De stemmingen in verband met het ontwerp van (rijkswet: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake adeldom en ridderord... - Handelingen Tweede Kamer 1980-1981 18 september 1980 orde 9

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het ontwerp van (rijkswet: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake adeldom en ridderorden (15883, R 1129).

De Voorzitter: Het is mij gebleken dat de op dit wetsontwerp voorgestelde amendementen voldoende worden ondersteund. Ik deel nog mede, dat de amendementen-Van der Berg c.s. (stuk nr. 10) en -Nijpels c.s. (stuk nr. 11) inmiddels zijn ingetrokken ten gunste van het amendement-Van der Burg c.s. (stuk nr. 14). Het amendement-Van der Burg (stuk nr. 14,1) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR en DS'70 tegen dit amendement hebben gestemd. Artikel I, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Burg c.s. (stuk nr. 14,1), wordt zonder stemming aangenomen.

Het amendement-Van Ooijen c.s. (stuk nr. 13) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de PSP vóór dit amendement hebben gestemd. Ik neem aan, dat door de aanneming van het amendement-Van der Burg c.s. (stuk nr. 14,1) het amendement-Van der Burg c.s. tot schrapping van artikel 5.2.12 (stuk nr. 14, II) als aangenomen kan worden geschouwd. Artikel 5.2.13 wordt zonder stemming aangenomen. Artikel II, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Burg c.s. (stuk nr. 14, II) wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: Ik neem aan, dat door de aanneming van de amendementen-Van der Burg c.s. (stuk nr. 14,1 en II) het amendement op stuk nr. 14, III tot invoeging van een nieuw artikel III als aangenomen kan worden beschouwd. Artikel III (oud) en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: De aanwezige leden van de fracties van de PSP en D'66 wordt aantekening verleend, dat zij geacht wensen te worden tegen dit wetsontwerp te hebben gestemd.

 
 
 

2.

Meer informatie