Europees Hof adviseert over principiële rechtsvragen

Met dank overgenomen van Tweede Kamer der Staten Generaal (Tweede Kamer) i, gepubliceerd op woensdag 10 mei 2017, 3:22.

Individuen, groepen, organisaties en landen kunnen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens i (EHRM) klachten indienen tegen lidstaten van de Raad van Europa i. Het Hof beoordeelt vervolgens of een lidstaat zich aan het  iEuropees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) heeft gehouden.

Op basis van het in 2013 vastgestelde Protocol i nr. 16 kunnen de hoogste nationale gerechten het EHRM advies vragen over het EVRM. De meningen verschillen over de vraag of dat een goede zaak is. Verkleint het niet-bindende EHRM-advies niet de ruimte voor Nederlandse rechters om een eigen afweging te maken?

Steun

Groothuizen (D66) en Van Nispen (SP) zijn vooral positief over de mogelijkheid om advies te vragen aan het EHRM over de interpretatie van het EVRM. Dergelijke adviezen zijn een belangrijk handvat en pakken positief uit voor de rechtsontwikkeling, zo verwacht Özütok (GroenLinks).

Macht EHRM

Het EHRM heeft zijn macht extreem opgerekt, betoogt Markuszower (PVV): democratisch vastgestelde wetten worden buiten werking gesteld. Ook volgens Van der Staaij (SGP) leidt de gedetailleerde invulling van mensenrechten door het EHRM tot een uitholling van de macht van het parlement. Uitbreiding van het adviesrecht is volgens hen een volgende stap in de verkeerde richting.

Door de niet-bindende adviezen van het EHRM krijgen Nederlandse rechters meer ruimte voor de nationale invulling van het EVRM, zo verwacht Koopmans (VVD). Zij kunnen namelijk zelf bepalen hoe ze hun adviesaanvraag formuleren. Ook minister Blok (Justitie) denkt dat Protocol nr. 16 meer mogelijkheden geeft voor maatwerk.

Werklast EHRM

Het geven van adviezen over de interpretatie of toepassing van rechten en vrijheden zal de werklast van het EHRM verminderen, zo verwacht de minister. Ook Van Toorenburg (CDA) hoopt op een vermindering van het aantal procedures. Maar Van der Staaij betwijfelt of het zo uitpakt.

De Kamer stemt op 16 mei over het wetsvoorstel en de ingediende moties.