Hoofdstuk V - Beperkende maatregelen

III-224: Procedure

  • 1. 
    In de gevallen waarin een Europees besluit, dat is vastgesteld op grond van hoofdstuk II van deze titel, voorziet in verbreking of gehele of gedeeltelijke beperking van de economische en financiële betrekkingen met een of meer derde landen, worden de Europese verordeningen en besluiten door de Raad op gezamenlijk voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld. De Raad stelt het Europees Parlement daarvan in kennis.
  • 2. 
    In de gevallen waarin een op grond van hoofdstuk II van deze titel vastgesteld Europees besluit daarin voorziet, kan de Raad de in lid 1 bedoelde procedure beperkende maatregelen jegens natuurlijke personen, rechtspersonen en niet-statelijke formaties en entiteiten vaststellen.
  • 3. 
    De in dit artikel bedoelde handelingen bevatten de nodige bepalingen inzake wettelijke waarborgen. [*]

Verklaring voor de slotakte ad artikelen III-49 en III-224

De Conferentie memoreert dat de eerbiediging van de grondrechten en vrijheden met name inhoudt dat de nodige aandacht wordt geschonken aan de bescherming en de eerbiediging van het recht op eerlijke rechtsbedeling voor de betrokken personen of entiteiten.

Daartoe moeten besluiten waarbij een persoon of entiteit aan beperkende maatregelen wordt onderworpen, op duidelijke en verschillende criteria gebaseerd zijn om een grondige rechterlijke toetsing te waarborgen. Deze criteria moeten zijn toegesneden op de specifieke kenmerken van de beperkende maatregel.[*]