Toespraak van Herman van Rompuy: defensie in Europa: pragmatisch vooruit

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op woensdag 20 maart 2013.

EUROPESE RAAD i DE VOORZITTER

Brussel, 21 maart 2013 (25.03) (OR. en)

EUCO 79/13 PRESSE 127 PR PCE 68

"DEFENSIE IN EUROPA: PRAGMATISCH VOORUIT" toespraak van Herman Van Rompuy i, voorzitter van de Europese Raad,tijdens de jaarlijkse conferentie van het Europees Defensie-agentschap i "Europese Defensie is belangrijk"

Het doet mij genoegen vandaag in uw midden te zijn voor uw jaarlijkse conferentie. Ik sta volledig achter het motto van de conferentie. Zo is namelijk het precies: Europese defensie is belangrijk. En voor de leden van de Europese Raad, de 27 presidenten en minister-presidenten die ik vertegenwoordig, is een Europese defensie zelfs enorm belangrijk. Zij is van belang voor de veiligheid van onze burgers en onze thuislanden, en voor het verdedigen van onze belangen en waarden in de wereld. Zij is van belang voor de banen, de speerpunttechnologieën en het groeipotentieel die u collectief vertegenwoordigt. Juist om deze redenen heb ik, zoals u weet, geregeld dat de Europese leiders tijdens onze top in december zullen bespreken hoe de Europese defensie kan worden verbeterd

Het Europees Defensieagentschap is een jonge instelling, maar in de acht jaar sinds haar oprichting hebt u zich een vaste plaats verworven. Ik weet hoe moeilijk het is om vanuit het niets te beginnen en daarom kan ik zeggen dat dit geen geringe prestatie is. Omdat ik zelf een soort "facilitator" ben, voel ik veel verwantschap met de rol van het Agentschap.. .faciliteren kan heel bevredigend zijn, maar soms ook het uiterste van je vergen. We moeten pragmatisch en resultaatgericht te werk gaan, maar ook nooit opgeven en heel, heel veel geduld oefenen. Dat geldt met name voor defensiekwesties. Je meet de tijd - niet in uren en dagen zoals op de markten en speciaal in de huidige periode - maar in jaren en decennia

PERS

Dirk De Backer - woordvoerder van de voorzitter - 8 +32 (0)2 281 9768 - +32 (0)497 59 99 19 Preben Aamann - plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter - 8 +32 (0)2 281 2060 - +32 (0)476 85 05 43

press.president(@,consilium.europa.eu http://www.european-council.europa.eu/the-president

EUCO 79/13 1

Maar de defensiesector onderscheidt zich nog op een andere manier. Zeggen dat defensie niet hetzelfde is als het kopen en verkopen van schoenen, is een understatement. De relatie tussen regeringen, als enige klanten, maar ook als regelgevers, en de defensie-industrie heeft haar gelijke niet. Juist om die reden is het goed alle belanghebbende partijen hier vandaag verzameld te zien. Uw werk, uw hechte samenwerking is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat Europese mannen en vrouwen goedgetraind en goedbewapend het veld ingaan. Als iemand die van Afghanistan tot Georgië troepen en teams heeft bezocht - zowel als eerste minister van mijn land als in mijn huidige hoedanigheid - weet ik hoe belangrijk dat is

In de afgelopen jaren is eens temeer gebleken dat het strategische landschap snel evolueert. De traditionele dreigingen zijn uiteraard niet tegelijk met het IJzeren Gordijn verdwenen. Daarnaast staan we echter voor nieuwe dreigingen; dreigingen die gedeeltelijk niet langer territoriaal of materieel van aard zijn. Om die doeltreffend tegemoet te treden, moeten we nog hechter samenwerken met onze partners. Tegelijkertijd wordt in onze gemeenschappelijke veiligheidsstrategie terecht onderstreept dat zelfs in een tijdperk van mondialisering geografie belangrijk blijft. Dat plaatst de Unie in de voorste linie als het gaat om de veiligheid in onze regio

Dit zijn instabiele tijden; tijden van verandering. De Europese reactie is steeds pro-actief geweest; dat blijkt wel uit de betrokkenheid van onze landen - en die van de Unie - bij de Arabische wereld en de regio van de Sahel. Maar de ontwikkelingen daar hebben andermaal duidelijk gemaakt dat wij onszelf moeten veranderen. Ieder van ons trekt lering uit Libië en, meer recentelijk, uit Mali. Daarbij denken we op de eerste plaats aan de lacunes die aan het licht zijn gekomen in onze vermogens - van bijtanken in de lucht tot veldhospitalen en troepenbescherming

Daarmee voldoen we niet aan de hoge verwachtingen van de landen in de regio, die naar ons kijken voor steun voor hun eigen veiligheid en stabiliteit, en die vertrouwen op onze unieke en alomvattende benadering van conflictpreventie

In de nieuwe strategische omgeving moeten wij ons kunnen kwijten van onze verantwoordelijkheden. En wij worden daartoe aangemoedigd door onze meest vertrouwde bondgenoot, de Verenigde Staten, die ook bezig is zich te herpositioneren. Wij zijn verantwoordelijk voor onze veiligheid en we moeten bijdragen tot de veiligheid van onze omgeving. Maar beschikken we over de vereiste middelen?

Die vraag prangt des te meer vanwege de financiële beperkingen waarmee wij te kampen hebben. Ik weet het maar al te goed ... het omgaan met begrotingskwesties is dagelijkse kost gebleken voor een voorzitter van de Europese Raad

Verlagingen van de defensie-uitgaven zijn geen nieuw fenomeen - en houden natuurlijk deels verband met de perceptie dat na de Koude Oorlog i de dreigingen verminderd zijn. Maar als gevolg van de crisis wordt er dieper gesneden in defensie-uitgaven. Als de huidige tendensen zich doorzetten, lopen wij het risico sinds het uitbreken van de crisis 12 % van onze totale defensiebudget kwijtgeraakt te zijn: het equivalent van de huidige totale defensiebegrotingen van Polen, Spanje en Nederland. De waarheid moet gezegd: zelfs al is deze daling minder groot dan voorspeld, het gaat toch om een flinke vermindering

EUC

Vanwege de vele problemen, niet in de laatste plaats de tijdsdruk, worden de meeste van deze verlagingen doorgevoerd zonder coördinatie tussen de hoofdsteden. Het risico - en dat is heel reëel - is dat onze vaardigheden en ons materieel worden uitgehold en dat de kloof tussen onze behoeften en middelen steeds groter wordt. Dat kan onze toekomst in gevaar brengen

De vraag is niet alleen hoeveel geld we uitgeven, maar ook hoe we ons geld uitgeven. We moeten helderheid scheppen over wat we willen verwezenlijken, en over de middelen die we daarvoor nodig hebben

Elk land is anders, en de complexiteit van het totaalbeeld behoeft geen betoog. Het is echter ook een feit dat wij over meer manschappen beschikken dan de Verenigde Staten, maar dat ons vermogen om die in te zetten minder groot is. Ook is het waar dat nog altijd hele grote bedragen worden besteed aan het onderhouden van dure, verouderde uitrusting ten koste van essentiële investeringen. En ik blijf me afvragen hoe het mogelijk is dat de vraag naar helikopters in Europa nog steeds zo gefragmenteerd is dat we meer dan een dozijn verschillende modellen hebben, terwijl het zo voordelig zou zijn profijt te trekken van schaalvoordelen en tegelijkertijd het aanbod te garanderen

Ik ben me wel bewust van alle beperkingen, maar het is een feit dat zolang wij zoveel dubbel blijven doen, het erg moeilijk zal zijn om voor onze legers de hoogste standaarden te handhaven. Militaire deskundigen vertellen ons dat wij bij de huidige tendensen niet in staat zullen zijn een essentieel militair dispositiefin stand te houden. Uiteindelijk zal iets moeten veranderen om te garanderen dat wij onszelf doeltreffend kunnen verdedigen

Natuurlijk zijn er geen snelle of gemakkelijke oplossingen. Ten overvloede, de Unie bestaat uit 27 lidstaten (26 daarvan zijn aangesloten bij het EDA en 21 bij de NAVO). Wij hebben verschillende percepties van dreigingen en behoeften; verschillende opvattingen over onze taak en onze rol in de wereld; en verschillende behoeften en belangen als klanten en producenten van defensie-uitrusting. Wij weten dat veiligheid meer is dan defensie, maar defensie is wel een essentieel onderdeel van onze veiligheid. En het is een feit dat de dreigingen ons allen aangaan

Neem bijvoorbeeld terrorisme, en cyberterrorisme: een potentiële dreiging voor de infrastructuur van het gemondialiseerde moderne leven: telecommunicatie, banksystemen, luchthavens en energienetwerken... Of neem onze maritieme veiligheid. Niet minder dan 90 % van de externe handel van de EU verloopt via de zee; dat is dus een prioriteit die geen van onze landen kan negeren. En tevens een prioriteit waarbij Europeanen gezamenlijk een verschil kunnen maken, zoals blijkt uit het succes van de operatie Atalanta bij het bestrijden van piraterij. Overigens wordt er al veel samengewerkt

Europese troepen worden stelselmatig gezamenlijk ingezet, of het nu gaat om NAVO-, EU- of VN-missies. Wanneer onze troepen teruggaan naar hun thuisbasis, is het echter een ander verhaal. Slechts weinig landen grijpen de kansen om thuis samen te werken - ondanks de manifeste voordelen in de vorm van besparingen en van elkaar leren

EUC

Wat we "bundelen en delen" noemen, is niet nieuw (tien jaar geleden kwam het al voor in de veiligheidsstrategie van de EU), en er zijn al hele goede dingen gedaan. De Nederlandse en de Belgische marine trainen hun personeelsleden gezamenlijk en ook bestellen zij gezamenlijk hun uitrusting, terwijl de bemanningen en de vloten gescheiden blijven. Marinekoks worden bijvoorbeeld - het zal niemand verrassen - in België opgeleid en niet in Nederland

De Baltische landen hebben één gezamenlijke defensieacademie opgezet in plaats van drie verschillende. Wat betreft opleiding kiezen ook hun Scandinavische buren voor specialisatie: de Finnen leiden militaire waarnemers op en de Denen militaire politiefunctionarissen

De Visegrad-landen zijn overeengekomen uiterlijk in 2016 een gemeenschappelijke gevechtsgroep op te zetten en - meer bekend bij het grote publiek - Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn bezig met een ambitieus samenwerkingsproject, dat de afgelopen jaren nog is versterkt door de topbijeenkomst van Lancaster House

Binnen het Europees Defensieagentschap hebben velen van u eveneens veelbelovende projecten opgezet, soms onder leiding van bepaalde landen, bijvoorbeeld met betrekking tot helikopteropleidingen en aanbestedingen voor satellietcommunicatie (die beide zijn gerealiseerd) en veldhospitalen en bijtanken in de lucht (waaraan nog wordt gewerkt). Er zijn echter andere zaken, zoals verkenningsdrones, waarbij wij het risico lopen als klant en als producent de boot te missen. Ik weet dat "drones" militair gesproken verondersteld worden beweeglijk en ongrijpbaar te zijn, dus geen vlaggenschepen, maar als projecten zouden het juist wel vlaggenschepen kunnen worden!

Afgezien van militaire opleiding en onderhoud zijn er sectoren waarin de defensie-samenwerking nog in de kinderschoenen staat. Ik denk daarbij met name aan technologische vernieuwing (van onze industriële basis) en aanbestedingen (voor investeringen en uitrusting). In dit verband "wordt terughoudendheid onbetaalbaar", zoals een deskundige het ooit formuleerde. Ik begrijp dat het in de praktijk gecompliceerder ligt

Men is bang het vermogen om autonoom te handelen te verliezen - bij een besluit waar of wanneer troepen moeten worden ingezet, of niet...., of wanneer technische normen moeten worden aangepast om gezamenlijke aankopen mogelijk te maken. De gespreksthema's kunnen variëren van het formaat van kogels tot de soevereiniteit van onze landen... En zelfs op het budgettaire vlak liggen de zaken niet altijd even duidelijk

De vrees bestaat dat in het begin extra kosten zullen ontstaan, niet in de laatste plaats in de vorm van banen die verloren gaan. Ook helpt het duidelijk niet dat ministeries van defensie niet de zekerheid hebben dat geld dat wordt uitgespaard door bundelen en delen, opnieuw in defensie wordt geïnvesteerd - een dilemma dat veel mensen in de zaal vertrouwd in de oren zal klinken

Haastig snijden in de kosten (onder druk van nationale ministers van financiën die direct resultaat willen zien) laat niet veel tijd om uit te zoeken hoe de bestedingen door middel van samenwerking kunnen worden gerationaliseerd. Niemand hier is naïef. We weten allemaal dat - los van de financiële aspecten en pragmatische regelingen - besluiten over defensie raken aan de kern van de onafhankelijkheid van elke staat. Dergelijke besluiten worden niet gemakkelijk gezamenlijk genomen, zelfs niet met vertrouwde partners

EUC

Maar dat maakt dat wij met des te meer spoed moeten onderzoeken welke lacunes of achterstanden manifest onverantwoord zijn, en het grote publiek ervan moeten overtuigen dat Europese naties gezamenlijk moeten optreden

Hoe gaan we verder? De crisis moet niet worden gezien als een excuus om dingen uit te stellen maar juist als een kans om initiatieven te ontplooien waarmee we vermogens in stand kunnen houden die anders ten prooi zouden vallen aan bezuinigingen

Ik zie het als volgt: defensiesamenwerking gaat niet over het beheren van de neergang, nee, integendeel, het is een manier om ervoor te zorgen dat we aan de weg blijven timmeren en onze rol in de toekomst ten volle blijven spelen

In het algemeen zijn we het eens over de uitgangspunten van een gemeenschappelijke analyse van de dreigingen, zoals zij zijn uitgekristalliseerd in onze Europese Veiligheidsstrategie en zij zich op het terrein zo vaak manifesteren. Onze strategie valt in feite af te lezen uit de vele missies en operaties waarbij lidstaten samen betrokken zijn - van Afghanistan tot Kosovo en van Kongo tot Somalië

Een explicieter gedeelde interpretatie van de strategische context zou van essentieel belang zijn voor het aansturen van dagelijkse keuzen en het vorm geven aan besluiten met lange-termijngevolgen voor budgetten, investeringen en personeel. Het mag in ieder geval geen theoretische oefening worden, maar het moet uitmonden in operationele conclusies en resultaten

Het is nu tijd om tot daden over te gaan: de juiste stimulansen te geven, meer landen bij bestaande projecten te betrekken en meer gezamenlijke projecten op te zetten

Voor het Agentschap is daarbij een sleutelrol weggelegd. Het kan duidelijk niet alles doen, maar het kan wel zijn rol als facilitator ten volle spelen. Door verandering te brengen in manieren van denken, door beste praktijken te verspreiden, door oplossingen te helpen vinden en die in praktijk te brengen. Veranderingen krijgen niet van de ene op de andere dag hun beslag, maar zoals degenen onder u die mij beter kennen, wel weten: ik geloof sterk in vooruitgang als een reeks vaste stappen in de juiste richting

Laat mij nu, met het oog op het debat in de Europese Raad aan het eind van het jaar, enkele dingen zeggen over de manier waarop ik het proces zie waartoe in december laatstleden de aanzet is gegeven

Zoals u gemerkt hebt, gaat het mij niet zozeer om het Gemeenschappelijk Veiligheids-en Defensiebeleid als zodanig of om de defensie van de EU, maar om de stand van de defensie in Europa. Dat is het perspectief van waaruit presidenten en minister-presidenten deze materie benaderen. Voor hen betekent defensie evenzeer de defensie van eigen land als operaties in het buitenland. De trans-Atlantische relatie blijft van levensbelang; die staat niet ter discussie. Waar het om gaat is onder welke voorwaarden, in de huidige begrotingssituatie, Europa een geloofwaardige partner kan blijven; onder welke omstandigheden wij onze afzonderlijke en gezamenlijke veiligheidstaken kunnen vervullen

Voor vooruitgang op dit gebied zijn we helemaal afhankelijk van de lidstaten: die zitten achter het stuur. De EU-structuren en -middelen (zoals het Europees Defensieagentschap, maar ook de Europese Dienst voor Extern Optreden i en de Commissie) dienen hoofdzakelijk ter ondersteuning - als dienstverleners en facilitators - en om vertrouwen te helpen scheppen

EUC

Daar zie ik ook de rol van de staatshoofden en regeringsleiders: de fijnere nuances van aanbestedingen voor de aankoop van wapens behoren niet tot hun dagelijkse werk, maar ze zijn wel begaan met veiligheid, soldaten, banen en begrotingen. Maar er is meer: juist in de financiële crisis hebben de leiders op een unieke manier ervaren hoe onderling afhankelijk onze landen zijn geworden; Zij weten - en dat was en is niet altijd een aangename ontdekking - dat zij gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Datzelfde geldt voor hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verdediging van ons werelddeel. Ook in dat verband hebben de besluiten in een land gevolgen voor andere landen

Men is zich daar te weinig van bewust en juist in dat opzicht bevinden presidenten en minister-presidenten zich in een unieke positie om een breder publiek daarvan te overtuigen en zo de dingen in beweging te brengen. Met het oog op de benutting van dat potentieel, dat ik tussen nu en december hoop te kanaliseren, moeten wij ons zorgvuldig voorbereiden en heb ik uw hulp nodig

Voor de defensiedimensie van ons debat in december (dan heb ik het dus niet over het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid) acht ik het belangrijk op drie sleutelonderdelen concrete vorderingen te maken:

(1) prioriteiten voor toekomstige investeringen en aanbestedingen voor het aankopen van uitrusting;

(2) versterking van onze industriële basis, zodat deze concurrerend en vernieuwend blijft;

(3) en ten slotte, de voorbereiding en beschikbaarheid van troepen

Ik weet dat er al intensief gewerkt wordt tussen de hoofdsteden en binnen het Europees Defensieagentschap - onder andere aan de toepassing van de gedragscode inzake bundelen en delen die u afgelopen november hebt aangenomen)

Er zijn dan ook vele concrete, praktische vraagstukken die we moeten oplossen; bijvoorbeeld:

  • Hoe kunnen we gemeenschappelijke prioriteiten voor investeringen bepalen en hoe kunnen we onze budgetten doeltreffend coördineren?
  • Hoe kunnen we de vraag consolideren?
  • Civiel geld moet gebruikt worden voor civiele doeleinden, maar kunnen wij de vruchten plukken van onderzoek voor tweeërlei gebruik?
  • Hoe kunnen we de juiste prikkels inbouwen om ervoor te zorgen dat besparingen opnieuw in defensie worden geïnvesteerd?
  • En hoe garanderen we dat we, terwijl we bundelen en delen, toegang houden tot vermogens wanneer dat nodig is?
  • Laat ons ten slotte niet vergeten dat het sterker maken van onze partners ook een van onze kernvermogens is! Hoe kunnen we dit meer systematisch doen?

Dit zijn maar voorbeelden, het is niet bedoeld als volledige lijst..

Zoals u al wel begrepen hebt, is het niet mijn doel om voor de top in december met nog een strategiedocument te komen. Wat wij nodig hebben zijn tastbare projecten: alle initiatieven, in bilateraal of trilateraal verband of in groepsverband, zijn welkom!

EUC

De samenwerking zal verschillen naargelang de projecten en de betrokken landen. Er is geen model dat in alle gevallen geschikt is. We moeten pragmatisch zijn. Dat is de manier waarop de Europese defensie, net als de Unie zelf, tot stand wordt gebracht: pragmatisch. En het is door de wisselwerking tussen industrie en defensie dat ideeën ontstaan voor vernieuwing, en voor een gemeenschappelijke defensie, die gezamenlijk wordt opgebouwd. Een situatie met alleen maar winnaars!

Laten we dus beginnen met het opsporen van de concrete obstakels en zoeken naar manieren om die weg te nemen of te omzeilen; dat is een taak van de beleidsmakers, maar als ik hier vandaag naar u allen kijk, geloof ik dat alle toonaangevende partijen in de industrie daarbij betrokken zullen worden en zelf constructieve ideeën zullen aandragen

Europa is geboren uit de as van een oorlog. En opgebouwd, in eerste instantie, door het bundelen (en delen!) van de instrumenten van oorlog: kolen en staal

Bij het in ontvangst nemen van de Nobelprijs voor de Vrede afgelopen december in Oslo, zeiden de Europese leiders dat de Europese Unie i haar steun zal geven aan degenen die zich inzetten voor vrede en menselijke waardigheid. Om zulke verantwoordelijkheden te kunnen vervullen, moeten we ervoor zorgen dat we beschikken over de middelen die daarvoor nodig zijn

EUC