Recht op een eerlijk proces: nieuwe regels om het vermoeden van onschuld te garanderen
De ministers van de EU-lidstaten hebben vandaag nieuwe regels vastgesteld om het beginsel van het vermoeden van onschuld van iedereen die door de politie of de justitiële autoriteiten aangeklaagd of van een strafbaar feit verdacht wordt, te garanderen.
De richtlijn garandeert verder dat iedereen het recht heeft bij zijn proces aanwezig te zijn.
De nieuwe regels, die de Commissie in 2013 heeft gepresenteerd (IP/13/1157), moeten ervoor zorgen dat deze grondrechten ten volle en op gelijke wijze in de gehele EU worden gewaarborgd.
"Het recht op een eerlijk proces is een grondrecht dat in de praktijk overal in Europa moet worden gewaarborgd. Binnen de Europese Unie bestaan er nog altijd een aantal verschillen wat de bescherming van het vermoeden van onschuld betreft. De nieuwe gemeenschappelijke regels garanderen dat de politie en de justitiële autoriteiten de rechten van burgers in strafzaken respecteren. Voorafgaand aan de uitspraak geldt voor alle beklaagden het vermoeden van onschuld. Voor een eerlijk proces is verder vereist dat verdachten het recht hebben om te zwijgen en om bij hun proces aanwezig te zijn. Dit draagt bij tot een echte, op wederzijds vertrouwen gebaseerde Europese ruimte van recht en grondrechten", aldus Věra Jourová, EU-commissaris voor Justitie, Consumentenzaken en Gendergelijkheid.
De nieuwe regels gelden voor alle verdachten of beklaagden in strafprocedures. De volgende grondrechten worden gewaarborgd:
-
-Het beginsel van het vermoeden van onschuld: krachtens de nieuwe regels mag door de overheid en in gerechtelijke vonnissen niet publiekelijk naar iemands schuld worden verwezen alvorens de schuld is komen vast te staan. Er is nu een gemeenschappelijke definitie in alle lidstaten van het beginsel van het vermoeden van onschuld.
-
-Bewijslast van de aanklager: de nieuwe regels verduidelijken dat de bewijslast op de aanklager rust; de beklaagde hoeft niet zelf zijn onschuld te bewijzen. Het voordeel van de twijfel ligt bij de verdachte of de beklaagde.
-
-Het zwijgrecht: ook het zwijgrecht en het recht om zichzelf niet te beschuldigen, worden gewaarborgd. Dit mag niet tegen verdachten of beklaagden worden gebruikt om tot een veroordeling te komen.
-
-Het recht heeft om bij het proces aanwezig te zijn: het recht om zelf bij het proces aanwezig te zijn, is essentieel voor een eerlijk proces. Bij schending van dit recht heeft een verdachte of beklaagde recht op een nieuw proces.
De nieuwe regels zijn gebaseerd op de EU-grondrechten, zoals neergelegd in het EU-Handvest van de grondrechten en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. De rechten in de richtlijn maken deel uit van het Unierecht en worden als zodanig door de lidstaten gehandhaafd.
Deze EU-grondrechten worden op gelijke wijze in alle EU-lidstaten toegepast. Dit bevordert het vertrouwen dat de lidstaten in elkaars gerechtelijke beslissingen stellen en vereenvoudigt de wederzijdse erkenning van vonnissen in strafzaken.
Volgende stappen
Na de formele vaststelling van de nieuwe regels door de Raad i vandaag hebben de lidstaten een termijn van twee jaar om aan de richtlijn te voldoen. De Commissie zal nauw met de lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat de richtlijn correct wordt uitgevoerd.
Achtergrond
Het Europees Parlement i, de Raad en de Europese Commissie i hebben in oktober 2015 overeenstemming bereikt over de definitieve tekst van de nieuwe regels over het vermoeden van onschuld en het recht om bij het proces aanwezig te zijn. Het Europees Parlement heeft op 20 januari 2016 zijn standpunt vastgesteld (ziepersbericht).
Deze richtlijn is van toepassing op alle lidstaten, met uitzondering van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk.
De nieuwe regels van vandaag zijn een onderdeel van een belangrijk pakket ter waarborging van het recht op een eerlijk proces voor burgers in strafprocedures dat de Commissie in november 2013 heeft gepresenteerd (IP/13/1157). Dit pakket omvat drie wetgevingsvoorstellen:
-
-De richtlijn betreffende speciale waarborgen voor kinderen. Het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie hebben hierover in december 2015 overeenstemming bereikt (zie MEX/15/6350); de Raad moet deze nog vaststellen;
De Commissie heeft verscheidene voorstellen ingediend om de rechten van verdachten en beklaagden te versterken middels het vastleggen van gemeenschappelijke minimumnormen voor rechten op een eerlijk proces. Drie richtlijnen zijn reeds vastgesteld: de richtlijn betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (2010); de richtlijn betreffende het recht op informatie in strafprocedures (2012); en de richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat en het recht om met derden te communiceren (2013). De richtlijn betreffende de rechten van slachtoffers is op 16 november 2015 in werking getreden.
Meer informatie
De rechten van verdachte en beklaagde personen
IP/16/291
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |