Ophoging Nederlandse bijdrage Europese Vredesfaciliteit

Met dank overgenomen van Tweede Kamer der Staten Generaal (Tweede Kamer) i, gepubliceerd op dinsdag 13 juni 2023, 8:30.

13 juni 2023, begroting - De Kamer debatteert met minister Hoekstra over aanpassingen aan de begroting van Buitenlandse Zaken voor steun aan Oekraïne via de Europese Vredesfaciliteit.

De Europese Vredesfaciliteit is een fonds van de Europese Unie om operaties en steunmaatregelen te financieren, in dit geval in Oekraïne. Nederland levert een bijdrage, bijvoorbeeld om in agrarisch gebied mijnen op te ruimen. Ook wordt via de NAVO snelle en flexibele "non-letale steun" aan de Oekraïense strijdkrachten verleend. Daarvoor moet de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden aangepast. Twee woordvoerders spreken zich in dit debat uit tegen deze vorm van steun.

De Roon (PVV)

De Roon vindt het niet goed dat geld van de Nederlandse belastingbetaler via de Vredesfaciliteit terugvloeit naar lidstaten die er wapens van kopen voor Oekraïne. De oorlog zal er niet eerder door stoppen, voorspelt de PVV'er. Hij wil weten welke landen geld uit het fonds declareren wanneer zij militair materieel aan Oekraïne geven. Hij vreest een gebrek aan parlementaire controle op de besteding van het geld, ook in het geval van toekomstige steun.

Baudet (FVD)

De EU toont zich een "brave knecht en onderdanig uitvoeringsorgaan" van het "agressieve en expansionistische beleid" van de NAVO en Amerika, stelt Baudet. Oekraïne zou zich lenen voor een proxyoorlog tegen Rusland. Hij ziet een obsessie met de vernietiging van Rusland. Nederland zou "niet zomaar moeten meegaan in deze oorlogsretoriek".

Reactie minister Hoekstra

Hoekstra begrijpt de wens van transparantie. Nederland zegt nu "in het volle daglicht en in dialoog met de Kamer" ja tegen deze bijdrage, zegt de minister. Hij wil niet vooruitlopen op eventuele bijdrages in de toekomst. De uitspraken van Baudet over de oorlog in Oekraïne, de EU en de NAVO noemt Hoekstra "zeer ongelukkig".

De Kamer stemt op 20 juni over de eerste en tweede incidentele suppletoire begroting.