De dure les van 2006

Met dank overgenomen van E.G.M. (Emile) Roemer i, gepubliceerd op maandag 3 september 2012, 0:43, column.

2006 - Toen kwam ik in de Kamer. Samen met 24 andere SP'ers. Wat een feest. 'De socialen voorbij de liberalen', juichte Jan Marijnissen. En ik juichte met hem mee. Maar toch werd het een domper voor links. De PvdA van Bos liep over naar rechts, wij bleven in de oppositie.

Voor veel linkse kiezers was dat een grote teleurstelling. Vóór de verkiezingen had Wouter Bos alle opties opengehouden. Na de verkiezingen ging de deur naar links dicht en de deur naar Balkenende open. Dat werd het minst geliefde kabinet ooit. In 2010 presenteerden de kiezers aan zowel PvdA als SP de rekening en kregen we het meest rechtse kabinet ooit.

2012 - Weer houdt de PvdA vóór de verkiezingen alle opties open. Linkse stemmers lopen dus weer de kans rechts aan de macht te brengen. Dat is waar linkse kiezers bang voor zijn. Een linkse partij die de kans openhoudt om rechts te laten doorregeren, speelt gevaarlijk spel.

Linkse kiezers willen dat hun stem telt. Ze willen dat links samen optrekt. Zeker nu het echt ergens om gaat. Of we weer doorgaan op de neoliberale weg, of eindelijk links afslaan. Of we kunnen afrekenen met het cynisme en mensen vertrouwen kunnen geven in de toekomst.

Vorige week riep Rutte dat hij nooit links aan een meerderheid zou helpen. Ik heb hem daarop met gelijke munt terugbetaald. De SP zal Rutte en rechts niet aan de macht houden. Ook Jolande Sap is duidelijk: als het moet, kiest ze tegen doorgaan met rechts en voor

regeren over links. Nu Diederik Samsom nog. Toen Bos linkse samenwerking blokkeerde, liep Samsom voorop in 'Een ander Nederland' - dat linkse samenwerking juist aanmoedigde. We hebben samen betere plannen, we hebben samen een lijstverbinding. Wat we nu nog nodig

hebben is het lef om te kiezen. En te leren van de dure les van 2006.

Mijn wijsheid van de dag, die volgens mij letterlijk en figuurlijk prima rijmt: Alleen als wij gaan meeregeren, kunnen we sociaal de crisis keren.

Emile Roemer