"Gen-katoen rampzalig voor milieu in China"
Transgene katoen heeft volgens een Chinees onderzoek meer na- dan voordelen. Het onderzoek was gericht op de effecten van katoen dat het gen bevat van de bodembacterie Bacillus Thurigiensis (Bt). Dit gen produceert gif tegen de schadelijke bolworm. Hierdoor hoeven boeren minder gif te spuiten dan bij 'normale' katoen.
Uit het Chinese onderzoek blijkt dat de bolworm zeer snel resistent wordt voor het gif in de Bt-katoen. Bij de veertigste generatie bolwormen die Bt-katoen te eten hadden gekregen, was de weerstand tegen het gif duizend keer zo groot als bij de eerste generatie.
De natuurlijke vijanden van de bolworm zijn echter niet tegen het gif bestand en leggen al snel het loodje. Hierdoor is de balans tussen de verschillende insectensoorten verstoord en kunnen allerlei plagen de kop opsteken. Andere plaagdieren als bladluizen en mijten hebben de bolworm in sommige Chinese katoenvelden inmiddels vervangen als hoofdplaag voor de katoenteelt.
Bt-katoen wordt op zeer grote schaal gebruikt. Wereldwijd is ongeveer een derde deel van het katoenareaal transgeen, in China is dit tweederde deel.
Bron: Agrarisch Dagblad, 4 juni 2002
Op het discussieforum van NRC Handelsblad plaatst één van de oprichters van Greenpeace, Patrick Moore, serieuze kanttekeningen bij bovenstaande berichtgeving. Hij meldt dat Greenpeace bovenstaand onderzoek zou hebben aangegrepen om (in een persbericht d.d. 3 juni 2002) een doembeeld te schetsen over "Bt-bestendige superkevers, toenemend secundair ongedierte, vermindering van natuurlijke vijanden, ontwrichting van het insectenmilieu".
Moore heeft Greenpeace verlaten en in 1991 een milieuadviesbureau opgezet. In zijn stuk betoogt hij dat Greenpeace op misleidende wijze wetenschapsresultaten gebruikt, door deelresultaten uit het onderzoek naar Bt-katoen groter te maken dan ze zijn, en de belangrijkste conclusies te verzwijgen. Door het rapport te lezen, weerlegt
Moore het beeld van een milieuramp beeld met de volgende argumenten:
-
-Het rapport bevat niet één voorbeeld of bewijs van een zich snel ontwikkelende resistentie bij katoenkevers tegen Bt-katoen op het land. Wel zijn tijdens het onderzoek resistente keversoorten ontwikkeld in laboratoria.
-
-De aanwezigheid van nieuwe plagen (zoals bladluizen en mijten) is te verklaren door het verminderd gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door boeren. Deze werden gebruikt om de bolworm te bestrijden, maar dit is niet meer nodig. Het overleven van luizen en mijten is een bij-effect.
-
-Voor een verstoring van de insectenbalans bevat het rapport geen voorbeelden of bewijzen.
-
-Ten slotte weerspreekt Moore de claim van Greenpeace dat boeren, ondanks de gen-katoen, gedwongen blijven om chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. De bewering is an sich niet onjuist, maar de invoering van Bt-katoen vermindert het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen met 70 tot 80 procent.