Antwoorden op vragen D66 over de besluitvorming omtrent SWIFT

publicatie datum 3 maart 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Justitie i
beantwoordende ministerie Justitie i
kamerleden A. (Alexander) Pechtold i
partijen Democraten 66 i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1649

Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Justitie over de besluitvorming omtrent SWIFT. (Ingezonden 3 februari 2010)

1

Wat heeft de Nederlandse regering gedaan om een degelijke besluitvorming door het Europees Parlement (EP) over de uitwisseling van bankgegevens met de Verenigde Staten (SWIFT) mogelijk te maken?

2

Bent u van mening dat een gedegen besluitvorming door het EP mogelijk is binnen vijf werkdagen?

3

Bent u ervan op de hoogte dat de Raad het Europees Parlement weigert inzage te geven in alle relevante documenten, zodat het EP niet over dezelfde informatie kan beschikken?

4

Sinds wanneer bent u op de hoogte

van het feit dat al maanden aan een

tweede rapport wordt gewerkt over

de doorgifte van bankgegevens en

dat op 4 februari zal worden

gepubliceerd?

Antwoord

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 17 februari 2010)

1

De Nederlandse regering heeft, net

als veel andere lidstaten, bij de

Europese Commissie en het Voorzitterschap van de Raad bij verschillende gelegenheden het belang benadrukt van een snelle en tegelijkertijd ook zorgvuldige procedure, waarin het Europees Parlement zijn rol binnen de nieuwe institutionele verhoudingen onder Lissabon optimaal kon vervullen.

2

Voor zover aan de vraag de veronderstelling ten grondslag ligt dat de Raad het Europees Parlement op 25 januari 2010 concreet heeft gevraagd binnen vijf werkdagen te besluiten wijs ik op het volgende. Vanaf 1 februari 2010 bestond de mogelijkheid tot voorlopige toepassing van de SWIFT-overeenkomst. Van die mogelijkheid is echter, in afwachting van de stemming in het Europees Parlement, feitelijk geen gebruik gemaakt. Nu het Europees Parlement op 11 februari 2010 zijn goedkeuring aan de overeenkomst heeft onthouden, ontvalt uiteraard ook de grond aan de mogelijkheid tot de voorlopige toepassing van de overeenkomst.

3

Ik heb begrepen dat dit van de zijde van het Europees Parlement een belangrijk kritiekpunt is geweest.

4

Dat er door de heer Jean-Louis Brugière werd gewerkt aan het tweede jaarverslag over de werking van het Terrorist Finance Tracking Program (TFTP) was bekend

aangezien dit volgt uit de «TFTP-representations», die zijn bekend gemaakt in het Publicatieblad1. De aankondiging dat zijn tweede jaarverslag op 1 februari 2010 zou worden gepubliceerd, heeft de Europese Commissie in de openbaarheid gebracht naar aanleiding van een bijeenkomst in het Europees Parlement op 27 januari 2010.

1 PbEU C 2007, 166, blz. 25. «Als teken van onze inzet en partnerschap bij het bestrijden van het mondiale terrorisme wordt een prominente Europeaan aangewezen die moet nagaan of het programma volgens deze Opmerkingen wordt uitgevoerd om de bescherming van uit de EU afkomstige gegevens te waarborgen. Die prominente persoon zal er in het bijzonder op toezien dat de procedures voor het vernietigen van niet overgenomen gegevens daadwerkelijk uitgevoerd zijn. De prominente persoon moet de nodige ervaring en veiligheidsmachtiging hebben en zal worden benoemd door de Commissie, in overleg met VS Financiën, voor een termijn van twee jaar die verlengd kan worden. Hij zal bij de uitvoering van zijn taken volkomen onafhankelijk zijn. Hij vraagt daarbij niemand om instructies en neemt er ook geen aan. Hij ziet af van elke actie die onverenigbaar is met de hem toegewezen taken. Hij brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan de Commissie over zijn bevindingen en conclusies. De Commissie brengt, zo nodig, op haar beurt verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. VS Financiën verschaft hem de toegang, informatie en gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken. Hij neemt altijd de wettelijke geheimhoudings- en vertrouwelijkheidsvoorschriften in acht. De praktische details worden overeengekomen met VS Financiën.»

KVR39441 2010Z01985 0910tkkvr1649 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2010

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel

3527