Europese Commissie kiest voor andere aanpak biobrandstoffen
DEN HAAG (PDC) - De Europese Commissie i wil een maximum aan de hoeveelheid landbouwgewassen die gebruikt worden voor de productie van biobrandstoffen. Slechts 5% van alle brandstof zou op basis van dit soort biobrandstof mogen worden gemaakt. Volgens de Commissie zijn er betere alternatieven. Dat juist de Europese Commissie hiervoor pleit is opmerkelijk omdat de Commissie het enkele jaren terug niet nodig vond om dat in de doelstellingen voor biobrandstoffen op te nemen.
De Commissie wil met het instellen van een maximum voorkomen dat er te veel landbouwgrond wordt gebruikt voor de productie van biobrandstoffen in plaats van voor voedsel. Daarnaast is het beter voor het milieu om biobrandstof te maken van afval, stro of algen. Het nadeel van gewassen als koolzaad, tarwe, palmolie, aardappelen of suikerriet is dat het verbouwen ervan nog steeds kan leiden tot een toename in de uitstoot van broeikasgassen. Zo worden bossen gekapt om landbouwgrond rijp te maken, en wordt er voor het verbouwen van de gewassen bijvoorbeeld ook kunstmest gebruikt.
De Europese doelstelling is dat in 2020 10 procent van alle brandstoffen afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Biobrandstoffen zouden daar vrijwel geheel in moeten voorzien.