Tsja, die brexit....

maandag 25 februari 2019
gewijzigd, analyse van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa i

Iedere dag, bijna iedere dag, is er weer nieuws van het Brexit front; of er is een door toedoen van de conservatieve brexiteers door May verloren stemming in het House of Commons; of er zijn inmiddels acht Labour parlementsleden die zich afscheiden, waar zich drie Conservatieven bij hebben aangesloten; of er is een loslippige medewerker van May in een Brussels etablissement; of er is weer de onzichtbaarheid van een oplossing voor de backstop anders dan die in de Brexit overeenkomst staat.

Er is veel activiteit binnen de lidstaten en de EU zelf om voor te bereiden op een harde Brexit; Eind februari komt er wederom een door May beloofde stemming in het House of Commons. (Is inmiddels uitgesteld Red.)Het wordt een moeilijk verhaal als er dan geen andere Brexit deal zal zijn overeengekomen met de EU. We wachten ook nog op wat is bekend geworden als de meaningful vote (de stemming over de Brexit Agreement als bedoeld in section 13 van de European Union (Withdrawal) Act 2018); die stemming moet natuurlijk ook wel eens plaatsvinden, want na een (eventuele/onwaarschijnlijke?) instemming door het VK moet ook nog het Europees Parlement de kans gegeven worden zich uit te spreken over de Withdrawal Agreement, zoals art. 50 VEU voorschrijft.

De vertraging van de brexit kan nog langer doorgaan: 21/22 maart 2019 is er een Europese top. Dit is een moment waarop May toch ook nog eens om uitstel kan vragen, zij het dat alle EU-lidstaten daar wel mee in zouden moeten gaan stemmen. Bij het ontbreken daarvan, geen uitstel. Uitstel kan alleen met instemming van alle EU lidstaten; afstel kan het VK eenzijdig doen. Maar: uitstel kan alleen aan de EU worden gevraagd door May als daaraan voorafgaand het Britse parlement besluit af te wijken van de in de Withdrawal Act genoemde datum van 29 maart 2019! Dat wordt wel erg krap.

En dan is er trouwens ook nog de tijd die gemoeid is met allerlei wetgevingsprocedures in het VK om consequenties van de Brexit te regelen en vooral ook internationale overeenkomsten te kunnen sluiten, die immers ook nog langs het Britse parlement moeten. En veel internationale overeenkomsten gesloten door de EU vervallen nu eenmaal met en door een Brexit voor het VK.

En wat als uitstel wel wordt verleend? Waartoe, waarvoor, tot wanneer? Voor verkiezingen? Om wat technische zaken te regelen? Tot de Conservatieven en Labour intern orde op zaken hebben gesteld? Tot er een consensus/meerderheid in het Britse parlement is? Tot na Britse verkiezingen, en als die dan eens geen soelaas bieden? En wat als het uitstel gevraagd en gegeven wordt tot na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 23/26 mei 2019? Gaan dan de stembureaus ook in het VK open? Dat zal de Brexiteers zeker bevallen. ...Toch moeten de stembureaus dan wel open omdat niemand tenslotte weet - of zeker kan weten - of het VK niet ook gebruik gaat maken van de nog steeds bestaande optie om de Brexit notificatie in te trekken. Wat dan, als de verkiezingen doorgaan en als daarna de Brexit doorgaat: blijven dan de VK zetels vacant, of gaat de gedeeltelijke herverdeling daarvan dan wel of niet toch door? Zodat Nederland evenals enkele andere lidstaten er extra zetels bij krijgen, en we in feite in mei nog enkele schaduw leden van het EP verkiezen?

Het is natuurlijk onverantwoord om zo, als oppositie en regering, als dissidente en loyale partijleden van welke partij ook, te spelen met het lot van een land en met besluitvorming. Corbyn en May, hard Brexiteers en Remainers, bepleiters voor een referendum of verkiezingen. Ruim een maand voor de Brexit, en niemand weet nog zeker wat er gebeurt: het is als met de fietser die in de verte een lantaarnpaal ziet: gebiologeerd rijdt die er op af. De harde Brexit is de lantaarnpaal die velen willen vermijden, en toch...De ego's zijn te groot geworden om een oplossing te zoeken en gezamenlijk te vinden; daar zijn de Britse politiek en kiesstelsel en kamerindeling ook niet echt op ingericht.

Aalt Willem Heringa is als hoogleraar vergelijkende staats- en bestuursrecht verbonden aan de Universiteit Maastricht en is directeur van het Montesquieu Instituut Maastricht.