Nota naar aanleiding van het verslag - Aanpassing en vernummering van de bepalingen in de Grondwet inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen en het recht van onderzoek

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 61

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 23 september 1982

De leden van de C.D.A.-fractie toonden zich erin geïnteresseerd te weten waarom in de Koninklijke Boodschap geschreven wordt over een wet «tot aanpassing en vernummering», terwijl in de voorgaande wetsontwerpen geschreven staat «houdende...... Wij merken hieroveropdatin dekoninklijke boodschappen in een deel van de gevallen het woord «houdende» en in andere gevallen het woord «tot» wordt gebezigd, zonder dat daarmee enig verschil in betekenis wordt beoogd. Aangezien het hierbij bovendien niet om de inhoud van de wet gaat, zien wij in deze variatie in de tekst van de koninklijke boodschappen bij de onderhavige vier aanpassingsontwerpen geen enkel bezwaar. Op de vraag van de leden van eerdergenoemde groepering naar de betekenis van de komma in de considerans achter het woord «goedgekeurd» en voor de woorden «bij de wet», zulks in tegenstelling tot de voorgaande wetsontwerpen, antwoorden wij, dat aan het hier aangeduide verschil evenmin enige betekenis mag worden toegekend. Waar het ook hier niet om de tekst van de wet zelf gaat, en de versie met een komma even duidelijk is als die zonder komma, zien wij voor een wijziging van de considerans van het onderhavige wetsontwerp op dit punt geen aanleiding.

De leden behorende tot de fractie van de P.v.d.A. gaven er blijk van met het onderhavige wetsontwerp te kunnen instemmen. Evenals de leden van de D'66-fractie toonden zij zich echter teleurgesteld over het feit dat de Eerste Kamer het parlementaire minderheidsenquêterecht heeft verworpen. De aan het woord zijnde leden zullen kunnen billijken dat wij in het kader van de behandeling van dit wetsontwerp op de merites van het verworpen voorstel niet nader ingaan.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, A. A. M. van Agt 1 Het verslag (17490 (R 1211) nr. 4) moet zijn:

De Minister van Binnenlandse Zaken, nr.5

M. G Rood

Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17490 (R 1211), nr. 6

 
 
 

2.

Meer informatie