Mr. A.Ch.W. (Albert) Beerman

foto Mr. A.Ch.W. (Albert) Beerman
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Gemeentearchief Den Haag
Met dank overgenomen van Parlement.com.

CHU-minister van Justitie in het kabinet-De Quay i. Was advocaat in Rotterdam en hield aanvankelijk (formeel) zijn advocatenpraktijk aan. Was tevens actief in het Rotterdamse bedrijfsleven en als gemeenteraadslid. Bracht als minister belangrijke wetgeving tot stand, zoals een wettelijke regeling van de voetbaltoto, vernieuwing van het kinderstrafrecht en een regeling van het kroonberoep. Lag onder vuur vanwege zijn terughoudende spijtoptantenbeleid en werd aan het eind van zijn ministerschap ook bekritiseerd omdat veel wetgevende projecten onvoltooid waren. Pragmatische jurist, met een milde levenshouding, maar ook enigszins weifelend. Te weinig politicus om echt succesvol te zijn als minister.

CHU
in de periode 1959-1963: minister

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Albert Christiaan Willem (Albert)

geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 29 januari 1901

overlijdensplaats en -datum
Rotterdam, 26 november 1967

begraafplaats en -datum
Garderen, 30 november 1967

2.

Partij/stroming

partij(en)
CHU (Christelijk-Historische Unie)

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • advocaat-dispacheur, advocatenkantoor "Nolst Trenité, Beerman, Bergsma en Baanders" te Rotterdam, van 1925 tot november 1959
  • lid gemeenteraad van Rotterdam, van 2 september 1946 tot 19 mei 1959
  • minister van Justitie, van 19 mei 1959 tot 24 juli 1963
  • advocaat en procureur te Rotterdam, van 1 augustus 1963 tot 26 november 1967
  • raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof te 's-Gravenhage, van 10 januari 1964 tot 26 november 1967

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/10)

  • medewerker "Evangelisch-Luthers Weekblad"
  • lid Raad van Commissarissen N.V. Trustco (Trustee voor beleggerscombinaties), vanaf april 1966

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Kreeg als minister te maken met de toestroom van spijtoptanten uit Indonesië. Dit waren Nederlanders die voor het Indonesische staatsburgerschap hadden gekozen (geopteerd), maar daar later spijt van hadden gekregen en terug wilden naar Nederland. Kwam na aanneming van een motie-Van Doorn (KVP) waarin een ruime Kamermeerderheid om verruiming van de toelating vroeg in 1960 in conflict met de Tweede Kamer. Hij weigerde aan de wens van de Kamer te voldoen en deed slechts enkele concessies, zoals het instellen van een beoordelingscommissie. De Tweede Kamer sprak in 1961 treurnis uit over het niet uitvoeren van de motie. Nadat het kabinet zich nog eens achter zijn beleid had geschaard en na nog enkele tegemoetkomingen, legden de regeringsfracties zich daarbij neer. Bij de behandeling van de Justitie begroting in 1961 probeerde de PvdA tevergeefs zijn beleid te laten afkeuren door zijn salaris met 1 gulden te verminderen.
  • Diende in 1963 de ontwerp-Vreemdelingenwet in. Dit voorstel werd in 1965 door zijn opvolger Scholten in het Staatsblad gebracht. (7.163)
  • Diende in 1963 een wettelijke regeling voor vakantie met behoud van loon in. Het voorstel werd in 1966 door minister Samkalden in het Staatsblad gebracht. (7.168)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/13)
  • Bracht in 1963 de Wet beroep administratieve beschikkingen (Stb. 268) tot stand. Hierdoor wordt beroep mogelijk tegen besluiten van de centrale overheid. Als beroepsorgaan wordt de Kroon aangewezen, die daartoe de afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State hoort. Het voorstel was in 1958 ingediend door de ministers Struijcken en Samkalden. (5.363)
  • Bracht in 1963 een wet (Stb. 272) tot herziening van het cassatierecht tot stand. Cassatie wordt ook mogelijk wegens 'schending van het recht' in plaats van wegens 'schending van de wet'. Ook de mogelijkheden voor cassatie in burgerlijke zaken worden uitgebreid. Het wetsvoorstel was in 1951 ingediend door minister Struijcken. (2.079)
  • Bracht in 1963 samen met minister Visser wetten (Stbb. 294, 295 en 296) tot algehele herziening van het Militair strafprocesrecht en Militair tuchtrecht tot stand. Deze wetten vervangen de uit 1814 daterende (en sedertdien gewijzigde) regelgeving. De wetten worden aangepast aan de nieuwe structuur van het Koninkrijk en aan de gewijzigde organisatie van de krijgsmacht, moderniseringen van het strafprocesrecht worden doorgevoerd en onder meer het recht van hoger beroep wordt uitgebreid. Het wetsvoorstel was in 1958 ingediend door de ministers Samkalden en Staf. (5.169)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Was in april 1959 tijdens de eerste formatiepoging van De Quay beoogd minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
  • Stond, volgens een mededeling in het Advocatenblad, nog tot 16 oktober ingeschreven als procureur en tot 17 november 1959 (één dag voor de behandeling van de Justitie-begroting) als advocaat. Nadat PvdA-Kamerlid Kranenburg hierover opmerkingen maakte, vroeg hij hierover terstond woord, waarbij hij verklaarde dat hij gehandeld had op een wijze zoals in het buitenland gebruikelijk was.
  • Bij de behandeling van zijn begroting in de Eerste Kamer in februari 1963 werd behalve door de fracties van PvdA en CPN ook door de CHU-fractie ernstige kritiek geuit op uitlatingen die wezen op mogelijke gratiëring van de vier in Breda levenslang gevangen Duitse oorlogsmisdadigers

uit de privésfeer
  • Was in Rotterdam actief bij de vrijwillige brandweer
  • Na de oorlog trad hij als advocaat op als verdediger van ir. F.E. Müller die als NSB'er van 1941 tot 1945 burgemeester van Rotterdam was geweest
  • Twee dochters en een zoon werden jurist, een tweede zoon werd scheepsbouwkundig ingenieur

verkiezingen
  • Was in 1963 CHU-kandidaat bij de Eerste Kamerverkiezingen

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • W.E. Boeles, "In memoriam Mr. A.C.W. Beerman", Advocatenblad 47 (1967)
  • W.F. Lichtenauer, "Ter nagedachtenis. Mr. A.C.W. Beerman, 29 november 1901 - 26 november 1967", Rotterdams Jaarboekje 1968, 210
  • E.H. Hemmer, scriptie staatkundig-historische studiën, RU Leiden (1986)
  • Wie is dat? 1956
  • Winkler Prins Jaarboek 1968

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.