Elektriciteitsmarkten koppelen om te zorgen voor voorzieningszekerheid, marktintegratie en grootschalig gebruik van hernieuwbare energie

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 25 februari 2015.

1.

Elektriciteitsmarkten koppelen om te zorgen voor voorzieningszekerheid, marktintegratie en grootschalig gebruik van hernieuwbare energie

Brussel, 25 februari 2015

Wat is de "doelstelling voor elektriciteitsinterconnectie"?

De Europese Raad i van oktober 2014 heeft alle lidstaten opgeroepen tegen 2020 een interconnectie van ten minste 10 % van hun geïnstalleerde elektriciteitsproductiecapaciteit te verwezenlijken. Dat houdt in dat elke lidstaat moet beschikken over hoogspanningskabels waarmee ten minste 10 % van de door hun elektriciteitscentrales geproduceerde elektriciteit over de grenzen heen naar naburige landen kan worden getransporteerd.

Waarom is het noodzakelijk dat de elektriciteitsnetten van de EU-landen i worden gekoppeld?

Wanneer elektriciteitscentrales uitvallen of er extreme weersomstandigheden heersen, moeten de lidstaten erop kunnen vertrouwen dat zij de nodige elektriciteit vanuit de buurlanden kunnen invoeren. Zonder infrastructuur is het onmogelijk om elektriciteit over de grenzen heen te kopen en verkopen. Het is daarom van doorslaggevend belang dat geïsoleerde elektriciteitssystemen worden gekoppeld. Op die manier kan de voorzieningszekerheid worden gewaarborgd en wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van een daadwerkelijk geïntegreerde EU-brede energiemarkt, die een essentiële factor voor de energie-unie is.

Goede verbindingen tussen buurlanden zorgen kortom voor het volgende:

  • Elektriciteitssystemen worden betrouwbaarder en het risico op stroomuitval wordt kleiner.
  • We kunnen de kosten drukken doordat er minder behoefte is aan nieuwe elektriciteitscentrales.
  • De consumenten hebben meer keuze, waardoor de energierekening lager kan uitvallen.
  • De elektriciteitsnetten zijn beter berekend op het stijgende aandeel aan hernieuwbare energie en met name op variabele energie, zoals wind- en zonne-energie.

Meer hernieuwbare energie betekent ook meer werkgelegenheid. In 2012 werkten er in de EU al ongeveer 1,2 miljoen mensen bij bedrijven in de sector hernieuwbare energie en aanverwante technologie.

Wordt de energierekening lager als de doelstelling wordt bereikt?

Ja. Als de Europese energienetten onderling goed gekoppeld zijn, heeft dat een rechtstreeks effect op de kosten voor de consument. Volgens een recente studie kunnen de kosten voor de consument in de EU elk jaar met 12 tot 40 miljard EUR worden teruggedrongen als de energiemarkten volledig zijn geïntegreerd.

Waarom is er geen soortgelijke doelstelling voor gas?

Gas wordt ingevoerd als LNG of via grote pijpleidingen die vaak meerdere grenzen overschrijden voordat deze de eindafnemers bereiken. Een soortgelijke doelstelling voor gas heeft daarom geen zin. In plaats daarvan heeft de EU specifieke regels ingevoerd die zijn gericht op het waarborgen van de gasvoorzieningszekerheid. Daarbij wordt uitgegaan van het beheersen van het risico op verstoringen van de gasinfrastructuur. De lidstaten moeten zich voorbereiden op situaties waarin hun grootste element in de gasinfrastructuur, bijvoorbeeld een pijpleiding, uitvalt.

Welke lidstaten zijn momenteel niet goed met andere lidstaten verbonden?

Momenteel zijn twaalf lidstaten onvoldoende met de EU-elektriciteitsmarkt verbonden. Dit zijn Italië, Ierland, Roemenië, Portugal, Estland, Letland, Litouwen, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Polen, Cyprus en Malta.

Is de doelstelling van 10 % voldoende?

De doelstelling behelst een vereist minimumniveau voor de interconnectiviteit dat alle lidstaten in 2020 moeten hebben bereikt. Naargelang van de geografische ligging en de energiemix (bijvoorbeeld het aandeel hernieuwbare energie) van een land, is het mogelijk dat het niet volstaat om de minimaal vereiste 10 % te bereiken. De EU overweegt daarom het streefcijfer te verhogen tot 15 % tegen 2030. In een aantal lidstaten zou een streefcijfer van 15 % echter kunnen leiden tot investeringen die uit economisch oogpunt niet meer te rechtvaardigen zijn. Het is daarom van belang te beoordelen waar de knelpunten liggen en hogere streefcijfers van geval tot geval vast te leggen.

Op welke manier wordt de doelstelling precies gehaald?

Het voornaamste instrument dat wordt toegepast om de doelstelling te behalen, is de lijst met infrastructuurprojecten van gemeenschappelijk belang. In 2013 is de eerste lijst goedgekeurd. Deze omvat 248 projecten, waarvan 37 projecten op het gebied van elektriciteitsinterconnectie in lidstaten die onder het streefcijfer van 10 % liggen. Voor al die projecten gelden versnelde vergunningsprocedures en verbeterde regelgevingsvoorwaarden en een aantal projecten zal gebruik kunnen maken van financiële ondersteuning. De projecten van gemeenschappelijk belang zullen in aanzienlijke mate bijdragen tot het behalen van het streefcijfer. Als alle geplande projecten worden voltooid, zullen alle lidstaten (behalve Spanje en Cyprus) in 2020 het streefcijfer van 10 % hebben behaald.

De lijst met projecten van gemeenschappelijk belang zal om de twee jaar worden bijgewerkt; nieuwe projecten zullen dan worden toegevoegd en voltooide projecten worden verwijderd.

Wat gebeurt er als een groot deel van een investering moet worden gedaan door bedrijven in een bepaalde lidstaat, terwijl er over de grens heen, dus in een andere lidstaat, sprake is van voordelen?

Deze kwestie is geregeld in de verordening betreffende trans-Europese energie-infrastructuur uit 2013. De verordening biedt de mogelijkheid kosten grensoverschrijdend toe te wijzen op basis van de baten die zij in de betrokken lidstaat opleveren.

Hoeveel kost het om de doelstelling van 10 % interconnectie te bereiken?

Volgens de Europese Commissie i zal het tot 2020 ongeveer 40 miljard EUR kosten om het streefcijfer van 10 % in de hele EU te behalen.

Waar komt het geld vandaan?

Om te beginnen beschikken de meeste projecten van gemeenschappelijk belang over een degelijke businesscase. Deze projecten kunnen onder normale marktvoorwaarden worden gefinancierd, voor het merendeel via de tarieven. Een aantal projecten dat aan strenge voorwaarden voldoet en bijdraagt tot de verbetering van de voorzieningszekerheid kan gebruikmaken van een subsidie uit de Connecting Europe Facility (CEF). In de CEF is voor de periode 2014-2020 een bedrag van 5,35 miljard EUR uitgetrokken voor projecten op het gebied van energie-infrastructuur. De financiering uit de CEF dekt slechts 3 % van de totale investeringen die tot 2020 op het gebied van elektriciteits- en gasinfrastructuur nodig zijn, maar kan als hefboom dienen om andere fondsen vrij te maken, bijvoorbeeld door middel van financieringsinstrumenten als projectobligaties.

Om ervoor te zorgen dat de subsidies uit de CEF het verwachte resultaat boeken, moeten de regelgevende instanties en overheden inspanningen leveren om projecten te financieren via netwerktarieven en zo mogelijk door middel van de nieuwe Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF).

Wordt in het investeringsinitiatief van voorzitter Juncker rekening gehouden met deze doelstelling?

Ja. De Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) zijn de voornaamste instrumenten van het pakket voor groei, banen en investeringen van de Commissie. Energie-infrastructuur is één van de prioriteiten van deze fondsen. De fondsen kunnen worden ingezet voor projecten van gemeenschappelijk belang of andere interconnectieprojecten en op die manier de huidige steunstructuur voor dergelijke en andere projecten versterken en aanvullen. Door middel van de ESIF zal in de hele EU een bedrag van ten minste 315 miljard EUR aan private en publieke investeringen worden vrijgemaakt.

Langdurige vergunningsprocedures behoren tot de belangrijkste belemmeringen voor het bouwen van nieuwe infrastructuur. Is daar een oplossing voor gevonden?

Het klopt dat het momenteel wel tien tot dertien jaar kan duren totdat de nodige vergunningen worden verleend. Met de TEN-E-verordening is voor het verlenen van vergunningen een bindende algehele tijdslimiet van 3,5 jaar ingevoerd. In de verordening is bepaald dat één bevoegde nationale autoriteit als centraal loket voor alle vergunningsprocedures moet fungeren. Alle lidstaten moet uiterlijk in het voorjaar van 2015 dergelijke centrale loketten hebben ingevoerd.

Hoe kan de EU garanderen dat de nieuwe elektriciteitsnetten niet schadelijk zijn voor het milieu of de gezondheid van de EU-burgers?

In de EU geldt nu al zeer strenge milieubeschermingswetgeving.Bovendien omvat de TEN-E-verordening nieuwe regels om het raadplegingsproces en de transparantie te verbeteren, waardoor de burgers nauwer bij het planningsproces worden betrokken. Het doel is om het proces efficiënter te maken en tegelijkertijd de strenge EU-normen op het gebied van milieubescherming te handhaven.

Wat zijn de volgende stappen voor de Commissie?

De Commissie zal verschillende doelgerichte maatregelen nemen om de steun voor cruciale projecten te versterken. Voor elk project zal de Commissie beoordelen wat de knelpunten en risico's zijn die ertoe kunnen leiden dat de bouw vertraging oploopt. Vervolgens wordt bekeken hoe deze kunnen worden aangepakt. De Commissie zal ervoor zorgen dat de uitvoerders van infrastructuurprojecten om de tafel gaan zitten en helpen om eventuele problemen op het vlak van techniek, planning, ontwerp en uitvoering aan te pakken. Bovendien zal zij het contact tussen de uitvoerders en de Europese Investeringsbank i en andere banken faciliteren.

De Commissie zal controleren of de lidstaten alle relevante EU-wetgeving, en met name de TEN-E-verordening, correct uitvoeren. De Commissie zal nauw samenwerken met het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators en met de lidstaten om ervoor te zorgen dat de projecten op tijd worden uitgevoerd. Regionale forums zijn een belangrijk instrument om de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren, onder meer op het gebied van het bouwen van infrastructuur.

De Commissie zal jaarlijks verslag uitbrengen aan de Europese Raad over de uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang en over de geboekte vooruitgang in de richting van het streefcijfer van 10 %.

Verder zal de Commissie in 2015 het eerste infrastructuurforum organiseren: daar zal worden gesproken over problemen die zich in alle regio's van Europa voordoen en worden gezocht naar oplossingen.

Meer informatie over de energiemarkten van de EU

MEMO/15/4486

 

Voor het publiek: