Artikel II-26: Integratie van personen met een handicap

II-25
Artikel II-26
II-27

De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

Het beginsel dat in dit artikel is neergelegd is gebaseerd op artikel 15 van het Europees Sociaal Handvest en is tevens geïnspireerd op punt 26 van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werknemers.

2.

Ontwikkeling artikel

2003

De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

3.

Toelichting

Het beginsel dat in dit artikel is neergelegd is gebaseerd op artikel 15 van het Europees Sociaal Handvest en is tevens geïnspireerd op punt 26 van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werknemers.

2003

De Europese Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

2003

De Europese Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

Toelichting

Het beginsel dat in dit artikel is neergelegd is gebaseerd op artikel 15 van het Europees Sociaal Handvest en is tevens geïnspireerd op punt 26 van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werknemers.

2004

De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.