Wat zijn de gevolgen van de Brexit voor de positie van Nederland in de Europese Unie?

maandag 2 maart 2020, analyse van Rem Korteweg i

Door de Brexit verandert de geometrie van de Europese Unie. Met het vertrek van 65 miljoen inwoners en de tweede economie van de EU verschuift het economisch en demografisch zwaartepunt van de Unie naar het zuiden en het oosten. Dit roept vragen op over de positie van Nederland.

Voorheen werd de Europese Unie aangedreven door een driewieler bestaande uit Parijs, Berlijn en Londen. Om de Nederlandse belangen te kunnen behartigen, kregen de betrekkingen met deze hoofdsteden prioriteit. Andere lidstaten deden er minder toe. Nederland was ook altijd een groot pleitbezorger geweest van het Britse EU-lidmaatschap. Niet alleen omdat Nederland innige politieke en economische betrekkingen heeft met Londen, maar ook omdat de Britse pragmatische houding met zijn nadruk op ‘Europa als markt’ goed samenging met Hollandse nuchterheid in Brussel. De Britten konden ook, zo dacht men aan het Binnenhof, de Fransen en Duitsers in balans houden. Een prettige bijkomstigheid was dat Nederland in het centrum lag van de driehoek gevormd door de Grote Drie. Het werd door Den Haag gezien als de terechte plek voor een ‘founding father’ van het Europese integratieproject.

Door de Brexit is niet de driewieler maar de Frans-Duitse tandem het belangrijkste vehikel geworden om de EU vooruit te bewegen. De Noordzee is nu een buitengrens, in plaats van een binnenmeer, van de Unie. Kijk naar de kaart van de nieuwe EU; geografisch zit Nederland aan de periferie. Institutioneel vertaalt deze ontwikkeling zich in nieuwe stemverhoudingen in de Europese Raad i. Wanneer besluiten met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen i worden genomen is het bijna onmogelijk om dit te doen zonder de steun van Frankrijk en Duitsland. Maar evengoed kunnen zuidelijke lidstaten nu een blokkerende minderheid vormen. Het voedt aloude zorgen in Den Haag over een protectionistische, centraliserende Unie met superstaat-ambities waar Nederland niet tegen op kan.

Onder Eurosceptici voedt Brexit daardoor het gevoel dat Nederland – als lid van de ‘Founding Six’ - steeds meer grip op de EU verliest: de EU ontwikkelt zich in een richting weg van Nederland, weg van het Noorden. Het past bij eerdere zorgen die geuit zijn over Nederlandse machtsafname na Europese uitbreidingsrondes, met name die van 2004.

Maar binnen deze veranderende Europese geometrie, verandert de positie van Nederland evengoed. Inmiddels is Nederland de vijfde economie van de Unie, en de grootste van de Noord-Europese, liberale lidstaten – Duitsland daargelaten. Er wordt door deze groep ook steeds vaker naar Nederland gekeken.

Door de Brexit verdwijnt een belangrijke Nederlandse bondgenoot op verschillende Europese dossiers. De Britten hadden een belangrijke stem als het ging om verdieping van de interne markt, handelsbeleid, verkleining van het EU-budget en het afremmen van de centraliserende reflexen van de Europese Commissie i (of landen als Frankrijk). Nederland kon schuilen achter de brede Britse schouder, of meeliften in zijn slipstream. Maar Brexit dwingt Den Haag tot het ontwikkelen van een nieuwe Europese assertiviteit. Zie bijvoorbeeld de recente toespraken van premier Mark Rutte i in Straatsburg en Zurich. Maar zie ook de diplomatieke initiatieven om nieuwe gelegenheidscoalities te smeden of banden aan te halen met landen die traditioneel niet op de Haagse radar stonden.

Het meest in het oog springende initiatief sinds het Britse EU-referendum was wellicht de ‘nieuwe Hanzeliga’. Een groep van acht Noord-Europese ministers van financien, onder de facto aanvoering van Den Haag, sprak zich in 2018 uit tegen verschillende, veelal Franse, ambities voor de Eurozone. Een ander voorbeeld waar Nederland een centrale rol speelt is het verzet van de ‘Frugal Four’ tegen een budgetverhoging bij de lopende onderhandelingen over het meerjarig financieel kader.

Die onderhandelingen over het meerjarig budget worden ook deels door Brexit beïnvloed. De netto-betalers, waaronder Nederland, willen niet opdraaien voor het gat dat de Britten, eveneens netto-betaler, achterlaten. Meer Nederlands geld naar een kleinere Unie zou de steun voor eurosceptische partijen alleen maar aanwakkeren. Met verkiezingen over een jaar is het een belangrijke reden waarom premier Rutte nu de poot stijf houdt.

Brexit stelt Nederland voor een duidelijke uitdaging: het relatieve gewicht van Nederland in de Unie neemt toe, op het moment dat er zorgen zijn over de richting waarop die Unie zich ontwikkelt. Dat laatste wordt nog eens versterkt door de politieke zwakte van Duitsland als gevolg van het opvolgingsvraagstuk rond Bondskanselier Merkel.

Nederland kan meebuigen met deze veranderende EU, hem proberen tegen te houden, of hem actief proberen bij te sturen. De geopolitieke turbulentie rond de EU, de veranderende transatlantische verhoudingen, de toegenomen urgentie van nieuwe onderwerpen als klimaat en migratie, en de sociaal-maatschappelijke discussies die uit deze ontwikkelingen voortkomen, vragen om een constructieve Nederlandse EU-agenda. En in die context maakt Brexit het voor Nederland noodzakelijk om zijn diplomatie in Europa opnieuw te herijken. Nieuwe coalities worden onderzocht en in nieuwe diplomatieke betrekkingen wordt geïnvesteerd. De Hanzegroep spitst zich toe op economisch-financiële dossiers, de MFK discussie speelt vooral deze maanden, en Nederland kan het zich niet veroorloven om alleen te boek te staan als nee-zegger. Daarom wordt ook gekeken naar samenwerking met landen die in Den Haag niet direct als gelijkgestemd bekend staan, zoals bijvoorbeeld Spanje, Italië en Frankrijk op thema’s als klimaat, handel, duurzaamheid en migratie, of individuele landen van de Visegrad-groep.

Voor Eurosceptici mag de Brexit dienen als een voorbeeld om te volgen, volgens Eurobarometer data is een overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking optimistisch over de toekomst van de EU. Dat Nederland zijn positie in de EU opnieuw moet kalibreren, lijkt de burger niet af te schrikken. Evengoed zal de onzekerheid over het Brexit-proces in Westminster bijgedragen hebben aan het beeld dat een vertrek uit de Unie onwenselijk is. Het moge duidelijk zijn, zowel voor- als tegenstanders van de EU in Nederland putten uit de Brexit. Hoe de toekomstige betrekkingen tussen Brussel en Londen eruit gaan zien weten we nog niet, maar helder is dat het Britse vertrek een discussie heeft losgemaakt over de rol van Nederland binnen de nieuwe Europese machtsbalans.

Rem Korteweg is als senior onderzoeker verbonden aan Instituut Clingendael.