EU wijzigt antidumping- en antisubsidiewetgeving om te kunnen optreden tegen marktverstoringen als gevolg van overheidsingrijpen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 4 oktober 2017.

Het Europees Parlement en de Raad hebben overeenstemming bereikt over het voorstel van de Europese Commissie van november 2016 om de antidumping- en antisubsidiewetgeving van de EU te wijzigen.

De belangrijkste wijziging van de antidumpingwetgeving is de invoering van een nieuwe wijze van berekening van dumping in het kader van antidumpingonderzoeken naar de invoer uit lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor gevallen waarin de prijzen en de kosten door overheidsingrijpen zijn verstoord. De wijzigingen zijn niet op een land in het bijzonder gericht. Naast de nieuwe methode voor de berekening van dumping zullen overgangsregelingen voor reeds vastgestelde handelsbeschermingsmaatregelen en voor lopende onderzoeken worden ingevoerd. Er is ook overeengekomen de antisubsidiewetgeving van de EU te wijzigen wat betreft de wijze waarop de EU onderzoek doet naar door regeringen van landen buiten de EU verleende subsidies die de producenten-exporteurs in die landen een ongerechtvaardigd voordeel verschaffen, waardoor de producenten in de EU worden geschaad.

Wat zijn antidumpingrechten en hoe worden zij berekend?

Krachtens de WTO-regels kan de EU op producten uit landen buiten de EU antidumpingrechten instellen als uit onderzoek blijkt dat deze producten in de EU worden ingevoerd tegen dumpingprijzen (prijzen die onder de normale waarde liggen) die nadelige economische gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie hebben (de bedrijfstak schade berokkenen).

Volgens de standaardregels, die gelden bij normale marktomstandigheden, wordt dumping berekend door de prijs van een product bij uitvoer naar de EU te vergelijken met de binnenlandse prijs of de kosten van het product in het land van uitvoer.

Wat houdt de nieuwe methode voor de berekening van dumpingmarges in en welke landen zullen hiervan gevolgen ondervinden?

Voor WTO-leden wordt de dumpingmarge gewoonlijk volgens bovenvermelde standaardregels berekend. De binnenlandse prijs en de kosten kunnen evenwel verstoord zijn als gevolg van overheidsingrijpen. In dat geval kunnen zij niet als adequate grondslag voor de vergelijking met de uitvoerprijs worden gebruikt. Wanneer het wegens deze verstoringen niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen of de kosten, zullen in het kader van de nieuwe methode andere benchmarks worden gebruikt waarin niet-verstoorde productie- en verkoopkosten tot uitdrukking komen. Hierbij kan het onder meer gaan om benchmarks of overeenkomstige productie- en verkoopkosten, ook die in een geschikt representatief land met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van het land van uitvoer. Met deze nieuwe methode is het voor de Commissie mogelijk de werkelijke omvang van de dumping te bepalen wanneer er sprake is van verstoringen.

Er bestaat geen lijst van landen waarvoor de nieuwe methode geldt. Die methode zal worden toegepast in dumpingzaken als er in het betrokken land van uitvoer aanzienlijke verstoringen worden geconstateerd die gevolgen voor de prijzen en de kosten hebben.

Welke vormen van overheidsingrijpen hebben invloed op de betrouwbaarheid van de prijzen en de kosten in een land van uitvoer?

Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van overheidsingrijpen wanneer op een markt een groot aantal ondernemingen actief is die in handen zijn van de autoriteiten van het land van uitvoer, waarover deze zeggenschap hebben of waaraan deze sturing geven. Zo kan er ook sprake zijn van overheidsingrijpen wanneer de overheid deelneemt in bedrijven en zo de prijzen of de kosten kan beïnvloeden of beleidsdoelstellingen kan nastreven. Andere voorbeelden zijn discriminerende overheidsmaatregelen ten gunste van binnenlandse leveranciers of de verlening van toegang aan exporteurs tot financiering ter verwezenlijking van openbare beleidsdoelstellingen.

Kunnen in het kader van de nieuwe methode de kosten in het land van uitvoer worden gebruikt voor de berekening van dumping?

Alleen binnenlandse kosten in het land van uitvoer die niet verstoord zijn als gevolg van overheidsingrijpen worden gebruikt. De wettelijke regeling laat niets aan duidelijkheid te wensen over: verstoorde kosten zullen bij de nieuwe methode niet worden gebruikt. Dit was bij het opstellen van de wettelijke regeling de voornaamste prioriteit.

Hoe zal de Commissie bepalen of de economie van een land wordt verstoord?

De Commissie is van plan verslagen over de specifieke marktomstandigheden in een bepaald land of een bepaalde sector op te stellen en uit te brengen. Deze verslagen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens zullen bij elk antidumpingonderzoek betreffende dat land of die sector worden gebruikt en voor iedereen toegankelijk zijn. De bedrijfstak van de Unie kan deze verslagen ook gebruiken bij het indienen van een klacht of een verzoek om een nieuw onderzoek.

Wordt in het kader van de nieuwe methode rekening gehouden met gebrekkige sociale en milieunormen?

Voor het eerst zullen sociale en milieunormen een rol spelen in het kader van de handelsbescherming. Met name wanneer de Commissie kan kiezen tussen meerdere geschikte representatieve landen met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van het onderzochte land van uitvoer, zal bij de selectie het niveau van sociale en milieubescherming in het betrokken representatieve land in aanmerking worden genomen.

Wanneer gaan de wijzigingen in en gelden zij voor alle antidumpingprocedures?

Het Parlement, de Raad en de Commissie zijn op een trialoogvergadering op 3 oktober 2017 tot overeenstemming gekomen. Voordat de wijzigingen kunnen ingaan, moeten het Parlement en de Raad nog bepaalde institutionele procedures voltooien. Zodra elke medewetgever alle nodige stappen heeft ondernomen, zal de wettelijke regeling worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dat zal naar verwachting nog voor het einde van het jaar gebeuren.

De wijzigingen zullen op ordelijke en transparante wijze worden ingevoerd, zonder onderbreking van de lopende handelsbeschermingsprocedures. De nieuwe methode zal alleen gelden voor procedures die worden ingeleid nadat de gewijzigde bepalingen in werking zijn getreden. Voor alle op het tijdstip van de inwerkingtreding reeds geopende antidumpingonderzoeken blijven de bestaande regels van toepassing.

Bij tussentijdse nieuwe onderzoeken naar bestaande handelsbeschermingsmaatregelen zal de nieuwe methode pas worden toegepast vanaf het tijdstip waarop het volgende nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van die maatregelen is voorzien. Bovendien wordt in de wettelijke regeling gepreciseerd dat, zonder dat zich andere wijzigingen in de omstandigheden hebben voorgedaan, bestaande maatregelen niet aan een nieuw onderzoek mogen worden onderworpen op de enkele grond dat een nieuwe berekeningsmethode wordt vastgesteld.

Krijgt een land door de wijzigingen de status van markteconomie?

Deze wijzigingen zullen er niet toe leiden dat een land de status van markteconomie krijgt. Het gaat om de invoering van een methode voor de berekening van dumping die rekening houdt met de veranderingen in het mondiale handelsstelsel en met de veranderingen in het rechtskader van de WTO.

Hoe verhouden de overeengekomen wijzigingen zich tot het moderniseringspakket dat de Commissie in 2013 heeft goedgekeurd?

Dit zijn twee zaken die los van elkaar staan en de thans overeengekomen wijzigingen komen niet in de plaats van het voorstel over de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten dat de Commissie in april 2013 heeft goedgekeurd.

Het moderniseringsvoorstel brengt geen wijzigingen aan in de methode voor het berekenen van dumping. Het voorstel draait om meer transparantie, snellere procedures en doeltreffendere handhaving; tevens wordt voorgesteld de regel van het laagste recht in bepaalde nauwkeurig omschreven omstandigheden anders toe te passen.

Het moderniseringsvoorstel wordt momenteel besproken in het kader van de lopende trialoog. In overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van juni dringt de Commissie er bij het Parlement en de Raad op aan deze wijzigingen met het oog op modernisering van onze handelsbeschermingsinstrumenten spoedig goed te keuren.

Wat verandert er in de antisubsidiewetgeving van de EU?

De ervaring leert dat het bij de opening van een antisubsidieonderzoek niet altijd duidelijk is om welk bedrag aan subsidies het werkelijk gaat. Exporteurs blijken vaak subsidies te ontvangen die onmogelijk bekend hadden kunnen zijn voor de start van het onderzoek. Het is echter duidelijk dat deze subsidies een ongerechtvaardigd voordeel verschaffen, waardoor exporteurs producten kunnen verkopen tegen prijzen die de bedrijfstak van de EU schade toebrengen. Dankzij de wijzigingen kan bij de vaststelling van de antisubsidiemaatregelen naar behoren rekening worden gehouden met eventuele verdere subsidies die tijdens het onderzoek aan het licht komen.

Wordt de bewijslast verschoven van de Commissie naar de bedrijfstak van de EU?

Nee. De wijzigingen leggen geen extra last op de bedrijfstak van de EU wanneer van de instrumenten gebruik wordt gemaakt. Juist op de Commissie zal extra werk afkomen om aan te tonen dat er in een bepaald land aanzienlijke verstoringen bestaan. Bij het indienen van een verzoek om opening van een antidumpingonderzoek zal de bedrijfstak van de EU zich op de gedetailleerde land- en sectorverslagen van de Commissie kunnen baseren als bewijs dat er sprake is van verstoringen.

Meer informatie

Persbericht

Handelsbeschermingsbeleid van de EU

MEMO/17/3703

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail