Brief van voorzitter Donald Tusk aan de Europese Raad over een in/uit-referendum in het Verenigd Koninkrijk
Ik schrijf u om u op de hoogte te brengen van de stand van zaken in verband met een in/uit-referendum in het Verenigd Koninkrijk, voordat wij ons over deze kwestie buigen tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in december.
In november heeft premier Cameron medegedeeld op welke vier gebieden hij hervormingen wil zien om tegemoet te komen aan de bezwaren van het Britse volk tegen het Britse lidmaatschap van de Europese Unie. Op basis daarvan hebben wij, in nauwe samenwerking met de Commissie, met alle lidstaten uitvoerig bilateraal overleg gevoerd op sherpaniveau. Wij hebben deze kwestie ook besproken met vertegenwoordigers van het Europees Parlement.
Het is duidelijk dat wij hier te maken hebben met een belangrijke en verstrekkende agenda. Uit het overleg is naar voren gekomen dat de kwesties die door de Britse premier op de agenda zijn geplaatst, moeilijk zijn. Niettemin zijn alle partijen sterk gemotiveerd om oplossingen te vinden die tegemoet komen aan de Britse verzuchtingen en tegelijk de gehele Europese Unie tot voordeel strekken.
Wij hebben ons gebogen over de vier pakketten die door premier Cameron naar voren zijn geschoven. Sta me toe in het kort mijn persoonlijke beoordeling van de situatie te geven.
-
1.Met betrekking tot de relaties tussen de leden en de niet-leden van de eurozone zouden wij overeenstemming kunnen zoeken over een aantal beginselen die de verdere ontwikkeling en efficiënte werking van de eurozone waarborgen en tegelijk voorkomen dat lidstaten die nog geen lid van de eurozone zijn of, in sommige gevallen, dat nooit zullen zijn, op enigerlei wijze worden gediscrimineerd. Tevens overwegen wij de invoering van een mechanisme om deze beginselen in praktijk te brengen, door de lidstaten die geen lid zijn van de eurozone de mogelijkheid te bieden bezwaar te maken - en ervoor te zorgen dat hun bezwaren ernstig worden genomen - indien zij vinden dat deze beginselen niet worden nagekomen, zonder dat zulks evenwel zou neerkomen op een vetorecht.
-
2.Met betrekking tot concurrentievermogen is er een zeer grote vastbeslotenheid om werk te maken van deze doelstelling en het potentieel van de interne markt in al zijn onderdelen ten volle te benutten. Iedereen is het erover eens dat voort moet worden gewerkt aan betere regelgeving en verlichting van de lasten voor bedrijven, zonder dat evenwel afbreuk wordt gedaan aan de bestaande hoge normen. In dat verband is de bijdrage van de handel aan de groei van groot belang, en met name de handelsovereenkomsten met de snel groeiende delen van de wereld.
-
3.Het derde pakket betreft de soevereiniteit. Er bestaat een grote mate van overeenstemming over het feit dat de zinsnede "een steeds hechter verbond tussen de volkeren" in die zin kan worden opgevat dat verschillende landen een verschillend integratieproject kunnen bewandelen. De landen die een diepere integratie voorstaan, kunnen vooruitgaan, met eerbiediging van de wil van die lidstaten welke geen diepere integratie wensen. Er bestaat ook een brede consensus over het belang van de rol van de nationale parlementen in de Unie, alsook over de sterke nadruk die op het subsidiariteitsbeginsel moet worden gelegd.
-
4.Het vierde pakket, dat betrekking heeft op sociale uitkeringen en het vrije verkeer van personen, is het meest delicate en zal nopen tot een substantieel politiek debat tijdens onze bijeenkomst in december. Hoewel er volgens ons goede vooruitzichten zijn voor een akkoord over manieren om misbruik te bestrijden en eventueel over een aantal hervormingen op het gebied van de uitvoer van kinderbijslag, is er momenteel geen consensus over het Britse verzoek om mensen die vanuit de EU naar Groot-Brittannië komen, te kunnen verplichten er vier jaar te wonen en aan de regeling bij te dragen alvorens in aanmerking te komen voor arbeidsgebonden voordelen of sociale huisvesting. Dit is zeker een punt dat de Britse premier verder zal moeten toelichten en waarover wij onderling een open gedachtewisseling zullen moeten houden alvorens verdere initiatieven te nemen.
Al met al ben ik van oordeel dat wij tot dusver goede vorderingen gemaakt hebben. Wij hebben een beetje meer tijd nodig om ons antwoord op al deze punten nauwkeurig te formuleren, alsook om te beslissen welke juridische vorm het definitieve akkoord precies moet krijgen. Wij moeten ook een oplossing vinden voor de substantiële politieke meningsverschillen die wij nog hebben over de kwesties 'sociale uitkeringen' en 'vrij verkeer'. Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in december moeten alle politieke dilemma's waarmee dit proces gepaard gaat, worden besproken. Op basis van een substantieel politiek debat zouden wij tot een concreet voorstel moeten kunnen komen, dat in februari definitief zou worden aangenomen.
Tot slot wens ik met u enkele politieke bedenkingen te delen. Alle betrokkenen moeten hun deel van de verantwoordelijkheid nemen. Ik zal optreden als een eerlijke bemiddelaar, maar alle lidstaten en de instellingen moeten blijk geven van compromisbereidheid opdat dit proces met succes wordt bekroond. Onze bedoeling is oplossingen te vinden die tegemoetkomen aan de verwachtingen van de Britse premier en tegelijk de funderingen waarop de EU gebaseerd is, verstevigen. Onzekerheid over de toekomst van het VK in de Europese Unie is een destabiliserende factor. Daarom moeten wij een manier vinden om zo spoedig mogelijk tegemoet te komen aan de Britse bezwaren.
Nu de geopolitiek terug is in Europa, moeten wij sterk en verenigd zijn. Dat is in ons gemeenschappelijk belang, en in het belang van elke lidstaat van de EU, zonder uitzondering. Het Verenigd Koninkrijk heeft een constructieve en belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Europese Unie, en ik ben ervan overtuigd dat het dat ook in de toekomst zal blijven doen.