Debat met nationale parlementen over verbetering economische samenwerking

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op dinsdag 29 januari 2013, 11:21.

De leden bespreken deze week met hun collega´s van de nationale parlementen hoe de samenwerking op economisch gebied kan worden verbeterd. Deze jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie wordt het Europees semester genoemd en is er op gericht om het economisch beleid van de lidstaten dichter bij elkaar brengen.

Het evenement is er deze week op gericht om de EP-leden meer inzicht te geven in de economische belangen van de lidstaten en de leden van de nationale parlementen krijgen een duidelijker beeld van de Europese prioriteiten.

Wat staat er op de agenda?

Europese politieke fracties zijn nog voor de officiële opening van de conferentie op dinsdagochtend bijeengekomen. Op dinsdagmiddag zijn er diverse vergaderingen georganiseerd door de parlementaire begrotings-, werkgelegenheids- en economiecommissie. De conferentie wordt op woensdagochtend afgesloten door EP i-Voorzitter Martin Schulz i, Commissievoorzitter José Manuel Barroso i, de voorzitter van de Raad i, Herman Van Rompuy i, en de voorzitter van het Ierse parlement, Seán Barrett.

Het Europees semester

Het Europees semester werd geïntroduceerd in 2011 als antwoord op de crisis. Elk jaar publiceert de Commissie haar jaarlijkse groeianalyse, daarin worden ook de prioriteiten en landen in de gevarenzone vermeld. De lidstaten worden dan gevraagd om de prioriteiten goed te keuren tijdens de lentetop van de Raad. Vervolgens dienen de lidstaten hun actieplannen in bij de Commissie die deze beoordeelt en aanbevelingen kan doen op bijvoorbeeld het gebied van het belastingbeleid, de arbeidsmarktwetgeving of pensioenregelingen. De aanbevelingen worden dan formeel goedgekeurd door de Raad. Het Europees Parlement heeft op dit moment een adviserende rol in het proces maar gezien de mogelijke invloed op het overheidsbeleid, pleiten de leden voor meer democratische controle en een grotere betrokkenheid van de parlementen en het maatschappelijk middenveld.

REF. : 20130125STO05486