Artikel 29: Comité van de Regio's

28
Artikel 29
30

Het Comité van de Regio's bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van door de lid-staten erkende regionale of plaatselijke overheden.

Het dient vooraf te worden geraadpleegd over alle wetgevingsinitiatieven die betrekking hebben op vraagstukken waarvan de lijst bij een organieke wet wordt vastgesteld.

1.

Ontwikkeling artikel

1984
  • 1. 
    De Unie heeft de volgende organen:
    • De Rekenkamer,
    • het Economisch en Sociaal Comité,
    • de Europese Investeringsbank,
    • het Europees Monetair Fonds.

    Bij organieke wetten worden de bevoegdheden, de organisatie en de samenstelling van deze organen geregeld.

  • 2. 
    De leden van de Rekenkamer worden voor de helft door het Parlement en voor de helft door de Raad van de Unie benoemd.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité is een adviesorgaan van de Commissie, het Parlement, de Raad van de Unie en de Europesè Raad, en kan daaraan op eigen initiatief advies uitbrengen. Het Comité wordt geraadpleegd over elk voorstel dat van beslissende invloed is voor de uitstippeling en de tenuitvoerlegging van het economisch beleid en het maatschappijbeleid.

    Het Comité stelt zijn Reglement van orde vast. Bij de samenstelling van het Comité dient ervoor te worden gezorgd dat de verschillende sectoren van het economische en sociale leven naar behoren vertegenwoordigd zijn.

  • 4. 
    Het Europees Monetair Fonds bezit de autonomie die nodig is om de monetaire stabiliteit te waarborgen.
  • 5. 
    Op alle eerdergenoemde organen zijn de bepalingen van toepassing die op het moment van de inwerkingtreding van dit Verdrag gelden voor de overeenkomstige communautaire organen.

De Unie, kan bij organieke wet andere organen in het leven roepen die voor haar werking noodzakelijk zijn.

1994

Het Comité van de Regio's bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van door de lid-staten erkende regionale of plaatselijke overheden.

Het dient vooraf te worden geraadpleegd over alle wetgevingsinitiatieven die betrekking hebben op vraagstukken waarvan de lijst bij een organieke wet wordt vastgesteld.

2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement, de Raad van ministers en de Commissie worden bijgestaan door een Comite van de Regio's en een Economisch en Sociaal Comité, die een adviserende taak hebben.
  • 2. 
    Het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale lichamen, die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers, werknemers en andere actoren van de representatieve civiele samenleving, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties.
  • 4. 
    De leden van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie.
  • 5. 
    De regels betreffende de samenstelling van deze comités, de benoeming van hun leden, de bevoegdheden en de werking ervan worden vastgesteld in de artikelen XY van deel II van de Grondwet. De regels betreffende de samenstelling worden door de Raad op voorstel van de Commissie periodiek herzien, opdat zij in overeenstemming blijven met de economische, sociale en demografische ontwikkeling van de Unie.
2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement, de Raad van ministers en de Commissie worden bijgestaan door een Comité van de Regio's en een Economisch en Sociaal Comité, die een adviserende taak hebben.
  • 2. 
    Het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokalelichamen, die gekozen zijn van een regionaal of lokaal lichaam een mandaat hebben ontvangen of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers, werknemers en andere actoren van de representatieve civiele samenleving, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties.
  • 4. 
    De leden van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie.
  • 5. 
    De regels betreffende de samenstelling van deze comités, de benoeming van hun leden, de bevoegdheden en de werking ervan worden vastgesteld in de artikelen III-288 tot en met III-294 van de Grondwet. De regels betreffende de samenstelling worden door de Raad op voorstel van de Commissie periodiek opnieuw bezien, opdat zij in overeenstemming blijven met de economische, sociale en demografische ontwikkeling van de Unie.
2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement, de Raad van ministers en de Europese Commissie worden bijgestaan door een Comité van de Regio's en een Economisch en Sociaal Comité, die een adviserende taak hebben.
  • 2. 
    Het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politieke verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers, werknemers en andere representanten van het maatschappelijke middenveld, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties.
  • 4. 
    De leden van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie.
  • 5. 
    De regels betreffende de samenstelling van deze comités, de benoeming van hun leden, de bevoegdheden en de werking ervan worden vastgesteld in de artikelen III-292 tot en met III-298 van de Grondwet. De regels betreffende de samenstelling worden door de Raad van Ministers op voorstel van de Europese Commissie op gezette tijden opnieuw bezien, opdat zij in overeenstemming blijven met de economische, sociale en demografische ontwikkeling van de Unie.
2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie worden bijgestaan door een Comité van de Regio's en een Economisch en Sociaal Comité, die een raadgevende taak hebben.
  • 2. 
    Het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers, werknemers en andere representanten van het maatschappelijk middenveld, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties.
  • 4. 
    De leden van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité zijn niet gebonden door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie.
  • 5. 
    De regels betreffende de samenstelling van deze comités, de benoeming van hun leden, de bevoegdheden en de werking ervan worden vastgesteld in de artikelen III-292 tot en met III-298.

    De in de leden 2 en 3 bedoelde regels betreffende de samenstelling worden door de Raad op gezette tijden herzien, teneinde rekening te houden met de economische, sociale en demografische ontwikkeling van de Unie. De Raad stelt daartoe op voorstel van de Commissie een Europees besluit vast.

2004
  • 1. 
    Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie worden bijgestaan door een Comité van de Regio's en een Economisch en Sociaal Comité, die een adviserende taak hebben.
  • 2. 
    Het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de organisaties van werkgevers, werknemers en andere representanten van het maatschappelijk middenveld, met name sociaal-economische en culturele organisaties en burger- en beroepsorganisaties.
  • 4. 
    De leden van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité zijn niet gebonden door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie.
  • 5. 
    De samenstelling van deze comités, de benoeming van hun leden, alsmede de bevoegdheden en de werking ervan zijn geregeld in de artikelen III-386 tot en met III-392.

    De in de leden 2 en 3 bedoelde regels betreffende de aard van hun samenstelling worden door de Raad op gezette tijden getoetst aan de economische, sociale en demografische evolutie in de Unie. De Raad stelt daartoe op voorstel van de Commissie Europese besluiten vast.