Vergelijkend overzicht - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen betreffende de wetgevende macht en de algemene maatregelen van bestuur, alsmede tot opneming van bepalingen betreffende andere voorschriften

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr.5

VERGELIJKEND OVERZICHT

Vergelijkend overzicht van de artikelen inzake de wetgevende macht, de algemene maatregelen van bestuur en andere voorschriften volgens het ingediende wetsontwerp, de voorstellen van de Staatscommissie-Cals/Donner en de Grondwet

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

HOOFDSTUK 5 WETGEVING EN BESTUUR § 1 Wetten en andere voorschriften

Artikel 5.1.1 De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.

Artikel 5.1.2 1. Voorstellen van wet kunnen worden ingediend vanwege de Koning en vanwege de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 2. Voorstellen van wet waarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering is voorgeschreven, kunnen worden ingediend vanwege de Koning en, voor zover de betreffende artikelen van hoofdstuk 2 dit toelaten, vanwege de verenigde vergadering.

Artikel 64 De wetgeving geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.

Artikel 65 Vanwege de Koning, zomede vanwege de Tweede Kamer en de Staten-Generaal in verenigde vergadering, kunnen voorstellen van wet worden ingediend.

Artikel 119 De wetgevende macht wordt gezamenlijk door de Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.

Artikel 80, eerste lid De koning draagt aan de Staten-Generaal ontwerpen van wet voor en doet hun zodanige andere voorstellen als hij nodig acht.

Artikel 126 De Staten-Generaal hebben het recht voorstellen van wet aan de Koning te doen.

(Artikel 127, aanhef; zie bij art. 5.1.5 wetsontwerp)

Artikel 5.1.3 Voorstellen van wet, ingediend vanwege de Koning, worden gezonden aan de Tweede Kamer of, indien daarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering is voorgeschreven, aan deze vergadering.

(Geen bepaling)

Artikel 66 1. Voorstellen, ingediend vanwege de Koning, worden gezonden aan de Tweede Kamer of indien daarvoor behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering is voorgeschreven, aan deze vergadering. Behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen gaan die voorstellen vergezeld van de adviezen, ter zake uitgebracht door de in hoofdstuk IV bedoelde colleges.

(Geen bepaling)

Artikel 120, eerste lid De Koning zendt zijn voorstellen, hetzij van wet, hetzij andere, aan de Tweede Kamer bij een schriftelijke boodschap of door een commissie.

Artikel 121 Aan de openbare beraadslaging over enig ingekomen voorstel des Konings gaat altijd een onderzoek van dat voorstel vooraf. De Kamer bepaalt in haar Reglement van Orde de wijze, waarop dit onderzoek zal worden ingesteld.

Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 15047 (R 1099), nrs. 1-5

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

Artikel 5.1.4 Zolang een voorstel van wet, ingediend vanwege de Koning, niet door de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering is aangenomen, kan het door deze en vanwege de regering worden gewijzigd.

Artikel 67 2. Zolang een voorstel niet door de Tweede Kamer of de verenigde vergadering is aangenomen, kan het door haar en vanwege de voorsteller worden gewijzigd.

Artikel 122 De Tweede Kamer alsmede de verenigde vergadering der Staten-Generaal heeft het recht wijzigingen in een voorstel des Konings te maken.

Artikel 5.1.5 Zodra de Tweede Kamer een voorstel van wet heeft aangenomen of tot indiening van een voorstel heeft besloten, zendt zij het aan de Eerste Kamer. Zij kan een of meer van haar leden opdragen een vanwege haar ingediend voorstel in de Eerste Kamer te verdedigen.

Artikel 66 2. Zodra.de Tweede Kamer een voorstel heeft aangenomen, zendt zij het aan de Eerste Kamer. Zij kan een of meer van haar leden opdragen een van harentwege ingediend voorstel in de Eerste Kamer te verdedigen.

Artikel 123, eerste lid Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onveranderd, hetzij gewijzigd, besluit, zendt zij het aan de Eerste Kamer met het volgende formulier: «De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel des Konings en is van oordeel, dat het, zoals het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen.» Artikel 127 De voordracht daartoe behoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van ' s Konings voorstellen is bepaald, en, na aanneming, aan de Eerste Kamer verzendt met het volgende formulier: «De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevensgaande voorstel, en is van oordeel, dat de Staten-Generaal daarop ' s Konings bewilliging behoren te verzoeken.» Zij is bevoegd aan een of meer van hsar leden de schriftelijke en mondelinge verdediging van haar voorstel in de Eerste Kamer op te dragen.

(Geen bepaling)

Artikel 5.1.6 Zolang een voorstel van wet niet door de Staten-Generaal is aangenomen, kan het vanwege de voorsteller worden ingetrokken. Artikel 5.1.7 1, Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning is bekrachtigd.

(Geen bepaling)

Artikel 67 1. Zolang een voorstel niet door de Staten-Generaal is aangenomen, kan het worden ingetrokken.

Artikel 68 1. Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en vervolgens door de Koning is bekrachtigd.

Artikel 129 Andere voordrachten, dan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan de Koning worden gedaan.

Artikel 125 Zolang de Eerste Kamer nog niet heen beslist, blijft de Koning bevoegd het door hem gedaan voorstel weder in te trekken.

Artikel 131, eerste lid Alle voorstellen van wet, door de Staten-Generaal aangenomen en door de Koning goedgekeurd, verkrijgen kracht van wet en worden door de Koning afgekondigd.

  • De Koning en de Staten-Generaal geven elkaar kennis van hun besluit omtrent enig voorstel van wet.
  • De Koning en de Staten-Generaal geven elkaar kennis van hun besluit omtrent enig voorstel.

Artikel 80, tweede lid Hij heeft het recht de door de Staten-Generaal aangenomen wetsontwerpen al of niet goed te keuren.

Artikel 123, tweede lid Wanneer de Tweede Kamer tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning met het volgende formulier: (•'De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt de Koning haar dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen.» Tweede Kamer, zitting 1977-1978,15047 (R 1099), nrs. 1-5

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

Artikel 124 De Eerste Kamer overweegt, met inachtneming van artikel 121 het voorstel zodanig als het door de Tweede Kamer is aangenomen. Wanneer zij tot aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning en aan de Tweede Kamer met de volgende formulieren: «Aan de Koning. De Staten-Generaal betuigen de Koning hun dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat en verenigen zich met het voorstel zoals het daar ligt.» «Aan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij zich heeft verenigd met het voorstel betrekkelijk

op de

aan haar door de Tweede Kamer toegezonden.» Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning en aan de Tweede Kamer met de volgende formulieren: «Aan de Koning. De Eerste Kamer der Staten-Generaal betuigt de Koning haar dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat, en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen.» «Aan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij de Koning eerbiedig heeft verzocht het voorstel betrekkelijk

, op de

aan haar door de Tweede Kamer toegezonden, in nadere overweging te nemen.» Artikel 128 Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan de Koning met het volgende formulier: «De Staten-Generaal, oordelende dat het nevensgaande voorstel zou kunnen strekken tot bevordering van de belangen van de Staat, verzoeken eerbiedig daarop ' s Konings bewilliging.» Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier: «De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich heeft verenigd met het van haar op de ontvangen voorstel betrekkelijk

en daarop namens de Staten-Generaal ' s Konings bewilliging heeft verzocht.» Wanneer de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurt, zo geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier: «De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft geen genoegzame reden gevonden om op het hiernevens teruggaande voorstel ' s Konings bewilliging te verzoeken.»

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,15047 (R 1099), nrs. 1-5

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

Artikel 130 De Koning doet de Staten-Generaal zo spoedig mogelijk kennis dragen, of hij een voorstel van wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren: «De Koning bewilligt in het voorstel.» of: «De Koning houdt het voorstel in overweging.» Artikel 5.1.8 De wet regelt de bekendmaking en de inwerkingtreding van de wetten. Zij treden niet in werking voordat zij zijn bekendgemaakt.

Artikel 69 1. De wetten kunnen niet in werking treden voordat zij zijn bekendgemaakt.

  • De wet regelt de bekendmaking en de inwerkingtreding van de wetten.

Artikel 131, eerste lid Alle voorstellen van wet, door de Staten-Generaal aangenomen en door de Koning goedgekeurd, verkrijgen kracht van wet en worden door de Koning afgekondigd.

Artikel 81 De wijze van afkondiging der wetten en der algemene maatregelen van bestuur en het tijdstip waarop zij aanvangen verbindende te zijn, worden door de wet geregeld. Het formulier van afkondiging der wetten is het volgende: «Wij» enz. «Koning der Nederlanden,» enz. «Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: <;Alzo Wij in overweging genomen hebben dat» enz. (De beweegredenen der wet.) «Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze» enz. (De inhoud der wet.) «Gegeven», enz. Ingeval een Koningin regeert of het Koninklijk gezag door een Regent of door de Raad van State wordt waargenomen, wordt de daardoor nodige wijziging in dit formulier gebracht.

Artikel 5.1.9 1. Algemene maatregelen van bestuur worden bij koninklijk besluit vastgesteld. 2. Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven • krachtens de wet. De wet regelt de op te leggen straffen. 3. De wet regelt de bekendmaking en de inwerkingtreding van de algemene maatregelen van bestuur. Zij treden niet in werking voordat zij zijn bekendgemaakt. 4. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op andere vanwege het Rijk vastgestelde algemeen verbindende voorschriften.

Artikel 70 1. Algemene maatregelen van bestuur worden bij koninklijk besluit vastgesteld. 2. Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven krachtens de wet. De wet regelt de op te leggen straffen. 3. De wet regelt de bekendmaking en de inwerkingtreding van de maatregelen.

  • Het tweede en derde lid zijn mede van toepassing op andere vanwege het Rijk vastgestelde algemeen verbindende voorschriften.

Artikel 57 Door de Koning worden algemene maatregelen van bestuur vastgesteld. Bepalingen door straffen te handhaven worden in die maatregelen niet gemaakt, dan krachtens de wet. De wet regelt de op te leggen straffen.

(Artikel 81)

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,15047 (R 1099), nrs. 1-5

Wetsontwerp

Staatscommissie

Grondwet

(Geen bepaling)

(Geen bepaling)

Artikel 78 Dispensatie van wetsbepalingen kan door de Koning slechts worden verleend met machtiging van de wet. De wet, welke deze machtiging verleent noemt de bepalingen, waarover de bevoegdheid tot dispensatie zich uitstrekt. Dispensatie van bepalingen van algemene maatregelen van bestuur is toegelaten voor zover de Koning zich de bevoegdheid daartoe bij de maatregel uitdrukkelijk heeft voorbehouden.

Artikel A5.1.8 Het formulier van afkondiging, vast-' gesteld bij artikel 81 en de formulieren van verzending en kennisgeving, vastgesteld bij de artikelen 123, 124, 127, 128 en 130 van de Grondwet naar de tekst van 1972, blijven van kracht totdat daarvoor een regeling is getroffen.

Artikel IV De formulieren voor eden, beloften of verklaringen, vastgesteld bij de artikelen 44, 53, 54, 86, 97 en 101 van de Grondwet naar de tekst van 1963, het formulier van afkondiging, vastgesteld bij artikel 81 en de formulieren van verzending en kennisgeving, vastgesteld bij de artikelen 123, 124, 127, 128 en 130 van die Grondwet blijven van kracht totdat daarvoor door het bevoegde gezag een regeling is getroffen.

(Geen bepaling)

Artikel A 5.1.9 Gedurende vijfjaren of een bij of krachtens de wet te bepalen kortere termijn, wordt artikel 5.1.9, vierde lid, gelezen: Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op andere vanwege het Rijk vastgestelde algemeen verbindende voorschriften. Deze voorschriften treden niet in werking voordat zij zijn bekend gemaakt.

(Geen bepaling)

(Geen bepaling)

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,15047 (R 1099), nrs. 1-5

 
 
 

2.

Meer informatie