Fragmentatie, maar toch achterliggende stabiliteit

donderdag 18 maart 2021, analyse van Prof.Dr. Bert van den Braak i

Het opvallendste van de verkiezingsuitslag is dat de huidige regeringscoalitie niet alleen zijn meerderheid behoudt, maar zelfs enige winst boekt. Dat een zittende coalitie na verkiezingen winst boekt, is sinds 1998 niet meer voorgekomen (in 2010 was er per saldo lichte winst, maar verloor gedoger PVV sterk). De coronacrisis en het gevoerde beleid zal daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld.

De vierde overwinning van de VVD is zeker ook vermeldenswaard. Met zo'n succesreeks komt Rutte op gelijke hoogte met Adenauer en streeft hij Thatcher voorbij. Je kunt natuurlijk ook zeggen dat de VVD zich als enige van de drie traditionele hoofdrolspelers heeft weten te handhaven, al is de lichte winst en de evenaring van het record uit 1998 knap. Vraag is inmiddels of de verzwakking van PvdA (en in mindere mate CDA) blijvend is. Parlementaire samenwerking van PvdA en GroenLinks ligt voor de hand, willen die partijen nog enigszins een vuist kunnen maken.

Qua beleid is de uitkomst wat complexer, al kun je dus stellen dat het coronabeleid nog steeds brede steun ondervindt. De winst van FVD is wat dat betreft in lijn met het bestaande beeld. Verliezer GroenLinks was misschien, met de Partij voor de Dieren, 'kampioen' klimaatbeleid, maar ook D66 heeft daar ferme standpunten.

Voor het Europese beleid is de steun van zowel Volt als D66 opvallend. Het alom gehoorde geluid dat er een einde is gekomen aan het neoliberalisme werd minder zichtbaar, gezien de zwakke prestaties van PvdA en SP. Bij alle complexiteit kun je misschien gewoon constateren dat Sigrid Kaag zichzelf en haar partij buitengewoon goed op de kaart hebben gezet.

Een snelle formatie lijkt haalbaar, zeker met een wat beperkter crisisherstelplan. Dat neemt niet dat kwestie als landbouw (inkrimping veestapel) en migratie moeilijk liggen. Het versplinterde parlement is nadelig voor de slagkracht, maar biedt wel volop mogelijkheden om ad hoc-coalities te vormen. Vanwege de verhoudingen in de Eerste Kamer blijft dat sowieso noodzakelijk. Het beeld toont spectaculair, maar in de praktijk zou stabiliteit wel eens kenmerkend kunnen zijn.