Het democratie-argument als moreel schild

donderdag 25 september 2025, column van Robin Ravensbergen

De beslissing van AVROTROS om niet deel te nemen aan het Eurovisie Songfestival zolang Israël meedoet, heeft enige discussie losgemaakt. Zo ook bij de uitzending van Humberto van vrijdag 12 september.

De boycotdiscussie

De vraag die centraal stond is: kan een land – en in zekere zin haar hele bevolking – worden uitgesloten van deelname aan een cultureel evenement als het Eurovisie Songfestival vanwege het handelen van de eigen regering. Zulke evenementen kunnen immers worden gezien als een positief visitekaartje van een land – en in zekere mate worden zij door bepaalde staten ook bewust (zij het ongewenst) op die manier ingezet.1) Er zijn allerlei argumenten aan te voeren vóór en tegen uitsluiting van (deelnemers van) landen bij culturele en sportevenementen, en dit debat wordt in deze situatie zeker niet voor het eerst gevoerd. In het verleden zijn meerdere landen daadwerkelijk uitgesloten van deelname aan internationale sport- en cultuurevenementen. Zo werd Rusland na de inval in Oekraïne geweerd bij het EK en Eurovisie, werd Zuid-Afrika tijdens de apartheid jarenlang buitengesloten en mocht ook voormalig Joegoslavië in de jaren negentig niet meedoen aan internationale toernooien.2) Een motie van het lid Teunissen van 11 september 2025 dat een soortgelijke uitsluiting voor Israël nastreeft, heeft het in de Tweede Kamer niet gehaald.

Bij het Eurovisie Songfestival speelt bovendien een bijzonder element: het gebruik dat het winnende land in principe het volgende festival organiseert.3) Dit roept de vraag op hoe moet worden omgegaan met een eventuele winst van Israël, gezien de huidige situatie en de mogelijke consequenties voor de organisatie. Een soortgelijke spanning tussen sport, politiek en mensenrechten zagen we bij het WK voetbal van 2022 in Qatar: daar stond niet de deelname van het gastland ter discussie, maar de keuze om het toernooi in dat land te laten plaatsvinden, gezien onder meer de behandeling van arbeidsmigranten en de positie van LHBTI+-personen.

De vraag of Israël tot de uitgesloten landen moet behoren, is een wezenlijke maar afzonderlijke discussie die ik hier nadrukkelijk niet wil beslechten en die vooral door anderen gevoerd dient te worden. De bedoeling van dit stuk is dan ook niet om hieronder die specifieke talkshowdiscussie te herhalen, laat staan om het vraagstuk van vermeende oorlogsmisdaden en genocide tot een slotsom te brengen. Dat is onderwerp van een bredere juridische en politieke discussie, waarover een definitief juridisch oordeel van het Internationaal Gerechtshof nog wel een aantal jaar op zich laat wachten en waar allerlei deskundigen (en minder deskundigen) zich al uitgebreid over hebben uitgesproken.4)

Wat intussen duidelijk wordt, is dat de aanhoudende beschuldigingen en rapporten over Israëls handelen ook in onze samenleving hun weerslag hebben. De roep om actie klinkt steeds vaker, ook op cultureel terrein, en leidt tot felle discussies met verschillende argumenten.

Democratie als criterium

Wanneer het over Israël gaat, klinkt in het debat een bijzonder argument: ‘maar dat is een democratie in vergelijking tot de landen eromheen.’ Daarmee, zo stelde ook Albert Verlinde in de uitzending van Humberto, zouden maatregelen zoals uitsluiting wrang zijn. Maar los van het feit dat een staatsvorm überhaupt geen criterium is voor deelname aan bijvoorbeeld het Eurovisie Songfestival, zegt enkel het etiket ‘democratie’ bovendien niet alles. Zelfs niet over de mate waarin rechtsstatelijke beginselen zoals bescherming van minderheden, burgerlijke vrijheden en naleving van het internationaal recht daadwerkelijk worden gewaarborgd. Juist dat laatste – het niet naleven van de internationale rechtsorde – is in andere gevallen van uitsluiting wél doorslaggevend geweest, zoals bij Rusland na de inval in Oekraïne.5)

Democratie is geen zwart-wit begrip

De stelling dat een land ’een democratie’ is verdient hierbij enige nuancering. Politicologen onderscheiden doorgaans een spectrum van regimevormen, dat grofweg in vier categorieën kan worden verdeeld:6)

  • (1) 
    volwaardige (liberale) democratieën, waar verkiezingen vrij en eerlijk zijn, rechtsstatelijke instituties functioneren en burgerrechten breed gewaarborgd worden;
  • (2) 
    gebrekkige of flawed (electorale) democratieën, waar verkiezingen wel plaatsvinden maar beperkingen bestaan in rechtsstatelijke waarborgen, mediavrijheid of de bescherming van minderheden;
  • (3) 
    hybride regimes, zoals een electorale autocratie, die zich kenmerken door een mix van formele democratische procedures en substantiële autoritaire trekken; en
  • (4) 
    autoritaire regimes, waarin machtsconcentratie en de onderdrukking van oppositie domineren.

In het publieke debat wordt dit onderscheid vrijwel nooit gemaakt. Landen krijgen het stempel ’democratie’ of ’geen democratie’. Dat is vergelijkbaar met een examen beoordelen als alleen geslaagd of gezakt, zonder cijfer: het verschil tussen een 5,5 en een 10 blijft hierdoor onzichtbaar.

Israëls democratie als voorbeeld

De beschrijving van Israël door Verlinde (en anderen) als ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’ is dan ook incompleet. In vergelijking met buurlanden die grotendeels autocratisch bestuurd worden, steekt Israël inderdaad positief af. Maar volgens het gezaghebbende V-Dem is Israël sinds 2023 geen volwaardige liberale democratie meer.7) Het land is afgegleden naar de categorie electorale democratie, mede door de ingrijpende justitiële hervormingen van de regering-Netanyahu die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en daarmee minderhedenbescherming in Israël aanzienlijk hebben verzwakt.

Dat er nog steeds vrije verkiezingen zijn, doet daar niet aan af. Zoals ook voormalig burgemeester Ahmed Aboutaleb aan de discussie bij Humberto toevoegde, moet een democratie meer dan alleen meerderheidsheerschappij zijn: zonder bescherming van minderheden, onafhankelijke instituties en persvrijheid wordt de kern van een democratische rechtsstaat uitgehold.8)9) Precies om die reden gingen in 2023 honderdduizenden Israëli’s wekenlang massaal de straat op - de grootste protesten in de geschiedenis van het land – uit zorg over de verdere aantasting van de scheiding der machten. Het feit dat deze protesten konden plaatsvinden, illustreert inderdaad dat de democratische cultuur in Israël op dat punt levend is. Tegelijkertijd toont het ook dat er veel werk aan de winkel is om het predicaat liberale democratie te herstellen, en niet verder af te glijden richting een hybride regime.

Het democratieargument houdt geen stand

Maar zelfs een volledig functionerende liberale democratie biedt geen garantie tegen ernstige mensenrechtenschendingen. De geschiedenis laat immers zien dat ook zulke staten zich – vaak buiten hun eigen landsgrenzen – schuldig kunnen maken aan oorlogsmisdaden en grove schendingen van het humanitair recht, zoals Frankrijk in Algerije.10) Liberaal democratisch zijn en internationale misdrijven plegen kunnen dus samengaan.11) Een staat moet dan ook worden beoordeeld op haar concrete handelen, niet op de regeringsvorm die zij krijgt toegeschreven.

In de rechtbank houdt ‘democratisch zijn’ dan ook geen stand als juridisch verweer: het internationaal recht maakt geen onderscheid tussen staatsvormen. Verdragen en rechtsregels binden alle staten, of zij nu democratisch, autocratisch of iets daartussen zijn. ‘Maar het is een democratie’ zou dus ook in de boycotdiscussie geen geldig argument moeten zijn, laat staan een morele verdediging. Het is eerder een semantisch rookgordijn, bedoeld om aandacht af te leiden van mogelijke schendingen door de ene staat, terwijl andere op hun systeem worden afgerekend.

De discussie over het uitsluiten van een land aan evenementen als het Eurovisie Songfestival laat zien hoe het etiket ’democratie’ onterecht kan worden ingezet als moreel schild – vooral wanneer het gaat om bondgenoten of staten waarmee men zich verwant voelt. Maar het feit dat een land ‘democratisch’ is, betekent niet dat vermeende ernstige mensenrechtenschendingen of internationaalrechtelijke misstappen buiten beeld mogen blijven. Juist staten die zich nadrukkelijk profileren als democratie, en daarmee internationale legitimiteit claimen, moeten worden beoordeeld op hun daadwerkelijke handelen. Het etiket ‘democratie’ mag daarbij nooit dienen als excuus, noch om het debat bij voorbaat plat te slaan.

Er zijn namelijk wel degelijk aanwijzingen om een inhoudelijke discussie te voeren, waarin zowel argumenten voor als tegen uitsluiting aan bod moeten komen. Daarbij hoort bijvoorbeeld ook de vraag of het uitsluiten van een land in de praktijk neerkomt op het bestraffen van individuele artiesten, en of dat proportioneel en rechtvaardig is.12) Zeker in een democratische context hoort zo’n discussie open en kritisch te worden gevoerd, niet afgedaan met een simplistisch etiket.

In dat licht krijgt het optreden van Verlinde allesbehalve douze points.


Robin Ravensbergen is politicoloog en bestuurskundige. Hij schreef deze analyse op persoonlijke titel.

  • 1) 
    Hierbij verwijst AVROTROS in de verklaring d.d. 12 september 2025 specifiek naar politieke inmenging: “Er is bovendien sprake van bewezen inmenging van de Israëlische regering tijdens de afgelopen editie van het Songfestival, waarbij het evenement als politiek instrument is ingezet. Dat druist in tegen het apolitieke karakter van het Songfestival. Deze omstandigheden zijn in strijd met de waarden die AVROTROS als publieke omroep vertegenwoordigt.”
  • 2) 
    Zo verbood de VN alle lidstaten om Joegoslavië (Servië en Montenegro) toegang te geven tot o.a. sportevenementen.VN-Veiligheidsraad, Resolutie 757 (1992), S/RES/757 (30 mei 1992), https://digitallibrary.un.org/record/142881.
  • 3) 
    Er zijn meerdere precedenten waarbij een ander land het festival organiseerde als het winnende land dat zelf niet kon, zoals na de winst van Oekraïne in 2022, toen het in 2023 het Verenigd Koninkrijk werd gehouden.
  • 4) 
    Zie voor de deskundigenanalyses van organisaties de rapporten van bijvoorbeeld de VerenigdeNaties, Amnesty International, B’Tselem en International Association of Genocide Scholars en voor individuele deskundigen o.a. de aangehaalde deskundigen in NRC, “Zeven gerenommeerde wetenschappers vrijwel eensgezind: Israël pleegt in Gaza genocide”, 14 mei 2025 en Trouw, “Voor deze Israëlische hoogleraar is het glashelder: wat we zien in Gaza is genocide”, 23 november 2024.
  • 5) 
    In een eerste reactie liet de European Broadcasting Union (EBU) weten dat Rusland welkom zou blijven deel te nemen aan het Eurovisie Songfestival, met een beroep op het “niet-politieke karakter” van het evenement en de rol om “landen te verenigen door middel van muziek”. Pas na toenemende maatschappelijke en politieke druk besloot de EBU op 25 februari 2022 Rusland alsnog van deelname uit te sluiten. Opmerkelijk is dat deze druk reeds ontstond voordat er een definitieve internationaalrechtelijke uitspraak lag – zoals die ook thans ontbreekt.
  • 6) 
    Bogaards, M. (2009). “How to classify hybrid regimes?” Defective democracy and electoral authoritarianism. Democratization, 16(2), 399-423. https://doi.org/10.1080/13510340902777800
  • 7) 
    V-Dem Institute, “Democracy in decline in Israel”, Graph of the Week, 28 november 2024; laat zien dat Israël in 2023 is gedegradeerd van liberale democratie naar electorale democratie.
  • 8) 
    Zie o.a. Human Rights Watch. “A Threshold Crossed: Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution.” 27 april 2021: https://www.hrw.org/report/2021/04/27/threshold-crossed/israeli-authorities-and-crimes-apartheid-and-persecution.
  • 9) 
    Volgens de World Press Freedom Index van RSF (Reporters Without Borders) staat Israël op plek 112 van de 180 landen, met een score van 51.055. Palestina staat op plek 163/180. RSF beschrijft de situatie voor journalisten in Palestina als “disastrous”, met vele doden, beschietingen van persinstanties en ernstige belemmeringen voor vrije berichtgeving: https://rsf.org/en/index.
  • 10) 
    Maxon, R. (2014). “Human Rights in the Shadow of Colonial Violence: The Wars of Independence in Kenya and Algeria.” History: Reviews of New Books, 42, 97 - 97. https://doi.org/10.1080/03612759.2014.887978.
  • 11) 
    In de internationale betrekkingen bestaat het idee van de Democratic Peace Theory, die stelt dat liberale democratieën onderling nauwelijks oorlog voeren. Dat sluit echter niet uit dat zulke staten elders ernstige mensenrechtenschendingen en zelfs internationale misdrijven kunnen begaan.
  • 12) 
    Ook rijst dan de vraag waarom in dit geval juist Israël zou moeten worden uitgesloten en niet andere landen waar eveneens sprake is van (vermeende) ernstige mensenrechtenschendingen. En vanaf welk moment is de maatstaf bereikt waarop een conclusie moet worden getrokken om een land daadwerkelijk uit te sluiten?