Nieuwe EU-telecomvoorschriften - Raad klaar voor onderhandelingen met het Parlement

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op woensdag 11 oktober 2017.

De Raad heeft het Estse voorzitterschap vandaag een algemeen mandaat gegeven om onderhandelingen met het Europees Parlement aan te knopen over nieuwe voorschriften voor de sector elektronische-communicatie, zodat Europa zich kan voorbereiden op het tijdperk van 5G door investeringen, concurrentie, consumentenbescherming en de ontwikkeling van nieuwe diensten te bevorderen. Het stimuleren van investeringen is nodig om ervoor te zorgen dat de EU kan voldoen aan de voortdurend stijgende vraag naar gigabitconnectiviteit, een wezenlijk onderdeel van de digitale revolutie.

"Onze toekomst is digitaal, en deze voorschriften zijn essentieel om in de hele EU een gigabitsamenleving tot stand te brengen", zei Urve Palo, Ests minister van Ondernemerschap en Informatietechnologie. "Het verheugt me dat het Estse voorzitterschap dit eerste mandaat vroeger dan verwacht heeft gekregen. Wij gaan nu alles in het werk stellen om tegen het eind van het jaar flinke vooruitgang in de besprekingen met het Parlement te boeken. Uit de unanieme steun voor ons voorstel blijkt dat de Raad vastbesloten is uitvoering te geven aan de digitale eengemaakte markt."

De minister voegde eraan toe dat de werkzaamheden voor dit dossier het belang weergeven dat het Estse voorzitterschap hecht aan connectiviteit en 5G. "In juli hebben mijn collega's en ik de verklaring over de invoering van 5G ondertekend. Tijdens de digitale top van Tallinn hebben de Europese leiders eveneens besproken hoe 5G en connectiviteit kunnen worden gestimuleerd. Die stappen zullen worden meegenomen naar de bijeenkomst van de Europese Raad en de zitting van de Raad Telecommunicatie later deze maand."

De voorgestelde voorschriften, het Europees wetboek voor elektronische communicatie, hebben betrekking op een groot aantal gebieden, van consumentenrechten tot toegang van exploitanten tot netwerken en samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van spectrumbeheer. De herziening speelt in op de veranderingen die zich sinds de invoering van de huidige voorschriften in 2009 hebben voorgedaan, en voorziet in een toekomstbestendig kader voor een snelle en ruime uitrol van 5G en andere technologieën van de nieuwe generatie. Deze nieuwe technologieën zullen het gemakkelijker maken om innovatieve digitale diensten zoals verbonden en autonome voertuigen, slimme steden en slimme energienetten in te voeren en uit te breiden.

Het door de Raad gegeven mandaat verruimt het toepassingsgebied van elektronische-communicatiediensten om rekening te houden met het groeiende belang van diensten die via het internet worden verstrekt (ook bekend als "over‑the‑top‑diensten" of "OTT"), zoals VoIP, berichtenapps en e‑mail. Dit is een ingrijpende verandering ten opzichte van de huidige voorschriften, die alleen betrekking hebben op traditionele diensten die verbonden zijn met een specifiek nummer, zoals tekstberichten en vaste en mobiele telefoongesprekken. Bepaalde kenmerken van de dienst, zoals de vraag of de gebruiker voor de dienst betaalt, zullen bepalen welke voorschriften van toepassing zijn. Voorts omvat het mandaat een herzieningsmechanisme om ervoor te zorgen dat de rechten van eindgebruikers up‑to‑date blijven, aangezien bedrijfsmodellen en het consumentengedrag in een hoog tempo veranderen.

Het mandaat voorziet in nauwere samenwerking tussen de lidstaten, zodat radiospectrum tijdig en op voorspelbare wijze ter beschikking kan worden gesteld van de exploitanten. In de tekst van de Raad wordt echter erkend dat een optimaal spectrumgebruik in de EU kan verschillen om een aantal redenen zoals fysische geografie, spreiding van de bevolking, marktvoorwaarden en grenzen met niet-EU-landen. Tevens wordt ermee rekening gehouden dat de lidstaten flexibel moeten kunnen zijn om te reageren op technologische en marktontwikkelingen in hun beheer van het spectrum.

Met het standpunt van de Raad worden de huidige voorschriften voor de toegang van exploitanten tot netwerken geactualiseerd, met als doel concurrentie aan te moedigen en het voor bedrijven gemakkelijker te maken te investeren in nieuwe infrastructuur, ook in meer afgelegen gebieden. Het mandaat laat de autoriteiten toe het reguleringsniveau in zekere mate te verlagen in het geval van concurrerende markten, maar voorziet ook in waarborgen waar dat nodig is zodat de doeltreffende regulering van de markt niet wordt ondermijnd.

De Raad blijft de spil in de op "aanmerkelijke marktmacht" (AMM) gebaseerde reguleringsaanpak, die in de loop der jaren waardevol is gebleken voor het openstellen van markten voor nieuwkomers. Gelet echter op de toenemende complexiteit van de marktspelers, is AMM-regulering alleen niet genoeg om in alle gevallen concurrentie te waarborgen. De AMM-regels zullen daarom worden aangevuld met symmetrische regulering van alle aanbieders van elektronische-communicatienetwerken in bepaalde situaties. Voorts voorziet het mandaat van de Raad in een aantal aanvullende instrumenten om nationale regelgevende autoriteiten in staat te stellen problemen aan te pakken die zich in bepaalde marktomstandigheden, zoals duopolistische situaties, kunnen voordoen.

Het mandaat is door de ambassadeurs van de lidstaten verleend tijdens de vergadering van het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper I).

Een eerste verkennende "trialoogvergadering" met het Europees Parlement zal naar verwachting vóór eind oktober plaatsvinden, indien het Parlement tijdens zijn volgende plenaire vergadering bevestigt dat dit mogelijk is.