Artikel III-340: Immuniteiten van de Unie

III-339
Artikel III-340
III-341

De Unie geniet, overeenkomstig de bepalingen van het aan dit Verdrag gehechte Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten welke nodig zijn ter vervulling van haar taak. Dit zelfde geldt voor de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank.

1.

Ontwikkeling artikel

2003

De Unie geniet, overeenkomstig de bepalingen van het aan dit Verdrag gehechte Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten welke nodig zijn ter vervulling van haar taak. Dit zelfde geldt voor de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank.

2003

De Unie geniet, overeenkomstig de bepalingen van het aan dit Verdrag gehechte Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten welke nodig zijn ter vervulling van haar taak. Dit zelfde geldt voor de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank.

2003

De Unie geniet, overeenkomstig de bepalingen van het aan dit Verdrag gehechte Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten welke nodig zijn ter vervulling van haar taak. Dit zelfde geldt voor de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank.

2004

De Unie geniet, onder de voorwaarden van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten die nodig zijn ter vervulling van haar taak.