Verslag - Aanpassing en vernummering van de bepaling over het voorzitterschap van de verenigde vergadering van de Staten-Generaal in de Grondwet

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

VERSLAG Vastgesteld 3 september 1982

Met de beantwoording van de navolgende vragen en opmerkingen die werden ingeleverd bij de bijzondere commissie voor de grondwetsherziening\ zal de plenaire afhandeling van dit wetsontwerp naar haar mening voldoende zijn voorbereid.

De leden behorende tot de fractie van de P.v.d.A. stelden de vraag waarom het voorzitterschap van de verenigde vergadering in een apart grondwetsartikel zou moeten worden geregeld. Is het niet mogelijk de betreffende zinsnede op te nemen als tweede zin van het vierde lid van artikel 3.1.2? Op die manier zouden dan bovendien de beide leden van het oude artikel 118 weer samengevoegd kunnen worden en kan de betreffende passage komen te luiden: «De voorzitter van de Eerste Kamer heeft de leiding van de vergadering». Een voorzitter heeft toch immers de leiding over een vergadering en niet over een verenigde vergadering? Het begrip «verenigde vergadering» heeft in de opzet van de Grondwet een meer zelfstandige betekenis dan de term «vergadering» in het nu gehandhaafde tweede lid van artikel 118.

' Samenstelling: M. Bakker (CPN), Van Rossum (SGP), Rietkerk (VVD), Roethof (PvdA), Vacature (VVD), Herfkens (PvdA), Stoffelen (PvdA), Van der Sanden (CDA), Kosto (PvdA), Salomons (PvdA), Aarts (CDA), Waltmans (PPR), De Kwaadsteniet (CDA), Patijn (PvdA), K. G. de Vries (PvdA), Faber (CDA), Nijpels (VVD), voorzitter, Tripels (VVD), Wilbers (D'66), Mateman (CDA), Wessel-Tuinstra (D'66), Van Es (PSP) en De Jonge (CDA).

De leden van de D'66-fractie wilden hun grote teleurstelling uiten over het feit dat een meerderheid van de Eerste Kamer gemeend had het toenmalige wetsontwerp 14222 te moeten verwerpen vanwege het amendement-De Kwaadsteniet, dat door nagenoeg alle leden van de Tweede Kamer was aanvaard. Hun gemoedsonrust over de gang van zaken gold met name ook het door de fracties van C.D.A., P.v.d.A. en D'66 -in navolging van de staatscommissie Cals/Donner -naar voren gebrachte en daarna nauwelijks tersprake gekomen compromis, namelijkde mogelijkheid dat de verenigde vergadering zelf haar voorzitter zou kunnen kiezen. Ten einde te voorkomen dat het conflict tussen de beide Kamers op de spits werd gedreven, hadden de leden van de D'66-fractie zich vóór dat compromis uitgesproken.

De voorzitter van de commissie, Nijpels De griffier van de commissie, De Beaufort

Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17451, nr. 4

 
 
 

2.

Meer informatie