Ontwerp van wet - Aanpassing en vernummering van de bepaling over het voorzitterschap van de verenigde vergadering van de Staten-Generaal in de Grondwet
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 2
ONTWERP VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat, met toepassing van additioneel artikel IX van de Grondwet, voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet door de Koning worden goedgekeurd bij de wet de aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet en de ongewijzigd gebleven bepaling over het voorzitterschap van de verenigde vergadering van de Staten-Generaal in de Grondwet voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast en dat laatstgenoemde bepaling de juiste plaats in de herziene Grondwet krijgt; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord., en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven verandering.
S-BiZa
Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17451, nrs. 1-3
ARTIKEL II
Artikel 118, tweede lid, van de Grondwet wordt gelezen als volgt: De voorzitter van de Eerste Kamer heeft de leiding van de verenigde vergadering.
ARTIKEL III
Artikel 118, tweede lid, van de Grondwet wordt geplaatst in het in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 3, Staten-Generaal, par. 1, Inrichting en samenstelling, en wordt vernummerd tot artikel 3.1.12a.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17451, nrs. 1-3