectobligatiemarkten nieuw leven in te blazen en de initiatiefnemers van infrastructuurprojecten te helpen om langlopende privéfinanciering aan te trekken (zie IP/11/236 en MEMO/11/707).

De Commissie zal in 2012-2013 een experiment uitvoeren binnen het huidige meerjarig financieel kader. Het is gebaseerd op een aanpassing van de verordening betreffende de trans-Europese netwerken (TEN) en het besluit betreffende het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en wordt tot een maximum van 230 miljoen EUR gefinancierd uit de begrotingsonderdelen voor deze programma's. Het Europees Parlement en de Raad zullen in juli over het voorstel stemmen. Naast de in totaal 230 miljoen EUR uit de begroting, zal ook de EIB voor financiering zorgen. De Commissie schat dat er, rekening houdende met het multiplicatoreffect en de verhoging van de kredietwaardigheid, in de experimentfase tot 4,6 miljard EUR voor investeringen kan worden gemobiliseerd via projectobligaties. Dit instrument zal volledig worden geïntegreerd in de Connecting Europe-faciliteit voor 2014-2020.

Gebruik van de Structuurfondsen [REGIO/EMPL]

In het kader van het cohesiebeleid - het belangrijkste groei-investeringsinstrument van de EU - heeft de Europese Commissie sinds april 2009 in totaal 11,25 miljard EUR voorschotten aan krap bij kas zittende lidstaten betaald om snel te kunnen investeren in groeibevorderende projecten.

Tevens geldt sinds 2011 voor de zogeheten programmalanden, die bijzondere macro-economische bijstand ontvangen (momenteel Portugal, Roemenië, Letland, Ierland en Griekenland), de mogelijkheid om het nationale medefinancieringsaandeel met 10 procentpunten te verminderen zodat zij hun bijdrage aan de verwezenlijking van projecten gemakkelijker kunnen betalen. Om de besluitvorming inzake projecten te versnellen, is voorafgaande goedkeuring door de Commissie alleen vereist voor projecten van meer dan 50 miljoen EUR in totaal (tot juni 2010 bedroeg deze drempel 25 miljoen EUR).

De procedures zijn op verschillende manieren vereenvoudigd om projecten gemakkelijker te kunnen realiseren en aan de nieuwe lidstaten is bijzondere administratieve bijstand verleend om hun systemen met de EU-regels in overeenstemming te brengen. Actieteams van de Commissie zijn van februari tot mei 2012 in de 8 lidstaten met de hoogste werkloosheid onder jongeren (Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Portugal, Slovakije en Spanje) actief geweest om hen bij te staan bij het herschikken van middelen uit de Structuurfondsen voor ongeveer 7,3 miljard EUR, waarvan ruim 460 000 jongeren hebben geprofiteerd (zie MEMO/12/100, resultaten van de actieteams).

In Griekenland is een lijst van ongeveer 181 grote, prioritaire projecten opgesteld. Daarmee is een investeringsbedrag van in totaal 115 miljard EUR gemoeid en mogelijkerwijs tot 110 000 nieuwe banen (zie IP/12/549).

EU-begroting voor groei en werkgelegenheid [BUDG]

Het voorstel van de Commissie voor de begrotingsperiode 2014-2020 is erop gericht de toekomstige EU-begrotingen nog meer te concentreren op economische groei en banenschepping. Hoewel er wat de totale bedragen betreft sprake is van een bevriezing ten opzichte van de overeengekomen maxima voor 2013, wordt in het kader van het volgende meerjarig financieel kader (MFK) aangedrongen op een verhoging van de middelen voor die gebieden die de Europese economie kunnen aanzwengelen (zie IP/11/799).

Duurzame economische groei begint op het lokale en regionale niveau. De substantiële bedragen die voor economische, sociale en territoriale samenhang worden uitgetrokken (376 miljard EUR voor de hele periode), zullen nauwer worden gelinkt aan de doelstellingen van Europa 2020. Nieuwe voorwaarden moeten ervoor zorgen dat de EU-financiering resultaatgericht wordt verstrekt en dat krachtige prikkels aan de lidstaten worden gegeven om op de daadwerkelijke verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen toe te zien. Met elke lidstaat zal een partnerschapscontract worden gesloten om ervoor te zorgen dat nationale en EU-financiering elkaar wederzijds versterken.

Een nieuw fonds, de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen ("Connecting Europe"), is bedoeld om infrastructuurprojecten een grotere pan-Europese waarde te geven (zie IP/11/1200). De faciliteit, die 50 miljard EUR groot is, omvat een eerste lijst van vervoers-, energie- en ICT-projecten die de interconnectiviteit in Europa vergroten. Deze groeibevorderende verbindingen zullen de toegang tot de interne markt verbeteren en het isolement van sommige economische "eilanden" doorbreken. De financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen biedt mogelijkheden om innovatieve financieringsinstrumenten te gebruiken waarmee sneller grotere investeringen kunnen worden aangetrokken dan met overheidsmiddelen alleen. De Commissie zal een lans breken voor het gebruik van EU-projectobligaties om deze belangrijke projecten te helpen realiseren.

De investeringen in onderzoek en innovatie zullen de komende zeven jaar aanzienlijk worden verhoogd. Een gemeenschappelijke EU-strategie, "Horizon 2020" getiteld, met een budget van 80 miljard EUR moet de wereldwijde concurrentiepositie van Europa versterken en bijdragen tot het creëren van banen en toekomstgerichte ideeën. Alle projecten op dit gebied zullen onder deze noemer worden verzameld, om fragmentatie te vermijden en te verzekeren dat door de EU gefinancierde projecten complementairder zijn met de nationale inspanningen en voor de nodige coördinatie zorgen (zie MEMO/11/848).

De Commissie stelt eveneens voor om de onderwijs- en beroepsopleidingsprogramma's uit te breiden. Om een einde te maken aan de versnippering die de huidige instrumenten kenmerkt, wordt een geïntegreerd programma van 15,2 miljard EUR voor onderwijs, opleiding en jeugd voorgesteld, met het accent op de ontwikkeling van vaardigheden en mobiliteit.

Werkgelegenheid aanzwengelen [EMPL]

Het werkgelegenheidspakket (zie IP/12/380 en MEMO/12/252) dat de Commissie op 18 april voorstelde, omvat een agenda op middellange termijn voor de EU en de lidstaten om een banenrijk herstel te ondersteunen. Er wordt bij de lidstaten op aangedrongen zich te concentreren op het scheppen van banen in de gezondheidssector, informatie- en communicatietechnologie en activiteiten om de vervuiling en koolstofemissies terug te dringen. Tevens worden de lidstaten opgeroepen om arbeid minder en milieuschadelijke producten meer te belasten. De Commissie zal de lidstaten daarbij aansporen en helpen om de EU-fondsen beter te benutten, met name het Europees Sociaal Fonds, dat investeert in vaardigheden, onderwijs, hulp bij het zoeken naar werk en sociale inclusie. Het Europees Sociaal Fonds zorgt jaarlijks direct voor gemiddeld 2 miljoen banen en draagt via opleiding onrechtstreeks bij tot andere werkgelegenheid.

Arbeidsmobiliteit [EMPL]

De Commissie beijvert zich voor mobiliteit op een echt Europese arbeidsmarkt.

Een grotere arbeidsmobiliteit vereist dat vooruitgang wordt geboekt inzake het opheffen van wettelijke en praktische obstakels voor het vrije verkeer van werknemers, en de Commissie heeft voorstellen gedaan om, bijvoorbeeld, de overdraagbaarheid van pensioenen (zie MEMO/05/384), de fiscale behandeling van grensarbeiders of de kennis van de rechten en plichten te verbeteren.

Om aanbod en vraag beter op elkaar af te stemmen zodat werkzoekenden uit de ene lidstaat die over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken vacatures in andere kunnen opvullen, wil de Commissie het EURES portaal voor beroepsmobiliteit uitbouwen tot een waarlijk Europees instrument voor arbeidsbemiddeling en plant zij (vanaf 2013) innoverende online-applicaties waarmee gebruikers onmiddellijk zelf op de kaart kunnen zien waar in Europa zich arbeidskansen voordoen. Sinds 21 mei biedt het proefproject "Uw eerste Eures-baan" jongeren tussen 18 en 30 jaar uit eender welke lidstaat die op zoek zijn naar werk in een andere lidstaat, de mogelijkheid om informatie en hulp in te winnen en financiële steun aan te vragen om te solliciteren of een opleiding te volgen. Het is de bedoeling om in een eerste projectfase de grensoverschrijdende mobiliteit te verbeteren voor 5000 jongeren.

Fiscaal beleid [TAXUD]

Belastingheffing wordt traditioneel in de eerste plaats gezien als een middel om de ontvangsten te vergroten. Men mag echter ook de gevolgen voor de economische concurrentiepositie, de werkgelegenheid en de groei niet uit het oog verliezen.

In het Europees Semester 2012 heeft de Commissie zich toegespitst op het groeivriendelijker maken van de belastingsstelsels van de lidstaten, bv. door de belastingdruk te verleggen van arbeid naar milieuheffingen (zie de aanbevelingen per land).

Op EU-niveau heeft de Commissie de "energiebelastingrichtlijn" (EBR) voorgesteld, die deze verschuiving zou ondersteunen, de groene economie aanzwengelen en bijdragen tot de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU (zie IP/11/468). De tenuitvoerlegging van de EBR zou tot 1 miljoen nieuwe banen kunnen creëren tegen 2030.

Om het ondernemingsklimaat te verbeteren, heeft de Commissie in maart 2011 de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) voorgesteld (zie MEMO/11/171). Dit zou grensoverschrijdende bedrijvigheid veel goedkoper en eenvoudiger maken, dankzij een gemeenschappelijke berekeningsgrondslag en één loket. Andere recente EU-initiatieven om een concurrerender ondernemingsklimaat te creëren, betreffen dubbelbelasting (zie IP/11/1337) en een nieuwe btw-strategie (zie IP/11/1508).

Een Europese belasting op financiële transacties (FTT), waarvoor via intensievere samenwerking vooruitgang wordt geboekt, zou een belangrijke bron van nieuwe inkomsten kunnen zijn en een bijdrage kunnen leveren tot grotere financiële stabiliteit en een herstel van het vertrouwen in het bankwezen (zie IP/11/1085).

Om de miljarden euro's te recupereren die in de EU verloren gaan als gevolg van belastingontduiking en fraude, heeft de Commissie een reeks concrete maatregelen gesuggereerd die op nationaal, Europees en internationaal vlak kunnen worden genomen (zie IP/12/697 en MEMO/12/492), en zal zij tegen eind 2012 een gemeenschappelijke benadering van belastingparadijzen en agressieve fiscale planning uiteenzetten.

Het voorstel voor een aangescherpte EU-belastingrichtlijn voor spaartegoeden en mandaten om te onderhandelen over strengere belastingovereenkomsten betreffende spaartegoeden met 5 landen van buiten de EU (zie MEMO/12/353) liggen momenteel op tafel bij de Raad, en de Commissie dringt erop aan dat zij snel worden goedgekeurd zodat de EU haar positie tegen ontduiking kan substantieel kan verbeteren.

Handel [TRADE]

Buitenlandse handel is een belangrijke motor in het Europees plan voor economisch herstel. Het openstellen van markten via vrijhandelsovereenkomsten is cruciaal om economische groei en werkgelegenheid te bewerkstelligen. De Europese inspanningen om de Doha-ronde te voltooien ten spijt, is de vooruitgang op multilateraal niveau bijzonder traag. Daarom richt de EU nu haar pijlen op nieuwe vrijhandelsonderhandelingen en op de afronding van de lopende onderhandelingen: de overeenkomst met Zuid-Korea is op 1 juli 2012 precies één jaar oud, en heeft in 2011 gezorgd voor een toename van de EU-export naar Zuid-Korea met 16 %. Commissaris De Gucht heeft er een prioriteit van gemaakt de onderhandelingen met Canada en met Singapore ‑ de toegangspoort tot Zuidoost-Azië ‑ af te ronden. In die laatste regio onderhandelt de EU ook met India en Maleisië, en heeft zij recentelijk handelsonderhandelingen aangeknoopt met Vietnam (zie IP/12/689). De EU bekijkt met China de mogelijkheid om onderhandelingen te beginnen over een investeringsovereenkomst en de Commissie zal binnenkort aan de lidstaten een mandaat vragen om onderhandelingen te starten met Japan. De Amerikaanse President Obama, Commissievoorzitter Barroso en voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy hebben, met het oog op de creatie van een transatlantische handelsruimte, recentelijk hun voldoening uitgesproken over de voortgang inzake het tussentijds verslag van de EU/VS-werkgroep op hoog niveau voor werkgelegenheid en groei (zie MEMO/12/462). Dit jaar zijn er handelsakkoorden gesloten met Peru, Colombia (zie IP/12/690) en Midden-Amerika, en de onderhandelingen zijn onderweg met onze Latijns-Amerikaanse partners in Mercosur. Ook in onze onmiddellijke omgeving, zowel naar het zuiden als naar het oosten, worden de banden aangehaald en recentelijk is een ambitieuze overeenkomst met Oekraïne afgerond.