Mr. H.P. (Henri) Marchant
Militante politiek leider van de vrijzinnig-democraten, die felle aanvallen op zijn tegenstanders niet schuwde. Was advocaat en wethouder in Deventer en werd in 1899 als links-liberaal naar de Tweede Kamer afgevaardigd. Was daar spoedig een geducht woordvoerder op talrijke beleidsterreinen en volgde in 1916 Dirk Bos i op als fractievoorzitter. Zorgde in 1919 via een initiatiefwet voor de invoering van het vrouwenkiesrecht. Politieke tegenstander van Colijn i, wiens kabinet hij in 1925 ten val bracht. Wist toen echter geen centrumlinks kabinet te vormen. Trad in 1933 evenwel als minister van Onderwijs toe tot het crisiskabinet-Colijn II i. Kwam met een spellingsvereenvoudiging (spelling-Marchant). Nadat zijn positie in de VDB door zijn heimelijke overgang naar het katholicisme onhoudbaar was geworden, trad hij in 1935 af. Scherp debater, die gestileerde speeches hield. Had als bijnaam 'Le tigre neerlandais'.
Vrijzinnig-Democratische Kamerclub (1897-1901), VDB
functie(s) in de periode 1899-1935: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
Hendrik Pieter (Henri)
geboorteplaats en -datum
Deventer, 12 februari 1869
doopplaats en -datum
in het geheim gedoopt, 21 december 1934
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 12 mei 1956partij(en)
-
-Liberale Unie, tot februari 1901 (vooruitstrevende vleugel)
-
-VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), van 17 maart 1901 tot 7 mei 1935 (medeoprichter)
-
-RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij), van 1935 tot 1945
-
-VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), 1952 (heropgericht door K. Bijlsma)
lid tussentijds gevormde fractie(s)
Vrijzinnig-Democratische Kamerclub, van juni 1900 tot maart 1901
verwante partij
KNP (Katholiek Nationale Partij), van 1946 tot 1955 (sympatiserend)
-
-advocaat en procureur te Deventer, van 1894 tot 1901
-
-lid gemeenteraad van Deventer, van 20 december 1897 tot september 1901
-
-wethouder (van financiën, armbestuur, ziekenhuis) van Deventer, van 16 januari 1899 tot september 1901
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1900 tot 27 mei 1933 (1900-1918 voor het kiesdistrict Deventer)
-
-advocaat en procureur te 's-Gravenhage, van 2 oktober 1901 tot mei 1933
-
-fractievoorzitter VDB Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1916 tot 27 mei 1933
-
-lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 27 augustus 1923 tot 26 mei 1933
-
-wethouder (van onderwijs) van 's-Gravenhage, van 27 augustus 1931 tot 26 mei 1933
-
-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van 26 mei 1933 tot 18 mei 1935
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur, van 24 november 1925 tot 1 december 1925 (poging mislukt)
-
-voorzitter VDB, van januari 1905 tot mei 1908
-
-lid hoofdbestuur VDB, van november 1907 tot mei 1933
-
-politiek leider VDB, van 25 juni 1916 tot 18 mei 1935
-
-lid redactie VDB-blad "De Opbouw"
lijsttrekkerschappen
-
-lijstaanvoerder VDB Tweede Kamerverkiezingen 1918 (in de kieskringen in de zuidelijke, oostelijke en noordelijke provincies)
-
-lijsttrekker VDB Tweede Kamerverkiezingen 1922
-
-lijsttrekker VDB Tweede Kamerverkiezingen 1925
-
-lijsttrekker VDB Tweede Kamerverkiezingen 1929
-
-lijsttrekker VDB Tweede Kamerverkiezingen 1933
-
-lid bestuur Deventer Cricket- en Voetbalvereniging "U.D." (Utile Dulci)
-
-lid bestuur muziekschool te Deventer
-
-agent Stedelijke Hypotheekbank te 's-Gravenhage, vanaf 1898
-
-regent Hof Meermansbrug te Leiden, van 1903 tot 1938
-
-hoofdagent levensverzekeringen Belgische Maatschappij van Algemene Verzekeringen
-
-lid directie "Donau Hypotheekbank" te 's-Gravenhage
-
-lid Raad van Commissarissen "Hollandsche Crediet- en Effectenbank" te 's-Gravenhage
-
-lid Centraal College voor de Reclassering, vanaf januari 1911
-
-lid Raad van Defensie, van 15 juli 1918 tot 1933
-
-lid Staatscommissie inzake het Socialisatie-vraagstuk (Staatscommissie-Nolens), van 11 maart 1920 tot 2 april 1927
-
-voorzitter Stichting "De Hooge Veluwe", van april 1935 tot 1942 (medeoprichter)
-
-hoofdredacteur "Land en Volk" te 's-Gravenhage
-
-lid redactie tijdschrift "Vragen des Tijds"
-
-voorzitter Stichting "De Hooge Veluwe", vanaf 1 januari 1951
afgeleide functies, presidia etc.
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1905 tot september 1905
-
-voorzitter Commissie voor de Verzoekschriften (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1905 tot september 1907
-
-voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1909 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1916 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1916 tot november 1916
-
-voorzitter begrotingscommissie voor de hoofdstukken I en II etc. en de Wet op de Middelen 1917 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1920 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de ontwerp-Nijverheidsonderwijsswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), tot juni 1919
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1920 tot april 1920
-
-lid Gemengde Commissie voor de Stenographie (namens de Tweede Kamer), van 27 juli 1922 tot 26 mei 1933
-
-voorzitter begrotingcommissie voor hoofdstuk III (Buitenlandse Zaken) 1927 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1927 tot mei 1928
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1930 tot mei 1933
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk III (Buitenlandse Zaken) 1933 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-gymnasium te Deventer
academische studie
-
-rechtsgeleerdheid (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Leiden, van 21 september 1888 tot 9 juli 1893
-
-Sprak in de Tweede Kamer over uiteenlopende zaken, waaronder defensie, arbeid, waterstaat, financiën en justitie
-
-Een door hem ingediende en aangenomen motie, waarin het besluit van minister Bosboom werd betreurd om de Landstormlichting 1908 in plaats van de lichting 1918 op te roepen, was voor de minister reden om ontslag te nemen
-
-Bracht in 1917 samen De Meester (Liberale Unie), Troelstra (SDAP) en Visser van IJzendoorn (BVL) een initiatiefwet tot stand over verhoging van het minimumsalaris voor onderwijzers en schoolhoofden met f 100. Het voorstel werd in augustus 1917 in de Eerste Kamer verdedigd door Visser van IJzendoorn. De regering bekrachtigde het aangenomen wetsvoorstel niet, maar kwam korte tijd later zelf met een wet die ongeveer het zelfde effect had.
-
-Een door hem samen met Duys (SDAP) en De Muralt (Liberale Unie) ingediend initiatiefvoorstel over een premievrij staatspensioen voor behoeftigen boven de zeventig jaar werd in 1918 door de Eerste Kamer verworpen
-
-Bracht in 1918 samen met vijf andere fractievoorzitters een initiatiefwet tot stand inzake een enquête naar de levensmiddelenvoorziening tijdens de Eerste Wereldoorlog
-
-Diende in 1918 een initiatiefwetsvoorstel in tot wijziging van de Kieswet, waardoor vrouwen het kiesrecht kregen. Hiermee werd uitvoering gegeven aan de in 1917 in de Grondwet opgenomen mogelijkheid. Het voorstel werd op 9 mei 1919 in de Tweede Kamer en op 10 juli 1919 in de Eerste Kamer aangenomen. De wetswijziging werd gepubliceerd in Staatsblad 536 van 9 september 1919. Nadat op 15 mei 1920 voor het eerst ook vrouwen op de jaarlijks vastgestelde gemeentelijke kiezerslijsten stonden, konden zij daadwerkelijk stemmen.
-
-Diende in 1919 een initiatiefwetsvoorstel in over een heffing van een buitengewone belasting ter dekking van oorlogsuitgaven. Dit voorstel werd in 1922 door de Tweede Kamer verworpen.
-
-In 1921 verwierp de Tweede Kamer met 46 tegen 38 stemmen een door hem ingediend amendement over afschaffing van de Eerste Kamer
-
-Diende in 1922 samen met zijn fractiegenoten Ketelaar en Oud een initiatiefwetsvoorstel in over de benoembaarheid van vrouwen in rechterlijke functies. Dit wetsvoorstel werd in 1923 ingetrokken, na verwerping met 39 tegen 35 stemmen van artikel 1 door de Tweede Kamer.
opvallend stemgedrag
-
-Behoorde in 1911 tot de vier VDB-leden die vóór het wetsvoorstel tot bestrijding van zedeloosheid stemden
-
-In 1925 stemden hij en Ketelaar als enigen van hun fractie tegen het initiatiefwetsvoorstel-Westerman over Franse les in het lager onderwijs
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Diende in 1934 een ontwerp-wet regeling voor de opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen in. Het wetsvoorstel werd in 1935 ingetrokken.
-
-Voerde in 1934 een spellingshervorming door (spelling-Marchant) in het onderwijs. Deze vereenvoudigde spelling was gebaseerd op de ideeën van de leraar Nederlands R.A. Kollewijn. Hij stelde voor de dubbele 'ee' en 'oo' in open lettergrepen (niet zoo, maar zo) af te schaffen. Verder verdwijnt de onuitgesproken 'ch' ('versche visch' wordt 'verse vis').
-
-Uit bezuinigingsoverwegingen werden door hem veel openbare scholen opgeheven, terwijl hij de bijzondere scholen ongemoeid moest laten
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1935 een wijziging van de Lager-onderwijswet 1920 tot stand waardoor onderwijzeressen die in het huwelijk traden, moesten worden ontslagen
-
-Kwam op 20 oktober 1925 in heftig conflict met Colijn, omdat hij in de Tweede Kamer had verklaard dat een belofte van Colijn absoluut niets waard was (i.v.m. een eerdere toezegging van Colijn dat ambtenaren in 1925 een compenserende uitkering zouden krijgen, terwijl dat vanwege het niet vervullen van een voorwaarde daarover niet was gebeurd). Colijn voelde zich persoonlijk gekrenkt. Bemiddeling door onder andere Nolens haalde de ergste kou uit de lucht.
-
-Liet als minister veel over aan de door hem aangestelde directeur-generaal voor het onderwijs Van Poelje
-
-In 1934 wekte een door hem gehouden toespraak bij de opening van een tentoonstelling over de Abdij van Egmond de woede van orthodox-protestanten. Hij had zich in de rede afgezet tegen het beeld van de geuzen als 'kranige kerels', omdat volgens hem de geuzen onder leiding van Sonoy brandstichters en plunderaars waren geweest.
-
-Bedankte in mei 1935 als lid van de VDB, nadat partijvoorzitter Kranenburg en anderen hem indringende vragen hadden gesteld over berichten dat hij katholiek was geworden. Hij had steeds geweigerd dat te doen en (naar bleek) daarover ook gelogen.
-
-Trad in mei 1935 af als minister in verband met het bekend worden van zijn overgang tot het katholicisme op 21 december 1934. Hij deelde dit, na eerdere berichten te hebben tegengesproken, in de ministerraad van 7 mei 1935 mee. Zijn collega Oud meldde hierna schriftelijk aan Colijn dat hij ontslag zou vragen als Marchant niet zou opstappen. Oud vreesde dat het aanblijven van Marchant tot een vertrouwensbreuk tussen hem en de VDB zou leiden. Op 11 mei vroeg Marchant aan de koningin om ontslag.
uit de privésfeer
-
-Trad in 1920-1921 op als advocaat van de gevluchte Duitse kroonprins
verkiezingen (5/6)
-
-Versloeg in 1901 Ph.W. van der Sleyden (oud-liberaal)
-
-Versloeg in 1905 Th. Heemskerk (arp)
-
-Versloeg in 1909 P.J.M. Aalberse (rk)
-
-Versloeg in 1913 J.C. baron van Haersolte (arp)
-
-Versloeg in 1917 J. Stoffel (comité anti-grondwetsherziening)
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
-
-"De Generaal" (bijnaam i.v.m. dominerende optreden binnen VDB)
-
-"Le tigre neerlandais"
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-C.K. Elout, "De Heeren in Den Haag" (2e reeks, 1909), 10
-
-P.J. Oud, "Het Jongste Verleden", deel I, 40-42
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-P. Groenewald, "Bibliografie van de boeken, brochures en tijdschriftartikelen van mr. H.P. Marchant (1869-1956)" (1986)
-
-J. Bosmans, "Marchant, Hendrik Pieter (1869-1956)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 367
-
-C.A. Groenewold, "H.P. Marchant (1869-1956), le tigre neerlandais" (dissertatie, 1992)
-
-Onze Afgevaardigden, 1901, 1905, 1909 en 1913
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.