BIJLAGEN bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 15 september 2016 (OR. en)

12252/16

Interinstitutioneel dossier: ADD 1

2016/0288 (COD) i

TELECOM 165 COMPET 486 MI 578 CONSOM 215 IA 72 CODEC 1269

VOORSTEL

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

ingekomen: 14 september 2016

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: COM(2016) 590 final i

Betreft: BIJLAGEN bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 590 final i.

Bijlage: COM(2016) 590 final i

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 12.10.2016 COM(2016) 590 final i

ANNEXES 1 to 11

BIJLAGEN

bij het

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie

{SWD(2016) 303 final/2}

{SWD(2016) 304 final}

{SWD(2016) 305 final}

{SWD(2016) 313 final}

BIJLAGEN

bij het

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie

 2002/20/EG (aangepast)

BIJLAGE I

LIJST VAN VOORWAARDEN DIE KUNNEN WORDEN VERBONDEN AAN ALGEMENE MACHTIGINGEN, GEBRUIKSRECHTEN VOOR RADIOSPECTRUM

EN RECHTEN OM NUMMERS TE GEBRUIKEN

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 1 (aangepast)  nieuw

Deze bijlage bevat de volledige lijst van voorwaarden die kunnen worden verbonden aan algemene machtigingen  voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, met uitzondering van nummeronafhankelijke persoonlijke communicatiediensten , (deel A),  elektronische-communicatienetwerken (deel B), elektronische-communicatiediensten, met uitzondering van nummeronafhankelijke persoonlijke communicatiediensten, (deel C),  rechten om radiofrequenties te gebruiken (deel BD) en rechten om nummers te gebruiken (deel CE) als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 11, lid 1, onder a), van deze richtlijn, binnen de grenzen zoals aangegeven in de artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 van Richtlijn 2002/21/EG i (kaderrichtlijn).

 2002/20/EG (aangepast)

  • A. 
    A LGEMENEV V OORWAARDEN DIE AAN EEN ALGEMENE MACHTIGING KUNNEN

    WORDEN VERBONDEN

  • 1. 
    Financiële bijdrage voor de financiering van universele dienstverlening overeenkomstig Richtlijn 2002/22/EG i (Universeledienstrichtlijn).
  • 21. 
    Administratieve bijdragen overeenkomstig artikel 12 16 van deze richtlijn.

     2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder b)

  • 72. 
    Voor de sector elektronische communicatie specifieke bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer overeenkomstig Richtlijn 2002/58/EG i van het Europees

Parlement en de Raad (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) 1

 2002/20/EG  1 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder d)

  • 103. 
    Informatie die moet worden verstrekt in het kader van een kennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 3, lid 3, 12 van deze richtlijn, en voor andere doeleinden als bedoeld in artikel 11 21 van deze richtlijn.
  • 114. 
    Mogelijkheid van legale onderschepping door de bevoegde nationale instanties overeenkomstig  1 Richtlijn 2002/58/EG i  en Richtlijn 95/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije

verkeer van die gegevens 2 .

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder e)

11 bis5. Voorwaarden voor het gebruik van mededelingen van overheidsinstanties aan het algemene publiek om het publiek te waarschuwen voor imminente dreigingen en om de gevolgen van grote rampen te verzachten.

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder f)

  • 126. 
    Voorwaarden voor gebruik tijdens grote rampen of nationale noodsituaties om de communicatie tussen hulpdiensten en overheidsinstanties te waarborgen.

     2002/20/EG (aangepast)

  • 147. 
    Andere toegangsverplichtingen dan die in artikel 6, lid 2, 13 van deze richtlijn die gelden voor ondernemingen die elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aanbieden, overeenkomstig Richtlijn 2002/19/EG i (toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten).

     2002/20/EG

  • 188. 
    Maatregelen om de naleving te waarborgen van de in artikel 39 17 van Richtlijn 2002/21/EG i (Kaderrichtlijn) bedoelde normen en/of specificaties.

1 PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

2 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder h) (aangepast)

  • 199. 
    Transparantieverplichtingen voor aanbieders van openbare communicatienetwerken die openbare elektronischecommunicatiediensten aanbieden om eind-tot-eindverbindingen te waarborgen overeenkomstig de doelstellingen en beginselen van artikel 3 8 van Richtlijn 2002/21/EG i, bekendmaking van de voorwaarden ter beperking van de toegang tot en/of het gebruik van diensten en toepassingen indien dergelijke voorwaarden door de lidstaten zijn toegestaan in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht alsmede, voor zover dit nodig en evenredig is, toegang van de nationale regelgevende instanties tot de informatie die zij nodig hebben om de juistheid van bedoelde bekendmaking te toetsen.

     2002/20/EG (aangepast)

  • B. 
    SPECIFIEKE VOORWAARDEN DIE KUNNEN WORDEN VERBONDEN AAN EEN ALGEMENE MACHTIGING VOOR HET AANBIEDEN VAN ELEKTRONISCHE -

    COMMUNICATIENETWERKEN

  • 31. 
    Interoperabiliteit van diensten en iInterconnectie van netwerken overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/19/EG i (Toegangsrichtlijn).

     2002/20/EG

  • 5. 
    Milieuvoorschriften en stedenbouwkundige en planologische voorschriften, alsmede voorschriften en voorwaarden in verband met het verlenen van toegang tot of het gebruik van openbaar of particulier terrein en voorwaarden in verband met collocatie en gedeeld gebruik van faciliteiten overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG i (Kaderrichtlijn), in voorkomend geval met inbegrip van alle financiële of technische waarborgen die noodzakelijk zijn om de goede uitvoering van de infrastructuurwerken te waarborgen.
  • 62. 
    Doorgifteverplichtingen overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/22/EG i (Universeledienstrichtlijn).

     2002/20/EG (aangepast)  nieuw

  • 133. 
    Maatregelen  voor de bescherming van de volksgezondheid tegen  ter beperking van de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden die worden veroorzaakt door elektronische communicatienetwerken, overeenkomstig het Gemeenschapsrecht  Unierecht   , zoveel mogelijk rekening houdend met Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad  .
  • 154. 
    Handhaving van de integriteit van de openbare communicatienetwerken, overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/19/EG i (Toegangsrichtlijn) en Richtlijn 2002/22/EG i (Universeledienstrichtlijn), mede door preventie van elektromagnetische interferentie tussen elektronische communicatienetwerken en/of -diensten overeenkomstig Richtlijn 89/336/EEG i van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van

de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit 3 .

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder g)

  • 165. 
    Beveiliging van openbare netwerken tegen ongeoorloofde toegang overeenkomstig Richtlijn 2002/58/EG i (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie).

     2002/20/EG (aangepast)  nieuw

  • 176. 
    Voorwaarden voor het gebruik van radiofrequenties  radiospectrum  overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Richtlijn 1999/5/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit 2014/53/EU, wanneer het gebruik niet is onderworpen aan de verlening van individuele gebruiksrechten overeenkomstig artikel 546, lid 1,  en artikel 48 .

     2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder h) (aangepast)

  • 197. 
    Transparantieverplichtingen voor aanbieders van openbare communicatienetwerken die openbare elektronischecommunicatiediensten aanbieden om eind-tot-eindverbindingen te waarborgen overeenkomstig de doelstellingen en beginselen van artikel 3 8 van Richtlijn 2002/21/EG i, bekendmaking van de voorwaarden ter beperking van de toegang tot en/of het gebruik van diensten en toepassingen indien dergelijke voorwaarden door de lidstaten zijn toegestaan in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht alsmede, voor zover dit nodig en evenredig is, toegang van de nationale regelgevende instanties tot de informatie die zij nodig hebben om de juistheid van bedoelde bekendmaking te toetsen.

C . SPECIFIEKE VOORWAARDEN DIE KUNNEN WORDEN VERBONDEN AAN EEN ALGEMENE MACHTIGING VOOR HET AANBIEDEN VAN ELEKTRONISCHE - COMMUNICATIEDIENSTEN , MET UITZONDERING VAN NUMMERONAFHANKELIJKE PERSOONLIJKE COMMUNICATIEDIENSTEN

 nieuw

  • 1. 
    Interoperabiliteit van diensten overeenkomstig deze richtlijn.

3 PB L 139 van 23.5.1989, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG i (EEG (PB L 220 van

30.8.1993, blz. 1).

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder a)

  • 42. 
    Toegankelijkheid voor eindgebruikers van nummers van het nationale nummerplan, nummers van de Europese telefoonnummerruimte, de internationale universele gratis nummers, en, waar zulks technisch en economisch haalbaar is, nummers van de nummerplannen van andere lidstaten, en de voorwaarden overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/22/EG i (universeledienstrichtlijn).

     2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 2, onder c) (aangepast)

  • 83. 
    Voor de sector elektronische communicatie specifieke voorschriften inzake consumentenbescherming, met inbegrip van voorwaarden overeenkomstig Richtlijn 2002/22/EG i (universeledienstrichtlijn), en voorwaarden inzake toegankelijkheid voor gebruikers met een handicap overeenkomstig artikel 7 van die richtlijn.

     2002/20/EG

  • 94. 
    Beperkingen in verband met de doorgifte van onwettige inhoud, overeenkomstig Richtlijn

2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de

elektronische handel, in de interne markt 4 , en beperkingen in verband met de doorgifte van

onwettige inhoud overeenkomstig Richtlijn 2010/13 i/EU van het Europees Parlement en de

Raad Richtlijn 89/552/EEG i van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van

televisie-omroepactiviteiten 5 , gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG i van het Europees Parlement

en de Raad.

 2002/20/EG (aangepast)

BD. V OORWAARDEN DIE AAN GEBRUIKSRECHTEN VOOR

RADIOFREQUENTIES RADIOSPECTRUM KUNNEN WORDEN VERBONDEN

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 3, onder a) (aangepast)

  • 1. 
    Verplichting om een dienst aan te bieden of een soort technologie  binnen de grenzen van artikel 45 van deze richtlijn  te gebruiken waarvoor de gebruiksrechten voor de frequentie zijn verleend, met inbegrip van in voorkomend geval de  vereisten inzake dekking en de kwaliteit van dienstverlening  dekkingsvereisten en kwaliteitseisen.

4 PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

5 PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG i van het Europees

Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 3, onder b)  nieuw

  • 2. 
    Daadwerkelijk en efficiënt gebruik van frequenties  spectrum  overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/21/EG i (kaderrichtlijn).

     2002/20/EG  nieuw

  • 3. 
    Technische en operationele voorwaarden ter voorkoming van schadelijke interferentie en  voor de bescherming van de volksgezondheid tegen  ter beperking van blootstelling van het publiek aan elektromagnetische velden,  zoveel mogelijk rekening houdend met

Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad 6  indien deze voorwaarden afwijken van de in de

algemene machtiging opgenomen voorwaarden.

  • 4. 
    Maximumduur overeenkomstig artikel 549 van deze richtlijn, onder voorbehoud van wijzigingen van het nationale frequentieplan.
  • 5. 
    Overdracht  of verhuur  op initiatief van de houder van de rechten, van rechten en de daarvoor geldende voorwaarden overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/21/EG i (Kaderrichtlijn).
  • 6. 
    Gebruiksvergoedingen overeenkomstig artikel 13 42 van deze richtlijn.
  • 7. 
    Alle toezeggingen die de onderneming die het gebruiksrecht heeft verkregen, in  het kader van een proces inzake machtiging of verlenging van een machtiging heeft gedaan voorafgaand aan de verlening van de machtiging of, indien van toepassing, voorafgaand aan de uitnodiging tot het aanvragen van gebruiksrechten  de loop van een op mededinging gebaseerde of een vergelijkende selectieprocedure heeft gedaan.

     nieuw

  • 8. 
    Verplichtingen om radiospectrum te bundelen of te delen of om toegang tot radiospectrum toe te staan aan andere gebruikers in specifieke regio's of op nationaal niveau.

     2002/20/EG

  • 89. 
    Verplichtingen uit hoofde van de relevante internationale overeenkomsten aangaande het gebruik van frequenties.

     2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 3, onder c)

  • 910. 
    Specifieke verplichtingen voor experimenteel gebruik van radiofrequenties.

6 Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz - 300 GHz (PB L 199 van 30.7.1999, blz. 59).

 2002/20/EG

CE. V OORWAARDEN DIE AAN GEBRUIKSRECHTEN VOOR NUMMERS KUNNEN WORDEN

VERBONDEN

 2009/140/EG art. 3, lid 11, en bijlage, punt 4

  • 1. 
    Aanwijzing van de dienst waarvoor het nummer moet worden gebruikt, met inbegrip van alle vereisten met betrekking tot het verlenen van die dienst alsook, om twijfel te voorkomen, tariefbeginselen en maximumprijzen die voor de specifieke nummerreeks van toepassing kunnen zijn ter waarborging van de bescherming van de consument overeenkomstig artikel 8, lid 4, onder b), van Richtlijn 2002/21/EG i (kaderrichtlijn)3, lid 2, onder d), van deze richtlijn.

     2002/20/EG  nieuw

  • 2. 
    Daadwerkelijk en efficiënt gebruik van nummers overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn

2002/21/EG (Kaderrichtlijn).

  • 3. 
    Eisen inzake nummerportabiliteit overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/22/EG i (Universeledienstrichtlijn).
  • 4. 
    De verplichting om aan de in de publieke telefoongidsen opgenomen abonnees

 eindgebruikers  informatie te verstrekken, over de artikelen 5 en 25 artikel 104 van deze richtlijn Richtlijn 2002/22/EG i (Universeledienstrichtlijn).

  • 5. 
    Maximumduur overeenkomstig artikel 546 van deze richtlijn, onder voorbehoud van wijzigingen van het nationale nummerplan.
  • 6. 
    Overdracht op initiatief van de houder van de rechten, van rechten en de daarvoor geldende voorwaarden overeenkomstig deze richtlijn Richtlijn 2002/21/EG i (Kaderrichtlijn).
  • 7. 
    Gebruiksvergoedingen overeenkomstig artikel 13 42 van deze richtlijn.
  • 8. 
    Alle toezeggingen die de onderneming die het gebruiksrecht heeft verkregen, in de loop van een op mededinging gebaseerde of een vergelijkende selectieprocedure heeft gedaan.
  • 9. 
    De verplichtingen uit hoofde van de relevante internationale overeenkomsten aangaande het gebruik van nummers.

     nieuw

  • 10. 
    Verplichtingen inzake het extraterritoriaal gebruik van nummers binnen de Unie teneinde de naleving van voorschriften inzake consumentenbescherming en andere nummergerelateerde voorschriften in andere lidstaten dan de lidstaat van de landcode te waarborgen.

     2002/19/EG (aangepast)

BIJLAGE II

VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DIGITALE TELEVISIE- EN RADIO- OMROEPDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN KIJKERS EN LUISTERAARS IN DE GEMEENSCHAPUNIE

D EEL I: V OORWAARDEN VOOR SYSTEMEN VAN VOORWAARDELIJKE TOEGANG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 660, LID 1

De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig artikel 6 60 met betrekking tot de voorwaardelijke toegang tot digitale televisie- en radio-omroepdiensten voor kijkers en luisteraars in de Gemeenschap  Unie  , ongeacht de wijze van doorgifte, de volgende voorwaarden gelden:

  • a) 
    systemen van voorwaardelijke toegang die op de markt van de Gemeenschap worden geëxploiteerd moeten de nodige technische mogelijkheden bieden voor een kosteneffectieve controle-overdracht, waarbij de mogelijkheid wordt geboden voor volledige controle door netwerkexploitanten op lokaal of regionaal niveau op de diensten waarbij gebruikt wordt gemaakt van dergelijke systemen van voorwaardelijke toegang;

ba) alle exploitanten van diensten voor voorwaardelijke toegang, ongeacht de wijze van doorgifte, die diensten voor toegang tot digitale televisie- en radiodiensten aanbieden, waarvan de omroepen afhangen om potentiële kijkers of luisteraars te kunnen bereiken, moeten:

– alle omroepen op billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden die in overeenstemming zijn met de communautaire mededingingsregels  mededingingsregels van de Unie  , technische diensten aanbieden met behulp waarvan de op digitale wijze doorgegeven diensten van de omroep door gemachtigde kijkers of luisteraars kunnen worden ontvangen door middel van door de exploitant van de betrokken diensten beheerde decoders, en die voldoen aan de communautaire mededingingsregels,  mededingingsregels van de Unie  ;

– een gescheiden boekhouding voeren met betrekking tot hun activiteiten als aanbieders van voorwaardelijke toegang;

cb) wanneer zij licenties verlenen aan fabrikanten van consumentenapparatuur moeten de houders van industriële-eigendomsrechten op producten en systemen voor voorwaardelijke toegang ervoor zorgen dat dit gebeurt op billijke, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden. De houders van dergelijke rechten mogen, rekening houdend met technische en commerciële factoren, de verlening van licenties niet binden aan voorwaarden die een verbod leggen op dan wel ontradend of ontmoedigend werken ten aanzien van de verwerking in hetzelfde product van:

– een gemeenschappelijke interface die een verbinding met verschillende andere toegangsystemen mogelijk maakt, of

– voor een ander toegangsysteem kenmerkende functies, mits de licentiehouder zich houdt aan de redelijke en passende voorwaarden die, wat hem betreft, moeten zorgen voor de veiligheid van de transacties van de exploitanten van systemen van voorwaardelijke toegang.

D EEL II: A NDERE FACILITEITEN WAARAAN UIT HOOFDE VAN ARTIKEL 559, LID 1, ONDER B ),

VOORWAARDEN KUNNEN WORDEN OPGELEGD

  • a) 
    Toegang tot applicatieprogramma-interfaces (API's)
  • b) 
    Toegang tot elektronische programmagidsen (EPG's)  2009/140/EG art. 2, lid 12, onder a)

BIJLAGE II

MINIMUMLIJST VAN PUNTEN DIE MOETEN VOORKOMEN IN HET DOOR AANGEMELDE EXPLOITANTEN MET AANMERKELIJKE MARKTMACHT TE

PUBLICEREN REFERENTIEAANBOD VOOR TOEGANG TOT GROOTHANDELSNETWERKINFRASTRUCTUUR, MET INBEGRIP VAN

GEDEELDE OF VOLLEDIG ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET

AANSLUITNETWERK OP EEN VASTE LOCATIE

 2002/19/EG

In deze bijlage wordt verstaan onder:

 2009/140/EG art. 2, lid 12, onder b)

a)„subnetwerk”: een gedeeltelijk aansluitnetwerk dat het netwerkaansluitpunt verbindt met een concentratiepunt of een ander bepaald tussenliggend aansluitpunt in

het vaste openbare elektronischecommunicatienetwerk;

 2002/19/EG

  • b) 
    „ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk”: volledig ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk; dit begrip behelst

    geen verandering in de eigendom van het aansluitnetwerk;

     2009/140/EG art. 2, lid 12, onder c)

c)„volledig ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk”: het verlenen van toegang aan een ontvanger tot het aansluitnetwerk of het subnetwerk van de exploitant met aanmerkelijke marktmacht, waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik

van de volledige capaciteit van de netwerkinfrastructuur;

 2009/140/EG art. 2, lid 12. onder d)

d)„gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk”: het verlenen aan een ontvanger van toegang tot het aansluitnetwerk of subnetwerk van de aangemelde exploitant met aanmerkelijke marktmacht, waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik

van een gespecificeerd deel van de capaciteit van de netwerkinfrastructuur, zoals een deel van de frequentie of iets gelijkwaardigs;  2002/19/EG

A.V OORWAARDEN VOOR ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNETWERK

 2009/140/EG art. 2, lid 12, onder e)

  • 1. 
    Netwerkelementen waartoe toegang wordt aangeboden, met in het bijzonder de volgende elementen, tezamen met passende bijbehorende faciliteiten:
    • a) 
      ontbundelde toegang tot aansluitnetwerken (volledige en gedeelde);
    • b) 
      ontbundelde toegang tot subnetwerken (volledige en gedeelde), met inbegrip van, indien relevant, toegang tot niet-actieve netwerkelementen voor de aanleg van omleidingsnetwerken;
    • c) 
      indien relevant, toegang tot kabelgoten voor het aanleggen van toegangsnetwerken.
  • 2. 
    Informatie over de locaties van de fysieke aansluitpunten, waaronder straatkasten en distributienetwerken, beschikbaarheid van aansluitnetwerken, subnetwerken en omleidingsnetwerken op bepaalde delen van het toegangsnet, en indien relevant, informatie over de locaties van de kabelgoten en de beschikbaarheid in kabelgoten.
  • 3. 
    Technische voorwaarden die verband houden met toegang tot en gebruik van aansluitnetwerken en subnetwerken, met inbegrip van de technische kenmerken van de tweeaderige metaalleiding, glasvezel of een equivalent, kabeldistributeurs en van kabelgoten, en bijbehorende faciliteiten, alsook, indien relevant, technische condities met betrekking tot toegang tot kabelgoten.

     2002/19/EG

  • 4. 
    Procedures voor het bestellen en verstrekken, gebruiksbeperkingen.

B.C OLLOCATIEDIENSTEN

 2009/140/EG art. 2, lid 12, onder f)

  • 1. 
    Informatie over de bestaande desbetreffende plaatsen van de aangemelde exploitanten met aanmerkelijke marktmacht of plaatsen van de apparatuur en de geplande modernisering

ervan 7 .

7 Om redenen van openbare veiligheid kan de beschikbaarheid van deze informatie beperkt worden tot

belanghebbenden.

 2002/19/EG

  • 2. 
    Collocatieopties op de in punt B1 genoemde plaatsen (met inbegrip van fysieke collocatie en, in voorkomend geval, collocatie op afstand en virtuele collocatie).
  • 3. 
    Apparatuurkenmerken: Eventuele beperkingen voor apparatuur die in collocatie kan worden geplaatst.
  • 4. 
    Veiligheidsaspecten: Door aangemelde exploitanten getroffen maatregelen om de veiligheid van hun locaties te waarborgen.
  • 5. 
    Voorwaarden voor de toegang van het personeel van concurrerende exploitanten.
  • 6. 
    Veiligheidsnormen.
  • 7. 
    Regels voor toewijzing van ruimte wanneer de collocatieruimte beperkt is.
  • 8. 
    Regels voor ontvangers voor de inspectie van locaties waarop fysieke collocatie mogelijk is of plaatsen waar collocatie is geweigerd in verband met ruimtegebrek.

C.I NFORMATIESYSTEMEN

Voorwaarden voor toegang tot de operationele ondersteunende systemen, informatiesystemen of databases voor reservering, levering, bestelling, onderhouds- en herstelverzoeken en facturering van de aangemelde exploitant.

D.L EVERINGSVOORWAARDEN

  • 1. 
    Termijn waarbinnen wordt gereageerd op verzoeken om diensten en faciliteiten, overeenkomsten inzake het niveau van de dienst, procedures om gebreken te verhelpen en om terug te keren naar het gangbare niveau van dienstverlening en parameters voor de kwaliteit van de dienstverlening.
  • 2. 
    Standaardcontract, indien van toepassing met inbegrip van vergoeding voor te late levering.
  • 3. 
    Tarieven of tariferingsformules voor elk van bovengenoemde aspecten, functies en faciliteiten.

     nieuw

BIJLAGE III

CRITERIA VOOR DE VASTSTELLING VAN GESPREKSAFGIFTETARIEVEN OP

GROOTHANDELSNIVEAU

Criteria en parameters voor de vaststelling van tarieven voor gespreksafgifte op groothandelsniveau op vaste en mobiele markten als bedoeld in artikel 73, lid 4:

(a) de relevante incrementele kosten van de gespreksafgiftediensten op groothandelsniveau worden vastgesteld op basis van het verschil tussen de totale

langetermijnkosten van een exploitant die het volledige gamma van diensten verleent en de totale langetermijnkosten van een exploitant die geen gespreksafgiftediensten op groothandelsniveau aan derden verschaft;

(b) van de kosten die met het verkeer samenhangen, worden alleen kosten die vermeden kunnen worden wanneer geen gespreksafgiftediensten op groothandelsniveau worden geleverd, toegerekend aan het relevante afgifte-increment;

(c) kosten die samenhangen met aanvullende netwerkcapaciteit worden alleen opgenomen voor zover deze ontstaan door de noodzaak om de capaciteit te verhogen

met het oog op extra verkeer betreffende gespreksafgifte op groothandelsniveau;

(d) vergoedingen inzake radiospectrum worden uitgesloten van het mobiele afgifteincrement;

(e) van de commerciële kosten op groothandelsniveau worden alleen de kosten opgenomen die rechtstreeks verband houden met het aanbieden van de gespreksafgiftedienst op groothandelsniveau aan derden;

(f) alle exploitanten van vaste netwerken worden geacht gespreksafgiftediensen aan te bieden tegen dezelfde kosten per eenheid als de efficiënte exploitant, ongeacht hun omvang;

(g) voor exploitanten van mobiele netwerken wordt de minimale efficiënte schaal vastgesteld op een marktaandeel van ten minste 20 %;

(h) de relevante benadering voor de waardevermindering van activa is economische waardevermindering; en

(i) de keuze betreft de technologie van de gemodelleerde netwerken is toekomstgericht, gebaseerd op een IP-kernnetwerk, rekening houdend met de verschillende technologieën die waarschijnlijk zullen worden gebruikt gedurende de geldigheidsperiode van het maximale tarief. In het geval van vaste netwerken, wordt ervan uitgegaan dat gesprekken uitsluitend pakketgeschakeld zijn.

BIJLAGE IV

CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN AANBIEDINGEN BETREFFENDE

MEDE-INVESTERINGEN

Wanneer de nationale regelgevende instantie een aanbieding betreffende mede-investeringen overeenkomstig artikel 74, lid 1, onder d) beoordeelt, controleert zij of aan de volgende criteria is voldaan:

(a) De aanbieding betreffende mede-investeringen staat op niet-discriminerende basis gedurende de levensduur van het door middel van een aanbieding betreffende medeinvesteringen aangelegde netwerk open voor alle ondernemingen. De AMM- exploitant kan in de aanbieding redelijke voorwaarden betreffende de financiële capaciteit van ondernemingen opnemen, waarbij bijvoorbeeld is bepaald dat potentiële mede-investeerders moeten aantonen dat zij in staat zijn gefaseerde betalingen uit te voeren op basis waarvan de implementatie wordt gepland, de aanvaarding van een strategisch plan op basis waarvan implementatieplannen voor de middellange termijn worden uitgestippeld enz.

(b) De aanbieding betreffende mede-investeringen is transparant:

– de aanbieding is beschikbaar en gemakkelijk te identificeren op de website van de AMM-exploitant;

– de volledige voorwaarden, inclusief alle bijzonderheden, moeten ter beschikking worden gesteld van alle potentiële bieders die belangstelling voor de aanbieding hebben, met inbegrip van de rechtsvorm van de overeenkomst betreffende mede-investering en – indien relevant – de belangrijkste governancevoorschriften van het mede-investeringsvehikel; en

– het proces, waaronder het stappenplan voor de oprichting en ontwikkeling van het mede-investeringsproject, moet van tevoren worden vastgesteld, het moet op duidelijke wijze schriftelijk aan alle potentiële mede-investeerders worden uiteengezet, en alle significante mijlpalen moeten op niet-discriminerende wijze aan alle ondernemingen worden meegedeeld.

(c) De aanbieding betreffende mede-investeringen omvat voorwaarden voor potentiële investeerders op basis waarvan duurzame concurrentie op de lange termijn wordt bevorderd, met name:

– Aan alle ondernemingen moeten billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden worden aangeboden voor de deelname aan een overeenkomst betreffende de mede-investering naargelang van het tijdstip waarop zij partij worden, onder meer wat betreft een verplichte financiële bijdrage voor de verwerving van specifieke rechten, wat betreft de bescherming van de medeinvesteerders op grond van die rechten, zowel tijdens de aanlegfase als tijdens de exploitatiefase, bijvoorbeeld door het verlenen van onvervreemdbare gebruiksrechten (IRU – Indefeasible Rights of Use) voor de verwachte levensduur van het netwerk waarin mede-investering plaatsvindt, en wat betreft de voorwaarden voor de deelname aan en eventuele opzegging van de overeenkomst betreffende mede-investering. Niet-discriminerende voorwaarden houden in deze context niet in dat aan alle potentiële medeinvesteerders precies dezelfde voorwaarden, met inbegrip van financiële voorwaarden, moeten worden aangeboden, maar dat alle varianten van de aangeboden voorwaarden gerechtvaardigd moeten zijn op basis van dezelfde objectieve, transparante, niet-discriminerend en voorspelbare criteria, zoals het aantal vastgelegde eindgebruikerslijnen.

– De aanbieding moet voorzien in flexibiliteit wat betreft de waarde en looptijd van de verbintenissen die door elke mede-investeerder worden aangegaan, bijvoorbeeld door middel van een overeengekomen en potentieel toenemend percentage van de totale eindgebruikerslijnen in een bepaald gebied, waartoe de mede-investeerders zich geleidelijk kunnen verbinden, vastgesteld op een niveau per eenheid dat kleinere mede-investeerders de mogelijkheid geeft hun deelname geleidelijk te verhogen, terwijl adequate niveaus van oorspronkelijke verbintenissen worden gewaarborgd. Bij de vaststelling van de door elke medeinvesteerder te leveren financiële bijdrage moet rekening worden gehouden met het feit dat vroege investeerders grotere risico's lopen en eerder kapitaal inbrengen.

– Een geleidelijk toenemende premie moet als gerechtvaardigd worden beschouwd voor verbintenissen die in een later stadium worden aangegaan en voor nieuwe mede-investeerders die instappen in de mede-investering nadat het project van start is gegaan, zodat rekening wordt gehouden met afnemende risico’s en wordt voorkomen dat er prikkels van uitgaan om kapitaal niet in een vroeg stadium in te brengen.

– In het kader van de overeenkomst betreffende de mede-investering moet het mogelijk zijn dat mede-investeerders verkregen rechten overdragen aan andere mede-investeerders of aan derden die bereid zijn partij te worden bij de overeenkomst betreffende de mede-investering, mits de overnemende partij verplicht wordt om alle in het kader van de overeenkomst betreffende de medeinvestering aan de overdragende partij opgelegde oorspronkelijke verplichtingen na te leven.

– De mede-investeerders moeten elkaar onder billijke en redelijke voorwaarden wederzijdse rechten verlenen betreffende toegang tot infrastructuur waarop de mede-investering betrekking heeft met als doel het downstream aanbieden van diensten, onder meer aan eindgebruikers, op basis van transparante voorwaarden die duidelijk zijn vastgelegd in de aanbieding betreffende medeinvesteringen en de daaropvolgende overeenkomst, met name wanneer de mede-investeerders individueel en afzonderlijk verantwoordelijk zijn voor de implementatie van specifieke onderdelen van het netwerk. Indien een medeinvesteringsvehikel wordt gecreëerd, moet dit, direct of indirect, voorzien in toegang tot het netwerk voor alle mede-investeerders, op basis van de gelijkwaardigheid van inputs en onder billijke en redelijke voorwaarden, met inbegrip van financiële voorwaarden waarin rekening is gehouden met de verschillende risiconiveaus die de afzonderlijke mede-investeerders aanvaarden.

(d) Met de aanbieding betreffende mede-investeringen wordt een duurzame investering gewaarborgd waarmee waarschijnlijk tegemoet wordt gekomen aan toekomstige behoeften, doordat nieuwe netwerkelementen worden geïmplementeerd die aanzienlijk bijdragen tot de implementatie van netwerken met een zeer hoge

capaciteit. 

 nieuw

BIJLAGE V

LIJST VAN DIENSTEN DIE DE FUNCTIONELE INTERNETTOEGANGSDIENST OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 79, LID 2, KAN ONDERSTEUNEN

  • (1) 
    e-mail
  • (2) 
    zoekmachines waarmee allerlei soorten informatie kunnen worden opgezocht en gevonden
  • (3) 
    online-basisinstrumenten voor opleiding en onderwijs
  • (4) 
    online-kranten/-nieuws
  • (5) 
    online goederen en diensten kopen/bestellen
  • (6) 
    opzoeken van vacatures en instrumenten daarvoor
  • (7) 
    professionele netwerken
  • (8) 
    internetbankieren
  • (9) 
    gebruik van e-overheidsdiensten
  • (10) 
    sociale media en chatten
  • (11) 
    gesprekken en videogesprekken (standaardkwaliteit)  2009/136/EG art. 1, lid 28, en bijlage I (aangepast)  nieuw

BIJLAGE IVI

BESCHRIJVING VAN FACILITEITEN EN DIENSTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 10 83 (CONTROLE VAN DE UITGAVEN), ARTKEL 29 107 (EXTRA

FACILITEITEN) EN ARTIKEL 30 99 (GEMAKKELIJKERE WIJZIGING VAN

AANBIEDEREN NUMMERPORTABILITEIT)

D EEL A: F ACILITEITEN EN DIENSTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1083

  • a) 
    Gespecificeerde rekeningen

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties, onverminderd de voorschriften van de relevante wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, het basisniveau van specificatie van rekeningen kunnen vaststellen dat ondernemingen kosteloos aan de abonnees  eindgebruikers  moeten verstrekken, zodat deze:

  • i) 
    de kosten van het gebruik van het openbare communicatienetwerk op een vaste locatie en/of bijbehorende openbare telefoondiensten  spraakcommunicatie   , of nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten in het geval van artikel 107  kunnen verifiëren en controleren; en
  • ii) 
    adequaat toezicht kunnen houden op hun gebruik en uitgaven en zodoende in redelijke mate hun rekeningen kunnen beheersen.

In voorkomend geval kan de abonnee  de eindgebruiker  tegen een redelijke vergoeding of gratis een hogere mate van detaillering worden aangeboden.

Gesprekken die voor de oproepende abonnee  eindgebruiker  kosteloos zijn, met inbegrip van gesprekken met hulplijnen, worden niet op de gespecificeerde factuur van de oproepende abonnee  eindgebruiker  vermeld.

  • b) 
    Kosteloze selectieve nummerblokkering bij uitgaand telefoonverkeer of Premium SMS- of MMS-berichten of, waar technisch mogelijk, andere soorten van soortgelijke toepassingen

dat wil zeggen de faciliteit waarbij de abonnee  eindgebruiker  de aangewezen aanbieder van telefoondiensten  spraakcommunicatiediensten   nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten in het geval van artikel 107  kan verzoeken kosteloos bepaalde categorieën uitgaande gesprekken of Premium-SMS-of MMS-berichten of andere soorten van soortgelijke toepassingen van of naar bepaalde categorieën nummers te blokkeren.

  • c) 
    Vooruitbetalingssystemen

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties kunnen verlangen dat aangewezen ondernemingen in middelen voorzien waarbij de consumenten voor de toegang tot het openbare communicatienetwerk en het gebruik van openbare telefoondiensten  spraakcommunicatiediensten   , of nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten in het geval van artikel 107,  vooruitbetalen.

  • d) 
    Termijnbetaling van aansluitingskosten

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regelgevende instanties kunnen verlangen dat aangewezen ondernemingen de consument de mogelijkheid bieden voor de aansluiting op het openbare communicatienetwerk in termijnen te betalen.

  • e) 
    Wanbetaling

De lidstaten staan toe dat, wanneer telefoonrekeningen van ondernemingen niet worden betaald, specifieke maatregelen worden getroffen die in verhouding staan tot de ernst van de wanbetaling, niet-discriminerend zijn en worden bekendgemaakt. Bij deze maatregelen wordt de abonnee  de eindgebruiker  vooraf naar behoren gewaarschuwd over een aanstaande onderbreking van de dienstverlening of voor verbreking van de aansluiting. Behalve in geval van fraude, aanhoudend te laat of niet betaalde rekeningen, moeten deze maatregelen waarborgen dat een eventuele onderbreking van de dienstverlening, voor zover dat technisch mogelijk is, beperkt blijft tot de betrokken dienst. Verbreking van de aansluiting wegens wanbetaling mag slechts plaatsvinden nadat de abonnee  de eindgebruiker  naar behoren is gewaarschuwd. De lidstaten kunnen alvorens tot volledige verbreking van de aansluiting wordt overgegaan, een periode van beperkte dienstverlening toestaan waarin alleen gesprekken mogelijk zijn die geen kosten voor de abonnee  de eindgebruiker  met zich brengen (b.v. „112”-oproepen).

  • f) 
    Tariefadvies

dat wil zeggen de faciliteit waarbij abonnees  eindgebruikers  de onderneming kunnen verzoeken om hen te informeren over alternatieve, goedkopere tarieven, als deze beschikbaar zijn.

  • g) 
    Kostenbeheersing

dat wil zeggen de faciliteit waarbij ondernemingen andere instrumenten aanbieden, als deze als adequaat zijn aangemerkt door de nationale regelgevende instanties, om de kosten van de openbare telefoondiensten  spraakcommunicatiediensten ,  of nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten in het geval van artikel 107,  te beheersen, inclusief kostenloze waarschuwingen voor consumenten in geval van abnormale of excessieve consumptiepatronen.

D EEL B: F ACILITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 29107

  • a) 
    Toonkiezen of DTMF (dual-tone multi-frequency)

Het openbare communicatienetwerk en/of de openbare telefoondiensten ondersteunt het gebruik van DTMF-tonen, zoals gedefinieerd in ETSI ETR 207, voor signaleringsfuncties van eindpunt tot eindpunt in het gehele netwerk, zowel binnen een lidstaat als tussen lidstaten onderling.

  • b) 
    Identificatie van de oproepende lijn

Aan de opgeroepene wordt het abonneenummer van de oproeper meegedeeld voordat de oproep tot stand is gebracht.

Bij het ter beschikking stellen van deze faciliteit moet rekening worden gehouden met de relevante wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, met name Richtlijn 2002/58/EG i (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie).

Exploitanten moeten, voor zover dat technisch haalbaar is, gegevens en signalen beschikbaar stellen om het aanbieden van identificatie van de oproeplijn en toonkiezen over de grenzen van de lidstaten te vergemakkelijken.

D EEL C: T ENUITVOERLEGGING VAN DE BEPALINGEN BETREFFENDE NUMMERPORTABILITEIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3099

De eis dat alle abonnees  eindgebruikers  met nummers van het nationale telefoonnummerplan die daarom verzoeken hun nummer(s) kunnen behouden ongeacht de onderneming die de dienst levert, geldt:

  • a) 
    in het geval van geografische nummers, op een specifieke locatie, en
  • b) 
    in het geval van niet geografische nummers, voor elke locatie.

Dit deel is niet van toepassing op de portabiliteit van nummers tussen netwerken die diensten leveren op een vaste locatie en mobiele netwerken.

 2002/22/EG (aangepast)  nieuw

BIJLAGE IVVII

BEREKENING VAN EVENTUELE NETTOKOSTEN VAN UNIVERSELEDIENSTVERPLICHTINGEN EN INSTELLING VAN EEN REGELING

VOOR KOSTENDEKKING OF GEZAMENLIJKE FINANCIERING

OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 12 84 EN 1385

D EEL A: B EREKENING VAN DE NETTOKOSTEN

Onder universeledienstverplichtingen worden de verplichtingen verstaan die een lidstaat een onderneming oplegt in verband met het aanbieden van  universele dienstverlening als bedoeld in de artikelen 79, 81 en 82  een netwerk en dienst in een bepaald geografisch gebied, indien nodig inclusief gemiddelde prijzen in dat geografische gebied voor het aanbieden van die dienst of het aanbieden van specifieke tariefopties voor consumenten met lage inkomens of met bijzondere sociale behoeften.

De nationale regelgevende instanties onderzoeken alle middelen voor geschikte stimulansen om (al dan niet aangewezen) ondernemingen aan te zetten tot een kostenefficiënte vervulling van universeledienstverplichtingen. Bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat de nettokosten van universeledienstverplichtingen het verschil vormen tussen de nettokosten voor elke een aangewezen onderneming van het werken met universeledienstverplichtingen en het werken zonder universeledienstverplichtingen. Dit geldt zowel voor een netwerk dat in een bepaalde lidstaat ten volle is ontwikkeld als voor een netwerk dat nog in de ontwikkelings- en expansiefase is. Er dient gepaste aandacht te worden geschonken aan de juiste raming van de kosten die een aangewezen onderneming zou hebben vermeden, indien er geen universeledienstverplichting zou zijn. Bij het berekenen van de nettokosten moeten de voordelen, met inbegrip van de immateriële voordelen, van de universele dienst voor de exploitant in aanmerking worden genomen.

De berekening wordt gebaseerd op de kosten die toe te schrijven zijn aan:

  • i) 
    elementen van de diensten die slechts met verlies of op voorwaarden die buiten de normale commerciële normen vallen kunnen worden geleverd.

Deze categorie kan elementen van de dienst omvatten zoals de toegang tot alarmtelefoondiensten, aanbieding van bepaalde openbare betaaltelefoons, verstrekking van bepaalde diensten of apparaten voor gehandicapten, enz.;

  • ii) 
    specifieke eindgebruikers of groepen van eindgebruikers die, rekening houdend met de kosten van het aanbieden van het gespecificeerde netwerk en de gespecificeerde dienst, het gegenereerde inkomen en geografische prijsgemiddelden die door de lidstaat zijn opgelegd, slechts met verlies of op voorwaarden die buiten de normale commerciële normen vallen kunnen worden bediend.

Deze categorie omvat die eindgebruikers of groepen van eindgebruikers die zonder de verplichting tot het aanbieden van de universele dienst niet zouden worden bediend door een commerciële exploitant.

De nettokosten van specifieke aspecten van universeledienstverplichtingen worden afzonderlijk berekend, teneinde dubbeltelling van bepaalde directe of indirecte voordelen en kosten te vermijden. De totale nettokosten van universeledienstverplichtingen voor een onderneming worden berekend als de som van de nettokosten die uit de specifieke componenten van universeledienstverplichtingen voortvloeien, rekening houdend met alle immateriële voordelen. De bevoegdheid voor het verifiëren van de nettokosten berust bij de nationale regelgevende instantie.

D EEL B: D EKKING VAN EVENTUELE NETTOKOSTEN VAN

UNIVERSELEDIENSTVERPLICHTINGEN

Ter dekking of financiering van de nettokosten van universeledienstverplichtingen dienen aangewezen ondernemingen met universeledienstverplichtingen te worden vergoed voor de diensten die zij op niet-commerciële voorwaarden aanbieden. Omdat een dergelijke vergoeding gepaard gaat met overdrachten van financiële middelen, zorgen de lidstaten ervoor dat deze overdrachten op een objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige manier plaatsvinden. Dit betekent dat de overdrachten leiden tot zo gering mogelijke verstoring van de concurrentieverhoudingen en de gebruikersvraag.

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, dient een gezamenlijke financieringsregeling op basis van een fonds een transparant en neutraal middel voor het innen van de bijdragen te zijn, dat het gevaar vermijdt van dubbele belasting op zowel de output als de input van ondernemingen.

De onafhankelijke instantie die het fonds beheert, is belast met het innen van de bijdragen van ondernemingen die worden geacht bij te moeten dragen aan de nettokosten van universeledienstverplichtingen in de lidstaat, en ziet toe op de overdracht van de verschuldigde bedragen en/of administratieve betalingen aan de ondernemingen die recht hebben op uitkeringen uit het fonds.

BIJLAGE IIVIII

OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2196 TE PUBLICEREN INFORMATIE

(TRANSPARANTIE EN PUBLICATIE VAN INFORMATIE)

De nationale regelgevende instantie moet ervoor zorgen dat de informatie in deze bijlage overeenkomstig artikel 2196 wordt bekendgemaakt. Het is aan de nationale regelgevende instantie om te bepalen welke informatie wordt gepubliceerd door de ondernemingen die  openbare elektronische-communicatiediensten, met uitzondering van nummeronafhankelijke persoonlijke communicatiediensten  openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden, en welke informatie door de nationale regelgevende instantie zelf, opdat consumenten in staat worden gesteld geïnformeerde keuzes te maken.  Als dit nodig wordt geacht, mogen de nationale regelgevende instanties zelf- of mederegulerende maatregelen bevorderen alvorens verplichtingen op te leggen. 

  • 1. 
    Namen en adressen  Contactgegevens  van  de  ondernemingen

De namen en de adressen van de hoofdkantoren van de ondernemingen die openbare communicatienetwerken en/of openbare telefoondiensten aanbieden.

  • 2. 
    Beschrijving van de aangeboden diensten

2.1. Omvang van de aangeboden diensten  en de belangrijkste kenmerken van elke aangeboden dienst, met inbegrip van minimumniveaus van de kwaliteit van de aangeboden dienstverlening en door de aanbieder opgelegde beperkingen inzake het gebruik van geleverde eindapparatuur  .

2.2. Standaardtarieven tTarieven  van de aangeboden diensten, inclusief informatie over communicatievolumes van specifieke tariefplannen en de toepasselijke tarieven voor extra communicatie-eenheden, nummers of diensten waarvoor bijzonder prijsstellingsvoorwaarden gelden,  , met vermelding van de verstrekte diensten en de inhoud van elk tariefelement (bijv. toegangstarieven  en onderhoudstarieven  , alle soorten gebruikstarieven, onderhoudskosten), inclusief bijzonderheden over toegepaste standaardkortingen, bijzondere en gerichte tariefregelingen en alle extra kosten, alsmede kosten met betrekking tot eindapparatuur.

2.3. Schadevergoedings-/terugbetalingsbeleid met inbegrip van bijzonderheden omtrent de aangeboden schadevergoedings- en terugbetalingsregelingen.

2.43. Soorten  After-sales- en  onderhoudsservice  onderhoudsdiensten  die worden aangeboden  en de bijbehorende contactgegevens  .

2.54. Algemene voorwaarden, met inbegrip van de minimumcontractduur  contractduur  ,

 kosten die moeten worden betaald bij vroegtijdige  beëindiging van het contract,

 rechten in verband met de beëindiging van gebundelde aanbiedingen of van elementen daarvan,  en procedures en directe kosten in verband met de portabiliteit van nummers en andere identificatoren, wanneer relevant.

 nieuw

2.5. Indien de onderneming een aanbieders van nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten is, informatie over de toegang tot noodhulpdiensten en informatie over de locatie van de beller.

2.6. Details van producten en diensten die zijn ontworpen voor gebruikers met een beperking.

 2002/22/EG (aangepast)  nieuw

  • 3. 
    Regelingen voor geschillenbeslechting, met inbegrip van door de onderneming opgestelde regelingen.
  • 4. 
    Informatie over rechten ten aanzien van de universeledienstverlening, waaronder, in voorkomend geval, de in bijlage I genoemde faciliteiten en diensten.

BIJAGE IIIIX

PARAMETERS VOOR DE KWALITEIT VAN DE DIENST

Parameters, definities en meetmethoden voor de kwaliteit van de dienst zoals bedoeld in

de artikelen 11 en 22 artikel 97

Voor ondernemingen die toegang aanbieden tot een openbaar communicatienetwerk

PARAMETER DEFINITIE MEETMETHODE

(Noot 1)

wachttijd bij eerste aansluiting op ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE het net GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 202 057

storingspercentage per ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE toegangslijn GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 202 057

storingshersteltijd ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 202 057

Voor  nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten  ondernemingen die een openbare telefoondienst aanbieden

 PARAMETER  DEFINITIE  MEETMETHODE 

(Noot 2) 

benodigde tijd voor het ontvangen ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE van de kiestoon GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057

202 057 (noot 2)

wachttijden bij inlichtingendiensten ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE

GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 202 057

percentage functionerende openbare ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE betaaltelefoons met munten en GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 kaarten 202 057

klachten over onjuiste rekeningen ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE

GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057 202 057

 kwaliteit van de  ETSI  ETSI EUROPESE

spraakverbinding  EUROPESE GEMEENSCHAP 202 057 

GEMEENSCHAP

202 057 

 percentage afgebroken  ETSI  ETSI EUROPESE

gesprekken  EUROPESE GEMEENSCHAP 202 057 

GEMEENSCHAP

202 057 

percentage mislukte oproepen ETSI EUROPESE ETSI EUROPESE

GEMEENSCHAP GEMEENSCHAP 202 057

(Noot 2) 202 057

 foutwaarschijnlijkheid 

 vertragingen gesprekssignalering 

Het versienummer van ETSI Europese Gemeenschap 202 057-1 is 1.3.1 (juli 2008)

 nieuw

Voor internettoegangsdiensten

PARAMETER DEFINITIE MEETMETHODE

latentietijd

variatie in vertraging

pakketverlies

 2002/22/EG

Noot 1

De parameters moeten een analyse van de kwaliteit op regionaal niveau (d.w.z. ten minste op niveau 2 van de door Eurostat vastgestelde nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)) mogelijk maken.

Noot 2

Wanneer bewijzen beschikbaar zijn dat de prestaties op deze beide gebieden bevredigend zijn, kunnen de lidstaten besluiten niet te eisen dat actuele informatie betreffende de prestaties voor deze twee parameters wordt bijgehouden.

 2002/22/EG

BIJLAGE V

PROCEDURE VOOR HERZIENING VAN DE OMVANG VAN DE UNIVERSELE

DIENST OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15

Bij het onderzoek of tot herziening van de omvang van de universeledienstverplichtingen moet worden overgegaan, neemt de Commissie de volgende factoren in overweging:

– sociale en marktontwikkelingen in verband met de door de consumenten gebruikte diensten;

– sociale en marktontwikkelingen in verband met de beschikbaarheid en keuze van diensten voor de consumenten;

– technologische ontwikkelingen in verband met de wijze waarop de diensten aan de consument worden aangeboden.

Bij het onderzoek of de omvang van de universeledienstverplichtingen moet worden gewijzigd dan wel opnieuw gedefinieerd, neemt de Commissie de volgende factoren in overweging:

– zijn specifieke diensten beschikbaar voor, en worden zij gebruikt door, een meerderheid van consumenten en leidt het gebrek aan beschikbaarheid of het nietgebruik

ervan door een minderheid van consumenten tot sociale uitsluiting; en

– levert de beschikbaarheid en het gebruik van specifieke diensten een algemeen nettovoordeel op voor alle consumenten, zodat een optreden van de overheid gerechtvaardigd is in gevallen waarin de specifieke diensten niet op normale commerciële voorwaarden aan het publiek worden aangeboden?

 2009/136/EG art. 1, lid 28, en bijlage II (aangepast)

BIJLAGE VI X

INTEROPERABILITEIT VAN DIGITALE CONSUMENTENAPPARATUUR

BEDOELD IN ARTIKEL 24105

  • 1. 
    G EMEENSCHAPPELIJKE CODERINGSALGORITME EN ONTVANGST VAN VRIJE SIGNALEN

Alle voor de ontvangst van conventionele digitale televisiesignalen (dat wil zeggen de ontvangst van uitzendingen via terrestrische, kabel- of satellietverbinding die met name bedoeld is voor vaste ontvangst, zoals DVB-T, DVB-C of DVB-S) bestemde consumentenapparatuur die in de Gemeenschap  Unie  wordt verkocht of verhuurd of anderszins ter beschikking wordt gesteld en waarmee digitale televisiesignalen kunnen worden gedecodeerd, moet geschikt zijn om:

– het decoderen van dergelijke signalen mogelijk te maken overeenkomstig een gemeenschappelijke Europese coderingsalgoritme zoals beheerd door een erkende Europese normalisatie-instelling, momenteel ETSI;

– signalen weer te geven die ongecodeerd zijn uitgezonden, met dien verstande dat, ingeval dergelijke apparatuur wordt gehuurd, de huurder aan de desbetreffende huurovereenkomst voldoet.

  • 2. 
    I NTEROPERABILITEIT VOOR ANALOGE EN DIGITALE TELEVISIETOESTELLEN

Analoge televisietoestellen met een integraal scherm waarvan de zichtbare diagonaal groter is dan 42 cm die in de Gemeenschap worden verkocht of verhuurd, moeten zijn voorzien van ten minste één open interface contrastekker zoals genormaliseerd door een erkend Europees normalisatie-instituut, b.v. als aangegeven in de norm Cenelec EN 50 049-1:1997, waarmee eenvoudige aansluiting van randapparatuur mogelijk is, vooral extra decoders en digitale ontvangers.

Digitale televisietoestellen met een integraal scherm waarvan de zichtbare diagonaal groter is dan 30 cm die in de Gemeenschap  Unie  worden verkocht of verhuurd, moeten zijn voorzien van ten minste één open interface contrastekker (zoals genormaliseerd, of in overeenstemming met een norm die is vastgesteld, door een erkend Europees normalisatieinstituut of in overeenstemming met een door de industrie algemeen aanvaarde specificatie), b.v. de gemeenschappelijke interfaceconnector DVB, waarmee eenvoudige aansluiting van randapparatuur mogelijk is en die alle  relevante  elementen van een digitaal televisiesignaal doorlaat, met inbegrip van informatie betreffende interactieve en voorwaardelijk toegankelijke diensten.

BIJLAGE XI

Deel A

Ingetrokken richtlijnen met [lijst van de successievelijke amendement(en) daarop]

(als bedoeld in artikel 116)

Richtlijn 2002/21/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)

Richtlijn 2009/140/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37) Artikel 1

Verordening (EG) nr. 544/2009 i van het Europees Parlement en de Artikel 2 Raad (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 12)

Verordening (EG) nr. 717/2007 i van het Europees Parlement en de Artikel 10 Raad (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32)

Richtlijn 2002/20/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21)

Richtlijn 2009/140/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37) Artikel 3 en bijlage

Richtlijn 2002/19/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7)

Richtlijn 2009/140/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37) Artikel 2

Richtlijn 2002/22/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51)

Richtlijn 2009/136/EG i van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 337 van 18.12.2009, blz. 11) Artikel 1 en bijlage I

Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de

Raad Artikel 8

(PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1) Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht [en toepassingsdatum/-data]

(als bedoeld in artikel 116)

Richtlijn Termijn voor omzetting Toepassingsdatum

2002/19/EG 24 juli 2003 25 juli 2003

2002/20/EG 24 juli 2003 25 juli 2003

2002/21/EG 24 juli 2003 25 juli 2003

2002/22/EG 24 juli 2003 25 juli 2003

BIJLAGE XII

C ONCORDANTIETABEL

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 1, Artikel 1, leden 1, leden 1, 2 en 2 en 3 3

Artikel 1, lid Artikel 1, lid 4

3, onder a)

Artikel 1, Artikel 1, leden 5 leden 4 en 5 en 6

Artikel 2, Artikel 2, lid 1 onder a)

  • - - - Artikel 2, lid 2

Artikel 2, Artikel 2, lid 3 onder b)

Artikel 2, Artikel 2, lid 4 onder c)

  • - - - Artikel 2, lid 5
  • - - - Artikel 2, lid 6

    Artikel 2, lid 7

Artikel 2, Artikel 2, lid 8 onder d)

Artikel 2, Artikel 2, lid 9 onder d bis)

Artikel 2, Artikel 2, lid 10 onder e)

Artikel 2, Artikel 2, lid 11 onder e bis)

Artikel 2, Artikel 2, lid 12 onder f)

Artikel 2, - onder g)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 2, Artikel 2, lid 13 onder h)

Artikel 2, Artikel 2, lid 14 onder i)

Artikel 2, - onder j)

Artikel 2, - onder k)

Artikel 2, - onder l)

Artikel 2, Artikel 2, lid 15 onder m)

Artikel 2, Artikel 2, lid 16 onder n)

Artikel 2, Artikel 2, lid 17 onder o)

Artikel 2, Artikel 2, lid 18 onder p)

Artikel 2, Artikel 2, lid 19 onder q)

Artikel 2, Artikel 2, lid 20 onder r)

Artikel 2, Artikel 2, lid 21 onder s)

  • - - - Artikel 2, lid 22

    Artikel 3, lid Artikel 5, lid 1 1

  • - - - Artikel 5, lid 2

    Artikel 3, lid Artikel 6, lid 1 2

    Artikel 3, lid Artikel 6, lid 2 3 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 3, lid Artikel 8, lid 1 3 bis, eerste alinea

  • - - - Artikel 8, lid 2
  • - - - Artikel 7, lid 1

Artikel 3, lid Artikel 7, leden 2 3 bis, tweede en 3 alinea

Artikel 3, lid Artikel 9, leden 1 3 bis, derde en 3 alinea

  • - - - Artikel 9, lid 2

Artikel 3, lid Artikel 10, lid 1 3 ter

Artikel 3, lid Artikel 10, lid 2 3 quater

Artikel 3, lid Artikel 5, lid 3 4

Artikel 3, lid Artikel 11

5

Artikel 3, lid Artikel 5, lid 4 6

Artikel 4 Artikel 31

Artikel 5 Artikel 20

  • - - - Artikel 22

Artikel 6 Artikel 23

Artikel 7 Artikel 32

Artikel 7 bis Artikel 33

  • - - - Artikel 33, lid 5, onder c)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 8, Artikel 3, leden 1 leden 1 en 2 en 2

Artikel 8, lid Artikel 3, lid 3 5

Artikel 8 bis, Artikel 4, leden 1 leden 1 en 2 en 2

  • - - - Artikel 4, lid 3

Artikel 8 bis, Artikel 4, lid 4 lid 3

  • - - - Artikel 29

Artikel 9, Artikel 45, leden leden 1 en 2 1 en 2

  • - - - Artikel 45, lid 3

Artikel 9, lid Artikel 45, lid 4 3

Artikel 9, Artikel 45, leden leden 4 en 5 5 en 6

Artikel 9, - leden 6 en 7

Artikel 9 bis -

Artikel 9 ter, Artikel 51, leden leden 1 en 2 1 en 2

Artikel 9 ter, Artikel 51, lid 4 lid 3

  • - - - Artikel 51, lid 3

Artikel 10, lid Artikel 89, lid 1 1

Artikel 10, lid Artikel 89, lid 3 2

  • - - - Artikel 89, lid 2
  • - - - Artikel 89, lid 4 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

  • - - - Artikel 89, lid 5
  • - - - Artikel 89, lid 6

Artikel 10, lid Artikel 89, lid 7 3

Artikel 10, lid Artikel 89, lid 8 4

Artikel 10, lid -

5

Artikel 11 Artikel 43

Artikel 12, lid Artikel 44, lid 1 1

Artikel 12, lid -

2

Artikel 12, lid Artikel 59, lid 2 3

Artikel 12, lid -

4

Artikel 12, lid Artikel 44, lid 2 5

Artikel 13 Artikel 17

Artikel 13 bis, Artikel 40, leden leden 1, 2 en 1, 2 en 3 3

Artikel 13 bis, - lid 4

Artikel 40, lid 5 -

  • - - - Artikel 40, lid 4

Artikel 13 ter, Artikel 41, leden leden 1, 2 en 1, 2 en 3

3

  • - - - Artikel 41, lid 4 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 13 ter, Artikel 41, lid 7 lid 4

  • - - - Artikel 41, lid 5
  • - - - Artikel 41, lid 6

Artikel 14 Artikel 61

Artikel 15, Artikel 62, leden leden 1, 2 en 1, 2 en 3

3

-

Artikel 15, lid

4

- - - -

  • - - - Artikel 64

Artikel 16 Artikel 65

Artikel 17 Artikel 39

Artikel 18 -

Artikel 19 Artikel 38

Artikel 20 Artikel 26

Artikel 21, lid Artikel 27, lid 1 1

Artikel 21, lid Artikel 27, lid 2 2, eerste en tweede alinea

Artikel 21, lid Artikel 27, lid 3 2, derde alinea

Artikel 21, lid Artikel 27, lid 4 2, vierde en vijfde alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

-

Artikel 27, lid 5

Artikel 21, lid -

3

Artikel 21, lid Artikel 27, lid 6 4

Artikel 21 bis Artikel 29

Artikel 22, lid Artikel 110, lid 1 1

Artikel 22, lid Artikel 110, lid 3 2

Artikel 22, lid Artikel 110, lid 4 3

  • - - - Artikel 11, lid 2
  • - - - Artikel 110, lid 5
  • - - - Artikel 109

Artikel 23 Artikel 111

Artikel 24 Artikel 112, leden 1 en 2

Artikel 25 Artikel 114, lid 1

Artikel 26 Artikel 116

Artikel 28 Artikel 115

Artikel 29 Artikel 117

Artikel 30 Artikel 118

Bijlage II -

Artikel 1 Artikel 1, lid 1

Artikel 2, lid 1 -

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 2, lid 2 Artikel 2, lid 22

  • - - - Artikel 2, lid 23
  • - - - Artikel 2, lid 24
  • - - - Artikel 2, lid 25
  • - - - Artikel 2, lid 26

    Artikel 3, lid 1 Artikel 12, lid 1

    Artikel 3, lid 2, Artikel 12, lid 2 eerste zin

    Artikel 3, lid 2, Artikel 12, lid 3 tweede, derde en vierde zin

    Artikel 3, lid 3 Artikel 12, lid 4

- - - -

Artikel 4 Artikel 15

Artikel 5, lid 1 Artikel 46, lid 1

  • - - - Artikel 46, leden 2 en 3

    Artikel 5, lid 2, Artikel 48, lid 1 eerste alinea

    Artikel 5, lid 2, Artikel 48, lid 2 tweede alinea, eerste zin

    Artikel 5, lid 2, Artikel 48, lid 5 derde alinea

    Artikel 5, lid 2, Artikel 48, lid 3 tweede alinea, tweede zin

  • - - - Artikel 48, lid 4

    Artikel 5, lid 3 Artikel 48, lid 6 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 5, leden Artikel 87, leden 4 en 5 4 en 5

Artikel 5, lid 6 Artikel 52

  • - - - Artikel 87

    Artikel 6, leden Artikel 13 1, 2, 3 en 4

  • - - - Artikel 47

Artikel 7 -

  • Artikel 54

Artikel 8 Artikel 36

Artikel 9 Artikel 14

Artikel 10 Artikel 30

- - - -

Artikel 11 Artikel 21

Artikel 12 Artikel 16

Artikel 13 Artikel 42

  • - - - Artikel 88

    Artikel 14, lid 1 Artikel 18

    Artikel 14, lid 2 Artikel 19

    Artikel 15 Artikel 112, leden 3 en 4

Artikel 16 -

Artikel 17 -

Artikel 18 -

Artikel 19 -

Artikel 20 -

Bijlage Bijlage I Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 1, leden Artikel 1, leden 2

1 en 2 en 3

Artikel 2, onder Artikel 2, lid 28 a)

Artikel 2, onder Artikel 2, lid 29 b)

Artikel 2, onder Artikel 2, lid 30 c)

Artikel 2, onder - d)

Artikel 2, onder Artikel 2, lid 31 e)

Artikel 3 Artikel 57

Artikel 4 Artikel 58

Artikel 5 Artikel 59

Artikel 6 Artikel 60

-

Artikel 8 Artikel 66

Artikel 9 Artikel 67

Artikel 10 Artikel 68

Artikel 11 Artikel 69

  • - - - Artikel 70

    Artikel 12 Artikel 71

    Artikel 13 Artikel 72

  • - - - Artikel 73
  • - - - Artikel 74

    Artikel 13 bis Artikel 75

    Artikel 13 ter Artikel 76 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

  • - - - Artikel 77
  • - - - Artikel 78

    Artikel 14 -

Artikel 15 Artikel 112, lid 5

Artikel 16, lid 1 -

Artikel 16, lid 2 Artikel 113, lid 4

Artikel 17 -

Artikel 18 -

Artikel 19 -

Artikel 20 -

Bijlage I Bijlage II

Bijlage II -

  • - - - Bijlage III

    Artikel 1 Artikel 1, leden 4 en 5

    Artikel 2, onder - a)

    Artikel 2, onder Artikel 2, lid 32 c)

    Artikel 2, onder Artikel 2, lid 33 d)

    Artikel 2, onder Artikel 2, lid 34 f)

  • - - - Artikel 2, lid 35
  • - - - Artikel 2, lid 36
  • - - - Artikel 2, lid 37
  • - - - Artikel 2, lid 38
  • - - - Artikel 79

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

  • - - - Artikel 80

    Artikel 3 Artikel 81, leden 1 en 2

    Artikel 4 -

    Artikel 5 -

    Artikel 6 -

    Artikel 7 -

    Artikel 8, lid 1 Artikel 81, lid 3

    Artikel 8, lid 2 Artikel 81, lid 4

    Artikel 8, lid 3 Artikel 81, lid 5

    Artikel 9 -

  • - - - Artikel 82

    Artikel 10 Artikel 83

    Artikel 11 -

    Artikel 12 Artikel 84

    Artikel 13 Artikel 85

    Artikel 14 Artikel 86

    Artikel 15 Artikel 114, leden 2 en 3

    Artikel 17 -

  • - - - Artikel 92
  • - - - Artikel 94

    Artikel 20, lid 1 Artikel 95

    Artikel 20, lid 2 Artikel 98, lid 3 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 21 Artikel 96

Artikel 22 Artikel 97

Artikel 23 Artikel 101

Artikel 23 bis Artikel 103

Artikel 24 Artikel 105

Artikel 25 Artikel 104

Artikel 26 Artikel 102

Artikel 27 -

Artikel 27 bis Artikel 90

Artikel 28 Artikel 91

Artikel 29 Artikel 107

Artikel 30, lid 1 Artikel 99, lid 2

Artikel 30, lid 2 Artikel 99, lid 3

Artikel 30, lid 3 Artikel 99, lid 4

Artikel 30, lid 4 Artikel 99, lid 5

Artikel 30, lid 5 Artikel 98, lid 1

Artikel 31 Artikel 106

Artikel 32 -

Artikel 33 Artikel 24

Artikel 34 Artikel 25

Artikel 35 Artikel 108

Artikel 36 Artikel 113

Artikel 37 -

Artikel 38 -

Artikel 39 - Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn

2002/21/EG 2002/20/EG 2002/19/EG 2002/22/EG Deze richtlijn

Artikel 40 -

Bijlage I Bijlage V

Bijlage II Bijlage VII

Bijlage III Bijlage VIII

Bijlage IV Bijlage VI

Bijlage V -

Bijlage VI Bijlage IX

Bijlage IV

_____________


2.

Behandeld document

15 sep
'16
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (Herschikking)
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
12252/16
 
 
 

3.

Meer informatie