Grondrechten in Hongarije: Europarlementsleden roepen op om Artikel 7 in werking te stellen

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 17 mei 2017.

Europarlementsleden stellen in een resolutie die op woensdag werd aangenomen, dat de situatie in Hongarije het in werking stellen van de procedure rechtvaardigt die resulteert in sancties voor het land.

  • Europarlementsleden zien achteruitgang van de rechtstaat en democratie
  • Controversiële wetten moeten opgeschort worden of ingetrokken
  • EU-fondsen voor Hongarije onder toezicht

Als sluitstuk van een , stellen Europarlementsleden dat ‘de schending van de grondrechten in Hongarije het in gang zetten van de formele procedure rechtvaardigt om te bepalen of er “een risico is op een ernstige schending” van de EU-waarden door een lidstaat’.

De resolutie roept op:

  • Artikel 7(1) in werking te stellen. Europarlementsleden hebben de Parlementaire Commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken gevraagd om een formele resolutie op te stellen voor een plenaire stemming.
  • De Hongaarse overheid wetten die regels aanscherpen tegen asielzoekers en ngo’s te laten herzien of intrekken, en een akkoord te vinden met de autoriteiten van de Verenigde Staten, om de Central European University in Boedapest als onafhankelijk instituut te laten overleven.
  • De Europese Commissie i om het gebruik van EU-fondsen door de Hongaarse overheid strikt te monitoren.

Een test voor de EU

Recente ontwikkelingen in Hongarije hebben geleid tot een schending van de rechtsstaat, democratie en grondrechten. Het kan gezien worden als een test waaruit moet blijken of de EU haar waarden kan verdedigen, stellen sommige Europarlementsleden. Ook herhaalden ze de nood aan een mechanisme om toezicht te houden op de stand van de democratie, rechtstaat en grondrechten in lidstaten, zoals omschreven in een resolutie van 25 oktober 2016.

De resolutie van woensdag werd aangenomen met 393 stemmen tegen 221, met 64 onthoudingen.

Achtergrond

Artikel 7 van het Verdrag van de Europese Unie bevat een mechanisme om de handhaving van de EU-waarden te voorzien. Uit Artikel 7(1) blijkt dat de Raad kan besluiten dat er een duidelijk risico is dat de EU-waarden geschonden worden door een lidstaat. De Raad kan dan gevolg geven door specifieke aanbevelingen te doen aan de lidstaat in kwestie, om zo een effectieve inbreuk te voorkomen. Dit mechanisme kan geactiveerd worden door één derde van de lidstaten, door het Europees Parlement of de Europese Commissie. De raad moet een resolutie aannemen door een viervijfde meerderheid na eerst een toestemming te ontvangen van het Europees Parlement. In het Europees Parlement is daarvoor ook een tweederde meerderheid nodig, en een absolute meerderheid onder de 751 Europarlementsleden.

De volgende fase is Artikel 7(2), waar een schending van de EU-waarden kan worden vastgesteld door de Raad door een voorstel dat aangenomen is door twee derden van de lidstaten of de Europese Commissie. De Raad moet met unanimiteit stemmen, en het parlement moet haar toestemming geven. Artikel 7(3) houdt de invoering van sancties in, zoals de opschorting van stemrecht in de Raad.

REF. : 20170511IPR74350