Hoe we onszelf voor jaren aan gas vastketenen, terwijl we er eigenlijk vanaf moeten

Met dank overgenomen van GroenLinks i, gepubliceerd op donderdag 19 oktober 2017.

Als we niet oppassen, gaan straks miljarden euro’s in rook op. De lobby van energiereuzen voor gas is zo succesvol dat we een nieuwe doodlopende straat in dreigen te rijden. Een lange longread van Europarlementariër Bas Eickhout over onze gasverslaving.

In de strijd tegen klimaatverandering is het hard nodig om over te gaan op duurzame energie. In 2050 moeten we in principe volledig duurzaam zijn. Om daar te komen kunnen we niet vandaag opeens alle kolencentrales uitzetten en wachten op voldoende capaciteit in wind- en zon. Een zogenaamde 'transitiebrandstof' is dan nodig. Een manier om energie op te wekken die in elk geval minder vervuilend is dan steenkool en die tegelijkertijd kan voldoen aan de energievraag die er nu is. Politici zijn mede daarom vandaag de dag in ban van gas.

Want gas is een schoner alternatief voor steenkool. Toch? En we hebben gas nodig om de overstap te maken naar honderd procent duurzame energie? (Spoiler: Zo makkelijk is het niet.) Massaal subsidiëren politici de gasindustrie met onder andere enorme infrastructuurprojecten (Yes! Werkgelegenheid!). Maar het lijkt erop dat door het enthousiasme even vergeten wordt dat gas niet het doel was, maar duurzame energie.

In onze eigen zoektocht naar hoe we nu klimaatverandering kunnen tegengaan en de overgang soepel laten verlopen, kwamen we tot een schokkende ontdekking.

We dreigen een gasverslaving op te bouwen die z’n weerga niet kent.

Als we doorgaan op de ingeslagen weg, dan halen we of de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs niet, of zitten we met miljarden aan onbruikbare investeringen in gas-infrastructuur. We dreigen onszelf voor zeker vijftig jaar vast te ketenen aan nieuwe gas-infrastructuur, terwijl we juist in de komende dertig jaar ook gas langzaam maar zeker moeten afbouwen.

We duiken in dit artikel in de wereld van de grote gas lock-in. Bereid je voor op afkortingen, percentages en eenheden waarmee je in de kroeg misschien wat vragende blikken krijgt, maar waarmee je wel kunt uitleggen hoe volstrekt blind beleidsmakers in Europa massaal vertrouwen op gas als ‘transitiebrandstof’. En daarmee miljarden aan investeringen over de balk gooien. Belangrijk dus, als je tenminste klimaatverandering serieus neemt en in de toekomst niet opgezadeld wil worden met de financiële lasten van miljarden aan investeringen die onrendabel worden.

De komende maanden zal Europees veel besproken en afgesproken worden over de strategie rond energie. Dan is het belangrijk te snappen hoe de hazen lopen in dit ingewikkelde vraagstuk van klimaatverandering en geopolitiek.

Gas als ideaal

In Nederland weten we als geen ander dat gas verdraaid handig kan zijn. Niet alleen om te verwarmen, maar ook om te gebruiken om elektriciteit van te maken.

  • In verhouding tot een zwaar vervuilende kolencentrale is een gascentrale nog relatief schoon. Bij het verbranden van gas komt er weliswaar CO2 vrij, maar veel minder dan bij het verbranden van steenkool.
  • Daarnaast kan een gascentrale relatief makkelijk aan- en uitgezet worden. Dat is wel zo handig als je moet inspelen op steeds meer opwekking via zon en wind, waarvan de productie weleens onvoorspelbaar kan zijn. Dan kun je snel een gascentrale bij schakelen.
  • Tenslotte kunnen we met gas ervoor zorgen dat we minder afhankelijk worden van één of enkele leveranciers. Naast Russisch gas is het mogelijk om gas uit Noorwegen te importeren. Ook zouden Azerbeidzjan of Turkmenistan een optie kunnen zijn. (Of zelfs schaliegas uit de Verenigde Staten…). Al moet je je natuurlijk wel afvragen of het überhaupt verstandig is om afhankelijk te zijn van andere landen voor zoiets belangrijks als je energievoorziening.

Dat klinkt als een goed verhaal. Energiebedrijven hebben dat verhaal dan ook met man en macht aangegrepen. Grote bedrijven als bijvoorbeeld Shell zetten nu zwaar in op gas.

En wanneer de lobby vanuit dat soort bedrijven zo stevig is als nu het geval is, dan moet je op gaan letten.

Hebben we wel zoveel gas nodig als waar we nu projecten voor goedkeuren of subsidies aan besteden? Zijn we nog wel aan het investeren in gas als transitie naar duurzaam of zijn we een business model aan het opzetten voor de grote multinationals?

We moeten uiteindelijk af van fossiel gas

Het is dus prima om gas - zolang als we het nodig hebben - strategisch als transitiebrandstof te gebruiken. Maar de klok tikt ondertussen door. En we weten dat we (als we de afspraken van Parijs willen halen) in 2050 helemaal klimaatneutraal, dus zonder CO2-uitstoot, onze energie moeten opwekken.

Hoe lang kunnen we nog gebruik maken van gas? Op ons verzoek heeft het Duitse Öko-Institut dat uitgerekend voor de Europese Unie. Ze vergelijken het ‘reference scenario’ van het huidige beleid met een ‘vision scenario’ dat als doel heeft om onder de twee graden opwarming te blijven. In het reference scenario blijft de consumptie van gas (lichtblauw) min of meer gelijk, maar bij het ‘vision scenario’ is goed te zien hoe het aandeel van gas in onze energieconsumptie steeds kleiner wordt en in 2050 bijna verdwenen is.

Hetzelfde schrijft onderzoeksinstituut Ecofys. Ook zij stellen dat we langzaam moeten gaan beginnen met het dichtdraaien van de gaskraan. Dat rapport is sowieso de moeite waard om even door te nemen. Zo benadrukt het dat het verschil tussen gas en kolen qua klimaatimpact veel kleiner is dan gedacht. Dat komt door de grote hoeveelheid van het broeikasgas methaan dat lekt tijdens de winning en transport van gas.

Het rapport benadrukt ook dat de kosten van CO2-afvang en -opslag (CCS) zo hoog zijn, dat gas in combinatie met CCS de concurrentie met duurzame technologieën nooit aan zal kunnen (in Rotterdam kunnen ze over de hoge kosten van CCS meepraten).

Daar sta je dan met je mooie woorden over gas als transitiebrandstof. Investeren in duurzame energie is toch echt iets anders dan investeren in iets minder vervuilende energie.

Nu al capaciteit teveel, en toch bouwen we bij

Maar we zoomen even verder in op onze huidige gasconsumptie in Europa. In 2016 consumeerden we volgens Eurostat met z’n allen in de Europese Unie 466 miljard m3 aan gas. Om precies te zijn: 17.921.108 terajoule. Ongeveer een derde hiervan komt uit de EU zelf, bijvoorbeeld uit Groningen. De rest, 300 miljard m3 per jaar wordt geïmporteerd. Op dit moment hebben we in de EU, zoals je in onderstaande grafiek kunt zien, twee keer meer importcapaciteit (pijplijnen en haventerminals voor vloeibaar gas) dan we nodig hebben.

Dus met het oog op het afbouwen van onze uitstoot van CO2, want we willen ons immers aan het Parijsakkoord houden, zou je mogen zeggen dat we genoeg importcapaciteit hebben. In de grafiek hierboven is dat de tweede kolom.

Toch gebeurt vreemd genoeg precies het tegenovergestelde: er zijn nog allerhande plannen om de importcapaciteit verder uit te breiden. Er wordt gebouwd aan Nordstream, aan Southstream en aan allerhande havens voor de import van vloeibaar gas. Als al de geplande infrastructuurprojecten door zouden gaan (de derde kolom), dan komt er maar liefst 58 procent aan capaciteit bij.

Dan hebben we dus straks een infrastructuur voor gasimport die ruim drie keer zo groot is als wat we nodig hebben, terwijl we juist zouden moeten afbouwen om aan de internationale klimaatafspraken te voldoen.

Projecten van gemeenschappelijk belang

Waar komen al die extra projecten vandaan? De projecten worden voornamelijk gefinancierd door energiebedrijven, EU-landen zelf en buitenlandse overheden. Maar ook de Europese Unie zelf doet een duit in het zakje met projecten die in de EU-lijst van ‘Projects of Common Interest’ (projecten van gemeenschappelijk belang) staan.

Dit zijn energieprojecten die belangrijk gevonden worden voor de Europese Energiemarkt en daardoor de hoogste politieke prioriteit krijgen in de vorm van subsidies, ze krijgen zo snel mogelijk een vergunning, enzovoorts. Maar liefst 77 van de 195 projecten op deze lijst zijn gasprojecten.

Zuidelijke Gascorridor

En de projecten zijn peperduur. De optimistische schattingen voor de bouw van de de Zuidelijke Gascorridor (voor Azerbeidzjaans en Turkmeens gas) komen in de buurt van 35 miljard euro.

In plaats van deze projecten te ontmoedigen, subsidieert de EU ze via haar begroting, via de Europese Investeringsbank inclusief het Juncker-investeringsplan. Tussen 2014 en 2016 ging op deze manier jaarlijks gemiddeld vier miljard euro naar fossiele investeringen waarvan het grootste gedeelte naar gas. En je kunt je afvragen of dat in het gemeenschappelijk belang is.

Nordstream

Een apart geval is Nordstream 2. Dat is een project voor een directe pijplijn vanuit Rusland naar West-Europa (om Oekraïene heen), gesteund door andere Duitsland en Nederland, en mede gefinancieerd door Shell. Maar niet alle EU-landen staan er achter en de Europese Commissie is een actieve tegenstander.

Nordstream vergroot de geopolitieke macht van Rusland omdat het de EU-landen uit elkaar speelt Ook zullen de pijpleidingen het aandeel Russisch gas in de EU (nu al 34 procent) verder vergroten. Poetin krijgt door daardoor enorme invloed op de energievoorziening in Europa. In het verleden heeft hij al vaker laten zien de gaskraan als diplomatiek wapen niet te schuwen. Tot zover het argument voor leveringszekerheid door diversificatie.

De investeringen in gasinfrastructuur worden lang niet alleen gedragen door de EU of door EU-landen. Er zitten ook private bedrijven (we noemden Shell eerder al) en buitenlandse overheden achter. Maar die willen hun investering wel terugverdienen. Bij het plannen gaan ze er vanuit dat een pijplijn er minstens vijftig jaar ligt. En dat terwijl we eerder al aantoonden dat we in maximaal dertig jaar van het gas af moeten.

Conclusie: Bijna de helft van de investeringen en subsidies gaan in rook op, als we ons tenminste aan onze klimaatafspraken willen houden.

Rotterdamse terminal maar voor 7 procent benut

Naast de gasimport via pijpleidingen, kan er ook vloeibaar gas, LNG, geïmporteerd worden. Dat gaat met enorme gastankers via zee. In Rotterdam staat de, tot nu toe enige, Nederlandse LNG-terminal, goed voor 12 miljard m3 per jaar. Maar de capaciteitsbenutting schommelt momenteel maar rond de 7 procent. Sinds 2012 is die nooit boven de tien procent uitgekomen. De enige uitschieter was in 2011, vlak na de opening, toen werd even 18 procent van de totale capaciteit gebruikt.

Niet alleen in Nederland kampen we met dit probleem. De Europese Unie telt momenteel 25 LNG-importterminals die gezamenlijk goed zijn voor 210 miljard m3 per jaar. Die capaciteit is tussen nu en 2012 gemiddeld voor slecht 22 procent benut. Geen wonder met alle overcapaciteit die er in de EU is.

Er is in Spanje zelfs nog een LNG-terminal die sinds de bouw in 2012 nog nooit gebruikt is. Toch ligt er een zee aan plannen klaar om overal in de EU nieuwe terminals te bouwen. Want gas was toch nodig om van kolencentrales af te komen, denken politici.

Gouden bergen in de opslag van gas

Tot nu toe hebben we het steeds gehad over de import van gas. Maar er is nog een categorie die een grondige analyse kan gebruiken: de opslag van gas. Trouwens ook eentje waar Nederland op gouden bergen hoopt. (Hint: die zijn er niet.)

De Nederlandse Rekenkamer maakte al diplomatiek gehakt van de miljarden verslindende gasrotonde waar wij onszelf rijk rekenen omdat we denken dat we een Europese hub voor gas gaan worden. Maar Nederland is niet het enige EU-land dat zo denkt en dat leidt tot problemen.

Een studie van Wood Mackenzie concludeert dat de totale gasopslagcapaciteit in de EU de afgelopen zeven jaar met 18 miljard m3 gestegen (naar 106 miljard m3). Maar de totale vraag naar gas daalde in diezelfde jaren van 510 miljard m3 naar 430 miljard m3. Gevolg: de opslaglocaties draaien ernstig verlies. Sommige EU-landen beginnen in te springen met extra subsidies om de opslaglocaties open te houden. Het rapport stelt dat een kwart van de capaciteit juist gesloten zou moeten worden om de balans op de markt terug te brengen.

Hoe nu verder?

De voet moet van het gas, dat mag duidelijk zijn. We stellen daarom een aantal wijzigingen voor in het beleid van de Europese Unie (en eentje in Nederland).

  • Stop de subsidies. Willen we klimaatverandering in toom houden, dan speelt gas maar een heel beperkte rol. We moeten het strategisch inzetten. Enkel investeringen gericht op het slimmer benutten van de huidige capaciteit moeten kunnen rekenen op steun vanuit Brussel. Actiepunt: de bezem door de Projects of Common Interest halen.
  • Bespaar op energiegebruik en wek zelf energie op. Energieonafhankelijkheid bereik je niet met het aanleggen van meer pijpleidingen naar landen met louche regimes. Onafhankelijkheid krijg je door zuiniger met je energie om te gaan (goed isoleren van huizen bijvoorbeeld) en door zelf energie op te wekken. Actiepunt: Op dit moment onderhandelen ministers en Europarlementariërs over de doelstellingen voor duurzame energie en energiebesparing voor de periode 2021-2030. In tegenstelling tot het voorstel dat nu op tafel ligt, moeten die ambitieus en nationaal bindend worden.
  • In het verlengde van het vorige punt moeten we ook in Nederland aan de slag. Om te beginnen door te stoppen met de miljardenverslindende bouw van de gasrotonde. Die miljarden kunnen we zoveel beter inzetten voor infrastructuur voor duurzame energie op de Noordzee. Actiepunt: Maak werk van een North Seagrid, een netwerk van windenergie tussen de landen aan de Noordzee.
  • Creëer duidelijkheid voor investeerders. Dat private bedrijven nog steeds miljarden investeren in gasinfrastructuur, komt omdat er te weinig duidelijkheid is over de toekomstige rol van gas. Actiepunt: de EU moet een klimaatstrategie voor de lange termijn ontwikkelen - staat trouwens ook in het Parijsakkoord - waarin concreet uiteengezet wordt hoe de doelstellingen gehaald gaan worden. Ook de kapitaalmarkten moeten transparant worden met betrekking tot risico’s die verbonden zijn aan grote fossiele investeringen. We moeten deze risico’s tijdig aanpakken door de financiële regulering van de EU tegen het licht te houden.