Memorie van toelichting - Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

MEMORIE VAN TOELICHTING

Met dit voorstel van rijkswet wordt in verband met het bepaalde in artikel 137 van de Grondwet het voorstel tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen, vastgesteld bij de Rijkswet van 27 maart 1986 (Stb. 120), met het oog op de tweede lezing daarvan opnieuw aanhangig gemaakt. Voor de toelichting verwijzen wij naar de desbetreffende tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen (Kamerstukken II 1984/85, 19014 (R 1284); 1985/86, 19014 (R 1284) Handelingen II 1985/86, blz. Het advies van de Raad van state wordt niet 3137-3150; 3161-3174; 3423, Kamerstukken I 1985/86, 19014(R openbaar gemaakt op grond van net

< «nüi n i-< • r-t

«i-• • \ 11 J ••

  • < /->I->I-mr-I_I 1-.1-1-nn ^n-, ^-^ bepaalde in artikel 25a derde lid. onder b.

1284) (151,151a, 151b) Handelingen I 1985/86, blz. 855-857; 927-930; van de Wet op de Raad van State.

938-939; 960.).

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, R. F. M. Lubbers De Minister van Binnenlandse Zaken, R. W. de Korte

 
 
 

2.

Meer informatie