Brief van de leden Van der Burg en Stoffelen - Voorstel van Rijkswet van de leden Van der Burg en Stoffelen tot het in overweging nemen van een voorstel tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake het recht van onderzoek (enquête)

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 5

BRIEF VAN DE LEDEN VAN DER BURG EN STOFFELEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 juni 1985

De initiatiefnemers hebben hun verzoek, gedaan aan u in hun brief van 19 juni 1985, nader overwogen aan de hand van nieuwe adviezen. De brief van 19 juni jl. was ingegeven door de behoefte van de initiatiefnemers om een spoedige behandeling en afhandeling met vermijding van nodeloze vertragingen te bevorderen. Ons is thans echter gebleken, dat de in onze brief van 19 juni 1985 voorgestelde procedure ertoe leidt, dat op een later moment bij de behandeling van het voorstel van Rijkswet, bij voorbeeld door de Eerste Kamer, alsnog een advies van de Raad van State gevraagd zal gaan worden. Daarvan uitgaande en alles afwegende komen de initiatiefnemers alsnog tot de conclusie dat thans het beste het eerst advies van de Raad van State kan worden gevraagd. De Raad van State, die reeds eerder bij wetsvoorstel 16915 (R 1172) een uitgebreid advies heeft uitgebracht, zal in de gedachtengang van de initiatiefnemers mogelijkerwijs niet zoveel tijd nodig hebben om een advies uit te brengen dat zulks tot een vertraging in de procedure bij de Tweede kamer thans zal leiden.

Van der Burg Stoffelen

 
 
 

2.

Meer informatie